Les 5: Introductie Prehistorie en Oudheid (TV1 en 2)

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4,6

Les 5: introductie prehistorie en oudheid

opdracht

CHRONOLOGIE: 

INTRODUCTIE PREHISTORIE EN OUDHEID 

(TIJDVAK 1 EN 2) 

LEERDOELEN

- leren argumenteren en redeneren

-leren de dimensie tijd ervaren

-het nut van feitelijke kennis ervaren

-historisch denken

Wat: introductie op de periode tot aan 500 na Chr.

Hoe: in tweetallen doorloop je verschillende ronden waarin je ontwikkelingen, afbeeldingen en bronnen op de juiste plek moet leggen 

Waarom: op deze manier krijg je een eerste indruk van de prehistorie en oudheid en de kenmerkende aspecten die daarbij horen

RONDE 1

Bij de historische periodes de prehistorie en de oudheid (de periode tot 500 na Chr.) horen verschillende kenmerkende aspecten.

Deze vind je voor in je boek. 

Schrijf deze kenmerkende aspecten over onderin de tijdbalk.

Tijd van Jagers en Boeren

1. levenswijze jagers-verzamelaars

2. Ontstaan landbouw en landbouwsamenleving

3. Ontstaan eerste stedelijke gemeenschappen

Dit is de verkorte versie!!!!!!!

Gebeurtenissen RONDE 3 

De volgende  gebeurtenissen vonden allemaal plaats in de prehistorie en de oudheid. Plaats het nummer van de gebeurtenis op de juiste plek in de tijdbalk.

 

1.Jezus Christus zou volgens bijbelse bronnen in dit jaar zijn geboren. In zijn leven zij hij het joodse geloof hebben gepredikt onder de plaatselijke bevolking en nam het aantal volgelingen al snel toe.

2.Lange tijd was het Romeinse Rijk een Republiek, maar in dit jaar slaagde Octavianus erin het Romeinse keizerrijk te stichten. Hij werd daardoor de eerste Romeinse keizer Augustus

Gebeurtenissen RONDE 2 

1.Jezus Christus zou volgens bijbelse bronnen in dit jaar zijn geboren. In zijn leven zij hij het joodse geloof hebben gepredikt onder de plaatselijke bevolking en nam het aantal volgelingen al snel toe.

2.Lange tijd was het Romeinse Rijk een Republiek, maar in dit jaar slaagde Octavianus erin het Romeinse keizerrijk te stichten. Hij werd daardoor de eerste Romeinse keizer Augustus

3. In de Vruchtbare Halve Maan, in het tegenwoordige Syrië en Irak, lukte het jagers en verzamelaars om voor het eerst gewassen te verbouwen en daarmee een landbouwsamenleving te beginnen.

Gebeurtenissen RONDE 3 

1.Jezus Christus zou volgens bijbelse bronnen in dit jaar zijn geboren. In zijn leven zij hij het joodse geloof hebben gepredikt onder de plaatselijke bevolking en nam het aantal volgelingen al snel toe.

2.Lange tijd was het Romeinse Rijk een Republiek, maar in dit jaar slaagde Octavianus erin het Romeinse keizerrijk te stichten. Hij werd daardoor de eerste Romeinse keizer Augustus

3. In de Vruchtbare Halve Maan, in het tegenwoordige Syrië en Irak, lukte het jagers en verzamelaars om voor het eerst gewassen te verbouwen en daarmee een landbouwsamenleving te beginnen.

4.Het lukte de aristocraat Kleisthenes om de tirannen uit de Griekse stadstaat Athene te verjagen. Hierna stichtte hij in Athene een democratie.

5.Het ging steeds slechter met het Romeinse Rijk. Een verwoede poging om het rijk op te delen in een oostelijk en westelijk gedeelte mocht niet baten.

6.Keizer Constantijn maakte met het Edict van Milaan een einde aan de christenvervolgingen. Hij werd zelf een christenen het christendom werd op allerlei manieren bevoordeeld.

