Ordenen dieren

ORDENEN
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

ORDENEN

Slide 1 - Diapositive

Wat is een soort

Slide 2 - Carte mentale

Tot welk domein horen de dieren
A
organismen
B
archaea
C
bacteriën
D
eukaryoten

Slide 3 - Quiz

In welke vier rijken worden eukaryoten ingedeeld?
A
planten, dieren, mensen, organismen
B
planten, dieren, schimmels, protisten
C
dieren, planten schimmels, bacteriën,
D
schimmels, bacteriën, dieren, mensen.

Slide 4 - Quiz

Wat zijn de 4 argumenten voor evolutie

Slide 5 - Carte mentale

Organismen worden ingedeeld in vier grote groepen:


bacterien
schimmels
planten
dieren

Slide 6 - Diapositive

Bij het indelen van de vier grote groepen let je op de kenmerken van cellen.

Slide 7 - Diapositive

Indeling cellen
  • celkern
  • celwand
  • bladgroenkorrels

Slide 8 - Diapositive

Bacteriën hebben celkernen
A
Juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Dieren hebben cellen met celwanden
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Bladgroenkorrels worden als kenmerk gebruikt om organismen in te delen in rijken
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

 bacterien

Slide 12 - Diapositive

Bacterien

  • komen overal voor 
  • bestaan uit een cel
  • en planten zich voort door deling
  • ze kunnen nuttig zijn en schadelijk

Slide 13 - Diapositive

Schimmels

Slide 14 - Diapositive

Schimmels
  • eencellige en meercellige schimmels
  • meercellige schimmels bestaan uit schimmeldraden
  • voortplanting schimmels door sporen
  • schimmels kunnen nuttig en schadelijk zijn

Slide 15 - Diapositive

Is een champignon een plant of een schimmel
A
plant
B
schimmel

Slide 16 - Quiz

Hoe planten bacteriën zich voort?
door:
A
deling
B
eieren
C
sporen
D
zaden

Slide 17 - Quiz

Zijn schimmels opgebouwd uit lange dunne draden of uit wortels
A
Uit lange dunne draden
B
uit wortels,stengels en bladeren

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Planten
  • hebben wortels, stengels en bladeren
  • twee groepen sporenplanten en zaadplanten
  • sporenplanten hebben geen bloemen
  • zaadplanten kunnen bloemen hebben

Slide 20 - Diapositive

Hier zien we een...
A
Bedektzadige
B
Naaktzadige
C
Sporenplant
D
Alg of wier.

Slide 21 - Quiz

Geef een voorbeeld van een bedektzadige plant

Slide 22 - Question ouverte

Een dennenappel is een voorbeeld van een...
A
Naaktzadige
B
Bedektzadige
C
Algen of wieren
D
Sporenplanten

Slide 23 - Quiz

Een brandnetel is een
A
Naaktzadige
B
Bedektzadige

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Vidéo

Skelet

  • stevige delen van een dier
  • het skelet is een kenmerk om dieren te ordenen
  • wervelkolom een deel van het inwendig skelet
  • de wervelkolom is een kenmerk van gewervelde dieren
  • dier zonder wervelkolom noem je ongewerveld

Slide 26 - Diapositive

inwendig skelet

Slide 27 - Diapositive

Een inwendig skelet zit aan de binnenkant van het lichaam
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

Bij het ordenen van dieren wordt het skelet als kenmerk gebruikt
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

Ordenen Dieren
  • Gewervelde dieren zijn ingedeel in vijf groepen
  • Vissen
  • Amfibieen
  • reptielen
  • vogels
  • zoogdieren

Slide 30 - Diapositive

Welk dier is warmbloedig?
A
alleen de ijsvogel
B
de ijsvogel en de vleermuis
C
de ijsvogel, de vleermuis en de pinguin
D
alle vier

Slide 31 - Quiz

In welke groep(en) halen de dieren adem met longen?
12
A
alleen zoogdieren
B
vogels en zoogdieren
C
reptielen, vogels en zoogdieren
D
amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren

Slide 32 - Quiz

In welke groep van de gewervelden komen de jonge dieren uit de moeder?
10

Slide 33 - Question ouverte

Tot welke groep van de gewervelden behoort een ringslang?
A
reptielen
B
amfibieën
C
zoogdieren
D
vogels

Slide 34 - Quiz

Een hagedis is een reptiel, gebruikt hij kieuwen om adem te halen
A
ja
B
nee

Slide 35 - Quiz

Organismen indelen

Slide 36 - Diapositive

Je gaat een zeepaardje in een groep indelen. Waar kijk je naar
A
naar zijn naam
B
Of hij in Italie leeft
C
of hij zeewier eet
D
Of hij kieuwen heeft

Slide 37 - Quiz

Welke kenmerken hebben reptielen
A
kieuwen
B
schubben
C
slijm
D
veren

Slide 38 - Quiz

Je gaat een koe in een groep indelen
Waar kijk je naar?
A
naar zijn naam
B
of hij gras eet
C
Of hij haren heeft
D
Of hij in Nederland leeft

Slide 39 - Quiz