Woordenschat blok 5

• Woordenschat
• Basisschool
• Groep 6

Taal: blok 5: Les 5 herhaling

-Kennen wij de themawoorden/gezegdes en uitdrukkingen en de betekenis hiervan.

-Kunnen wij een correcte zin maken met de themawoorden/gezegdes en uitdrukkingen van blok 5.

Aan het einde van de les:

Welke woorden heb je onthouden?

Quiz regels

30 sec overlegtijd bij elke vraag (fluistertoon)

Bij een goed antwoord                         +1 

Bij een fout antwoord                             0

Bij het verstoren van de les                 - 1

Winnaars                           20 pt 

Individuele vragen          2 pt

Welke gezegde past er bij:
Iets kunnen verzinnen zonder er moeite voor te doen.

Welke gezegde hoort bij de betekenis:
Iets nog moeten doen

1. Iets door een roze bril bekijken
2. Iets voor de boeg hebben
3. Als de bliksem
4. Je uit de voeten maken

Amper

van pas komen

In de put zitten

Spaak lopen

Verdrietig zijn

Goed te gebruiken zijn

Nog maar net

Mislukken

Welk gezegde hoort bij de betekenis:   

Geen idee hebben         

Welke gezegde hoort bij de betekenis:
Heel blij zijn

1. Er vroeg bij zijn
2. In de weer zijn
3. In de wolken zijn

Welk woord past bij het plaatje?

Welk woord past het best bij het plaatje?

           Wat wordt er bedoeld met het gezegde                      Op de loer liggen?

De betekenis van een koud kunstje is: iets wat makkelijk is.

1. Waar
2. Niet waar

Wat betekent de uitdrukking:
aantonen?

1. Goed kunnen werken
2. Snel kunnen werken
3. Ergens spelen
4. Laten zien dat iets zo is

Door welk ander woord kan het dikgedrukte woord worden veranderd?

''Voor ze de bank gaan beroven, gaan de boeven eerst een plan bedenken.''

Wat betekent de uitdrukking: Je oren spitsen?

1. Niet verder praten over iets
2. Iets moeten doen
3. Opeens aandachtig luisteren
4. Denken dat iets waar is

Welke zin is goed en welke zin is fout?

Er staat ee bord met ''Duitsland'' aan de grens.

Hij verdient weinig geld, hierdoor leeft hij op grote voeten.

Goed

Fout

Je maakt 3 zinnen met elk één themawoord/gezegde erin. 

Mix & Match je loopt rond in de klas en zoekt een maatje, je leest allebei één zin op en geeft elkaar feedback. (2x)

Duimpje omhoog of duimpje omlaag

Heb jij een correcte zin ?