4.Het lukte de aristocraat Kleisthenes om de tirannen uit de Griekse stadstaat Athene te verjagen. Hierna stichtte hij in Athene een democratie.

5.Het ging steeds slechter met het Romeinse Rijk. Een verwoede poging om het rijk op te delen in een oostelijk en westelijk gedeelte mocht niet baten.

6.Keizer Constantijn maakte met het Edict van Milaan een einde aan de christenvervolgingen. Hij werd zelf een christenen het christendom werd op allerlei manieren bevoordeeld.

4.Het lukte de aristocraat Kleisthenes om de tirannen uit de Griekse stadstaat Athene te verjagen. Hierna stichtte hij in Athene een democratie.

5.Het ging steeds slechter met het Romeinse Rijk. Een verwoede poging om het rijk op te delen in een oostelijk en westelijk gedeelte mocht niet baten.

6.Keizer Constantijn maakte met het Edict van Milaan een einde aan de christenvervolgingen. Hij werd zelf een christenen het christendom werd op allerlei manieren bevoordeeld.

4.Het lukte de aristocraat Kleisthenes om de tirannen uit de Griekse stadstaat Athene te verjagen. Hierna stichtte hij in Athene een democratie.

5.Het ging steeds slechter met het Romeinse Rijk. Een verwoede poging om het rijk op te delen in een oostelijk en westelijk gedeelte mocht niet baten.

6.Keizer Constantijn maakte met het Edict van Milaan een einde aan de christenvervolgingen. Hij werd zelf een christenen het christendom werd op allerlei manieren bevoordeeld.

7. Germaanse barbaren, zoals ze door de Romeinen werden genoemd, lukte het om de Romeinen bij de slag in het Teutoburgerwoud te verslaan. De Romeinen durfden vanaf dat moment niet meer op Germaans terrein te komen.

8.In dit jaar werd de laatste West-Romeinse keizer afgezet.Het West-Romeinse Rijk zou vanaf nu uit elkaar vallen.

9.De stedelijke gemeenschap Uruk had in deze periode meerdan 50 000 inwoners.

8.In dit jaar werd de laatste West-Romeinse keizer afgezet.Het West-Romeinse Rijk zou vanaf nu uit elkaar vallen.

9.De stedelijke gemeenschap Uruk had in deze periode meerdan 50 000 inwoners.

Personen - RONDE 4

10. Deze man lukte het om aan het Romeinse Rijk grote stukken grondgebied toe te voegen. Zo slaagde hij er relatief snel in Gallië, het tegenwoordige Frankrijk, te veroveren.Na dit succes  wilde hij de macht naar zich toegrijpen.Hij wilde de macht hebben over het hele Romeinse Rijk.

11.Aan de vooravond van de beslissende slag tegen keizer Maxentius ontving hij in een droom een teken van Christus. Als hij het kruis op alle schilden van zijn soldaten zou laten schilderen, zou hij overwinnen.

12.Hij is de oudste bekendste individuele mens. Bergbeklimmers vonden zijn mummie enkele decennia geleden. Veelweet men ook weer niet van hem: was hij nou een jager of toch al een boer?

Personen - RONDE 4

10. Deze man lukte het om aan het Romeinse Rijk grote stukken grondgebied toe te voegen. Zo slaagde hij er relatief snel in Gallië, het tegenwoordige Frankrijk, te veroveren.Na dit succes  wilde hij de macht naar zich toegrijpen.Hij wilde de macht hebben over het hele Romeinse Rijk.

11.Aan de vooravond van de beslissende slag tegen keizer Maxentius ontving hij in een droom een teken van Christus. Als hij het kruis op alle schilden van zijn soldaten zou laten schilderen, zou hij overwinnen.

12.Hij is de oudste bekendste individuele mens. Bergbeklimmers vonden zijn mummie enkele decennia geleden. Veelweet men ook weer niet van hem: was hij nou een jager of toch al een boer?

Personen - RONDE 4

10. Deze man lukte het om aan het Romeinse Rijk grote stukken grondgebied toe te voegen. Zo slaagde hij er relatief snel in Gallië, het tegenwoordige Frankrijk, te veroveren.Na dit succes  wilde hij de macht naar zich toegrijpen.Hij wilde de macht hebben over het hele Romeinse Rijk.

11.Aan de vooravond van de beslissende slag tegen keizer Maxentius ontving hij in een droom een teken van Christus. Als hij het kruis op alle schilden van zijn soldaten zou laten schilderen, zou hij overwinnen.

12.Hij is de oudste bekendste individuele mens. Bergbeklimmers vonden zijn mummie enkele decennia geleden. Veelweet men ook weer niet van hem: was hij nou een jager of toch al een boer?

13. In de Griekse oudheid ontwikkelde de wetenschap zich sterk. Eén van de nieuwe wetenschappelijke onderwerpen was de filosofie. Deze man geloofde dat een ieder mens slimmer was dan dat hij eigenlijk zelf dacht. Maar door continu vragen te stellen aan een persoon, wordt hij of zij alsmaar slimmer.

14.Lange tijd in het Romeinse Rijk werden christenen niet geaccepteerd. Eén van de hevigste christenvervolgingen vonden plaats onder deze keizer. Volgens geruchten ging het zelfs zo ver dat hij besloot om Rome in brand te steken om de christenen daar de schuld van te kunnen geven.

15.De stad Rome wilde graag uitbreiden, onder andere in het Middellandse Zeegebied. Het was echter de Noord-Afrikaanse stad Carthago dat hier de macht had. Om de Romeinen te verslaan vertrok de Punische legerleider (van Carthago) met olifanten over de Alpen richting Rome.

13. In de Griekse oudheid ontwikkelde de wetenschap zich sterk. Eén van de nieuwe wetenschappelijke onderwerpen was de filosofie. Deze man geloofde dat een ieder mens slimmer was dan dat hij eigenlijk zelf dacht. Maar door continu vragen te stellen aan een persoon, wordt hij of zij alsmaar slimmer.

14.Lange tijd in het Romeinse Rijk werden christenen niet geaccepteerd. Eén van de hevigste christenvervolgingen vonden plaats onder deze keizer. Volgens geruchten ging het zelfs zo ver dat hij besloot om Rome in brand te steken om de christenen daar de schuld van te kunnen geven.

15.De stad Rome wilde graag uitbreiden, onder andere in het Middellandse Zeegebied. Het was echter de Noord-Afrikaanse stad Carthago dat hier de macht had. Om de Romeinen te verslaan vertrok de Punische legerleider (van Carthago) met olifanten over de Alpen richting Rome.

13. In de Griekse oudheid ontwikkelde de wetenschap zich sterk. Eén van de nieuwe wetenschappelijke onderwerpen was de filosofie. Deze man geloofde dat een ieder mens slimmer was dan dat hij eigenlijk zelf dacht. Maar door continu vragen te stellen aan een persoon, wordt hij of zij alsmaar slimmer.

14.Lange tijd in het Romeinse Rijk werden christenen niet geaccepteerd. Eén van de hevigste christenvervolgingen vonden plaats onder deze keizer. Volgens geruchten ging het zelfs zo ver dat hij besloot om Rome in brand te steken om de christenen daar de schuld van te kunnen geven.

15.De stad Rome wilde graag uitbreiden, onder andere in het Middellandse Zeegebied. Het was echter de Noord-Afrikaanse stad Carthago dat hier de macht had. Om de Romeinen te verslaan vertrok de Punische legerleider (van Carthago) met olifanten over de Alpen richting Rome.

Samenlevingen - RONDE 5

In de historische periodes de prehistorie en de oudheid zien we verschillende soorten samenlevingen terug, namelijk,

‘de landbouwstedelijke samenleving’, 

‘de landbouwsamenleving’ en 

‘de samenleving van jagers en verzamelaars’. 

Plaats deze namen op de juiste plek in de tijdbalk.

Afronding

Wat: wat heb je geleerd? 

Welke ontwikkelingen zie je?

Wat weet je nog van tijdvak 1?
(naam? tijd? thema? gebeurtenissen? kenmerken?, ka's? etc)