§7.3 Wonder aan de rivier de Han

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom

Doe je telefoon in de telefoon tas, ga op je eigen plek zitten en pak je spullen. Als de timer afloopt ben je stil

Vandaag heb je nodig:

- pen en schrift voor aantekeningen (eventueel)

- nog geen laptop

7.3 Wonder aan de rivier de Han

Klas 2

Vorige les

 Korea was tot 1945 een kolonie van Japan

Door (2) en (3) werd Korea verdeeld in Noord-Korea en Zuid-Korea.

Rijkste landen in de wereld

Lesdoelen §7.3

Aan het eind van de les kan je:

1. Uitleggen waarom Zuid-Korea pas na 1960 economisch is gaan groeien

2. Uitleggen op welke manier Zuid-Korea economisch succesvol is geworden

3. Uitleggen welke fasen Zuid-Korea sinds 1960 in de economische groei heeft doorlopen

4. Uitleggen waarom Noord-Korea niet dezelfde economische ontwikkeling heeft doorgemaakt als Zuid-Korea.

Basisboeknummers: B193 Bestaansmiddelen, B205 Industrie, B208 Grondstof of afzetmarkt, B239 Percentage stedelingen, B241 Primate city, B260 Internationale arbeidsverdeling

Economische groei (begin)

Drie belangrijke redenen:

1. Meer samenwerking op het platteland. 

- stijging landbouwopbrengst

- vb: pak cement.

Economische groei (begin)

2.  Minder import, meer export.
Stap 1: Bouw fabrieken met hulp westerse landen (Japan, VS) , productie van consumptiegoederen: voedingsmiddelen, textiel (maar ook producten voor land- en woningbouw)
- importsubstitutie = niet meer geïmporteerd, maar zelf gemaakt.
- niet alleen voor eigen gebruik, ook voor export.

 Stap 2: afbetalen buitenlandse leningen.

Economische groei (begin)

Drie belangrijke redenen:

3.  Veel investeringen in het onderwijs.
- goede opleiding is van groot belang in Zuid-Korea. 

Iedereen moest leren lezen en schrijven, ook ouderen.

Kijkvraag

Na de Koreaanse Oorlog maakte Zuid-Korea een enorme economische groei door,  van een van de armste naar een van de rijkste landen.

Welke sector is hard gegroeid?

www.npostart.nl

Veranderingen (later) 

      Zuid-Korea is 1 van de 4 Aziatische tijgers (landen met een grote economische groei sinds de jaren 80), vernieuwing als sleutelwoord. 

Tussen 1970 en 1990 verschoof de aandacht van de arbeidsintensieve, lichte industrie naar zware industrie

 .

● Na 1990 was er vooral 

 , want de lonen voor productiewerk werden te hoog.

Scheepswerf

Veranderingen (later)

 Door de economische groei is Zuid-Korea lagelonenland af.

Na 1990: van productiewerk naar hightechindustrie
vb: ontwikkeling van telefoons, televisies, computers, auto’s. ook: grotere dienstensector.

Chaebols

Snelle economische groei: onmogelijk zonder de chaebols. familiebedrijven met overheidssteun.

Check

Zuid-Korea is nu een van de rijkste landen ter wereld. De grote verandering is te danken aan de president die in 1961 aan de macht kwam.

Hij stelde plannen op om de economie te laten groeien. Hierbij was sprake van importsubstitutie, wat is dat?

Aan de slag Hv2a

 Lees §7.3  

Maak §7.3 opdracht 1, 2, 3, 4, 7, 8. 

Werkblad Korea afmaken.

Klaar? Maak de digitale samenvatting van §7.3.

Pauze

Pauze

LessonUp inloggen

Ga naar lessonup.app op je laptop

Vul onderstaande code in 

Geef je eigen naam (geen nickname, andere namen of emojis)

Check

Naar welk 'Wonder' wordt gerefereerd in de titel van §7.3 'Wonder aan de rivier de Han'?

Zuid-Korea heeft een...

1. Vrijemarkteconomie
2. Planeconomie

Sleep de onderdelen naar het juiste vak waar ze bijhoren.

Noord-Korea

Zuid-Korea

hoog ontwikkelingspeil

Zelfvoorzienend

Dictatuur

presidentsverkiezingen

Kim Jong Un

Welke drie bestaansmiddelen zijn er?

1. Landbouw, toerisme en defensie
2. Defensie, diensten en toerisme
3. Landbouw, industrie en diensten
4. Industrie, diensten en toerisme

Zware industrie rekenen we tot .......?

1. primaire sector
2. secundaire sector
3. tertiaire sector
4. quartaire sector

Singapore, Japan en Zuid Korea horen bij de groep......

1. Aziatische tijgers
2. Afrikaanse leeuwen

Importsubstitutie wil zeggen

1. dat een land producten gaat importeren
2. dat een land producten gaat exporteren
3. dat een land niet meer gaat importeren (maar zelf maken)
4. dat een land niet meer wil exporteren

Vul aan: Industrie die ....................., vertrekt naar lagelonenlanden.

1. .. arbeidsintensief is
2. .. goedkoop is
3. .. kennisintensief is
4. .. veel grondstoffen nodig heeft

Wat is de hoofdstad van Zuid-Korea?

1. Pyongyang
2. Tokyo
3. Seoul
4. Hanoi