3H Rekenen met massaverhoudingen

Rekenen aan reacties met massaverhoudingen

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Rekenen aan reacties met massaverhoudingen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef de molecuulformule van
fosforpentachloride

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de juiste naam van
N2O
A
distikstofoxide
B
stikstofdioxide
C
distikstofdioxide
D
distikstofmono-oxide

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

SO RVs maandag 31-1 4de lesuur (dalton) 
Wie:
Verplicht als PW H2 <5,5, rest mag  
Inhoud SO: 5 RVs Weging: 1x 
Je moet dus het hele (!) gekleurde stencil kennen (dus ook bv ammoniak = NH3)
Tip:
Taak week 47-49 EN taak week 2 serieus maken

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Magnesium en chloor reageren tot magnesiumchloride (MgCl2) in de massaverhouding 1 : 3.
1. Geef de reactievergelijking.

Slide 8 - Question ouverte

Mg + Cl2 → MgCl2

Slide 9 - Diapositive

2) massa chloor = 6 x 3 / 1 = 18 gram
Magnesium en chloor reageren tot magnesiumchloride (MgCl2) in de massaverhouding 1 : 3.
3. Bereken hoeveel gram magnesium reageert met 13 g
chloor. (Geef je antwoord zonder eenheid, met 1 decimaal)

Slide 10 - Question ouverte

massa Mg = 13 x 1 / 3 = 4,3 gram

Slide 11 - Diapositive

massa MgCl2 = 13 x 4 / 1 = 52 g
of 
massa Cl2 = 13x3/1=39
massa MgCl2 = 13+39 = 52 g
Magnesium en chloor reageren tot magnesiumchloride (MgCl2) in de massaverhouding 1 : 3.
5. Bereken hoeveel liter chloor nodig is om 14 g vast magnesiumchloride
te maken uit magnesium en chloor.
Chloor heeft een dichtheid van 3,2 g / L.

Slide 12 - Question ouverte

m Cl2 = 14 x 3 / 4 = 10,5 g 
 V Cl2 = 10,5 / 3,2 = 3,3 L 
Natriumazide ( NaN3 ) reageert in een airbag zeer snel tot de niet-ontleedbare stoffen. Geef de RV.

Slide 13 - Question ouverte

2 NaN3 → 2 Na + 3 N2
Deze reactie van natriumazide is een:
A
verbrandingsreactie
B
ontledingsreactie
C
vormingsreactie
D
aantoningsreactie

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereken hoeveel liter stikstof ontstaat bij de ontleding van 60 g natriumazide.
De massaverhouding natrium : stikstof = 2 : 3,6
De dichtheid van stikstof is 1,25 g per L.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

V N2 = ? L die ontstaat bij de ontleding van 60 g natriumazide.
massaverhouding natrium : stikstof = 2 : 3,6 ; ρ N2 = 1,25 g per L.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aluminiumoxide ( Al2O3 ) wordt gevormd uit de niet-ontleedbare stoffen. Geef de RV.

Slide 17 - Question ouverte

4 Al + 3 O2 → 2 Al2O3
Bereken hoeveel L zuurstof nodig is om 5 m3 aluminium volledig te laten reageren tot Al2O3.
ρ aluminium= 2,7 g per cm3 ; ρ zuurstof= 1,43 g per L;
Massaverhouding aluminium : zuurstof = 9 : 8

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

V_O2 in L, nodig om 5 m3 Al volledig te laten reageren tot Al2O3
ρ Al = 2,7 g per cm3; ρ O2 = 1,43 g per L; Al : O2 = 9 : 8  

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het gebruik van LessonUp in deze les was...
A
Een ware toevoeging!
B
Wel leuk
C
Niet echt handig
D
Doe maar niet meer

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions