Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Woorden H3- afleiding
Woordenschat
achtervoegsel
Afleiding
1 / 35
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Cette leçon contient
35 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Woordenschat
achtervoegsel
Afleiding
Slide 1 - Diapositive
Maak bij onderstaand grondwoord een goed achtervoegsel, zodat je een nieuw woord hebt.
KANS
Slide 2 - Question ouverte
Maak bij onderstaand grondwoord een goed achtervoegsel, zodat je een nieuw woord hebt.
KLEIN
Slide 3 - Question ouverte
Maak bij onderstaand grondwoord een goed achtervoegsel, zodat je een nieuw woord hebt.
VOETBAL (de mannelijke vorm)
Slide 4 - Question ouverte
Maak bij onderstaand grondwoord een goed achtervoegsel, zodat je een nieuw woord hebt.
water
Slide 5 - Question ouverte
Maak bij onderstaand grondwoord een goed achtervoegsel, zodat je een nieuw woord hebt.
ACHTER
Slide 6 - Question ouverte
afleiding
een (grond) woord
waarvan
niet alle delen
zelfstandig kunnen voorkomen
bestaat uit een
woord dat zelfstandig kan bestaan
en daarmee maak je nieuwe woorden.
Deze nieuwe woorden kun je vormen door
voor- en achtervoegsels voor of achter
de woorden te plakken:
Slide 7 - Diapositive
achtervoegsel -
Als je een achtervoegsel toevoegt aan een grondwoord, krijg je een woord met een nieuwe betekenis.
Voorbeelden achtervoegsel:
-loos, -ing, -in, -es, -ster, -achtig, -ig, -lijk, -tje, -zaam,
-baar
!!
verkleinwoorden hebben altijd een achtervoegsel
Slide 8 - Diapositive
Afleiding=
Voorbeelden:
ZN:
WW
BN:
(de) leugen liegen leugen
achtig
(het) schrift schrijven schrifte
lijk/
geschreven
(de) droom dromen droom
achtig - gedroomde
dromerig
Slide 9 - Diapositive
1. Geef de betekenis van onderstaand woord.
Gebruik in een korte zin(nen
2. maak er een zelfstandig naamwoord van:
ACTUEEL
Slide 10 - Question ouverte
1. Geef de betekenis van onderstaand woord.
Gebruik in een korte zin(nen)
2. maak er een zelfstandig naamwoord van:
ANALYSEREN
KIND
Slide 11 - Question ouverte
1. Geef de betekenis van onderstaand woord.
Gebruik in een korte zin(nen)
2. maak er een werkwoord van:
DEFINITIE
Slide 12 - Question ouverte
1. Geef de betekenis van onderstaand woord.
Gebruik in een korte zin(nen)
2. maak er een zelfstandig naamwoord van:
EFFECTIEF
KIND
Slide 13 - Question ouverte
1. Geef de betekenis van onderstaand woord.
Gebruik in een korte zin(nen)
2. maak er een werkwoord van:
INITIATIEF
Slide 14 - Question ouverte
1. Geef de betekenis van onderstaand woord.
Gebruik in een korte zin(nen)
2. maak er een werkwoord van:
SELECTIEF
KIND
Slide 15 - Question ouverte
1. Geef de betekenis van onderstaand woord.
Gebruik in een korte zin(nen)
2. maak er een zelfstandig naamwoord van:
ALERT
Slide 16 - Question ouverte
1. Geef de betekenis van onderstaand woord.
Gebruik in een korte zin(nen)
2. maak er een werkwoord van:
FLANK
KIND
Slide 17 - Question ouverte
1. Geef de betekenis van onderstaand woord.
Gebruik in een korte zin(nen)
2. maak er een zelfstandig naamwoord van:
BOYCOTTEN
KIND
Slide 18 - Question ouverte
1. Geef de betekenis van onderstaand woord.
2. maak er een zelfstandig naamwoord van:
LOYAAL
Slide 19 - Question ouverte
1. Geef de betekenis van onderstaand woord.
2. maak er een zelfstandig naamwoord van:
RENOVATIE
KIND
Slide 20 - Question ouverte
Maak van onderstaand zelfstandig naamwoord een bijvoeglijk naamwoord.
Slide 21 - Question ouverte
Maak van onderstaand zelfstandig naamwoord een bijvoeglijk naamwoord.
MOUW
Slide 22 - Question ouverte
Maak bij onderstaand grondwoord een goed voor- en achtervoegsel, zodat je een nieuw woord hebt.
SCHULD
Slide 23 - Question ouverte
Maak van onderstaand zelfstandig naamwoord een bijvoeglijk naamwoord.
HOOP
Slide 24 - Question ouverte
Maak van onderstaand zelfstandig naamwoord een bijvoeglijk naamwoord.
SCHULD
Slide 25 - Question ouverte
Maak van onderstaand zelfstandig naamwoord een bijvoeglijk naamwoord.
SPRAAK
Slide 26 - Question ouverte
Maak van onderstaand zelfstandig naamwoord een bijvoeglijk naamwoord.
KIND
Slide 27 - Question ouverte
Maak van onderstaand zelfstandig naamwoord een bijvoeglijk naamwoord.
WET
Slide 28 - Question ouverte
Maak van onderstaand zelfstandig naamwoord een bijvoeglijk naamwoord.
MOUW
Slide 29 - Question ouverte
Maak bij onderstaand grondwoord een goed voor- en achtervoegsel, zodat je een nieuw woord hebt.
SCHULD
Slide 30 - Question ouverte
Maak van onderstaand zelfstandig naamwoord een bijvoeglijk naamwoord.
HOOP
Slide 31 - Question ouverte
Maak van onderstaand zelfstandig naamwoord een bijvoeglijk naamwoord.
SCHULD
Slide 32 - Question ouverte
Maak van onderstaand zelfstandig naamwoord een bijvoeglijk naamwoord.
GELUK
Slide 33 - Question ouverte
Maak van onderstaand zelfstandig naamwoord een bijvoeglijk naamwoord.
WETENSCHAP
Slide 34 - Question ouverte
Nederland, België en Frankrijk
A
Nederlandse, Belgische en Frankische steden
B
Nederlandse, Belgse en Franse steden
C
De Nederlandse, Belgische en Franse vlag
D
De Nederlandse, Belgise en Frankische vlag
Slide 35 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Woorden H3- afleiding
January 2021
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Woorden 3.5 deel 2
February 2023
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
2tl hfd 4 voor- en achtervoegsels (klass) 1
February 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
3.5 Woorden - les 2
February 2025
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
OT opdr 27 tm 30
March 2023
- Leçon avec
10 diapositives
Havo 2 - Woordenschat H1
February 2021
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
M2 voorvoegsels en achtervoegsels, grondwoord, samenstelling
September 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
3.3.2. woordvorming grondwoord, samenstelling, afleiding
April 2024
- Leçon avec
40 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2