Literarische Texte

Literarische Texte
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 1 min

Éléments de cette leçon

Literarische Texte

Slide 1 - Diapositive

Welche literarische Texte behandeln wir


Märchen
Fabel
Legende
Sage 
Akrostichon

Slide 2 - Diapositive

Was ist ein Text
Man kann zwischen Sachtexten und literarischen Texten unterschieden. Literarische Texte sind frei erfunden, die Figuren, Orte und Schauplätze darin kann es geben, muss es aber nicht. 

Slide 3 - Diapositive

Geef een voorbeeld van een Sachtext.

Slide 4 - Question ouverte

das Märchen

In Märchen passieren ständig wundersame Dinge: Menschen können zaubern oder Tiere sprechen.  Märchen sind erfundene Geschichten, die früher weitererzählt und später von u.a.  den Gebrüdern Grimm aufgeschrieben wurden. Die Anfangs- und Schlussformeln „Es war einmal“ oder „Und wenn sie nicht gestorben sind, dann leben sie noch heute“ sind märchentypische Merkmale. 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Auftrage
1. Zoek uit wat het belang van de Gebroeuders Grimm is geweest voor de Duitstalige literatuur.
2. Neem de kenmerken van een sprookje voor jezelf in aantekening.
3. Haal deze kenmerken uit het sprookje van jullie tweetal.
Doe schriftelijk verslag + onderstreep/highlight de kenmerken
in het sprookje.

Slide 7 - Diapositive

die Märchen 
1. Marienkind
2. Der Hund und der Sperling
3. Aschenputtel
4 Allerleirauh
5. Frau Holle
6. Rotkäppchen


Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Films

Slide 10 - Diapositive

Reclame

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Reclame en mode

Slide 13 - Diapositive

Hoe komt het dat filmmakers, ontwerpers, reclamemakers, humoristen enz. steeds weer naar die klassieke sprookjes teruggrijpen?

Slide 14 - Carte mentale

Oefening 2
Kijk het filmpje en bedenk ondertussen:

-> Wie of wat de protagonist is.
-> Wie of wat de antagonist is.
-> Wat het conflict is.
-> Wat de plotvraag is: waar ben je als publiek benieuwd naar?


Slide 15 - Diapositive