Week 6: Ordening oefening

ORDENEN
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

ORDENEN

Slide 1 - Diapositive

In welke vier rijken worden organismen ingedeeld?
A
Planten, dieren, mensen, auto's
B
Planten, dieren, schimmels, bacteriën
C
Dieren, Schimmels, Bacterien,
D
Schimmels, Bacterien, dieren, schimmels.

Slide 2 - Quiz

Organismen worden ingedeeld in vier grote groepen:


bacterien
schimmels
planten
dieren

Slide 3 - Diapositive

Bij het indelen van de vier grote groepen let je op de kenmerken van cellen.

Slide 4 - Diapositive

Indeling cellen
  • celkern
  • celwand
  • bladgroenkorrels

Slide 5 - Diapositive

Bacteriën hebben celkernen
A
Juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Dieren hebben cellen met celwanden
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Bladgroenkorrels worden als kenmerk gebruikt om organismen in te delen in rijken
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

 bacterien

Slide 9 - Diapositive

Bacterien

  • komen overal voor 
  • bestaan uit een cel
  • en planten zich voort door deling
  • ze kunnen nuttig zijn en schadelijk

Slide 10 - Diapositive

Schimmels

Slide 11 - Diapositive

Schimmels
  • eencellige en meercellige schimmels
  • meercellige schimmels bestaan uit schimmeldraden
  • voortplanting schimmels door sporen
  • schimmels kunnen nuttig en schadelijk zijn

Slide 12 - Diapositive

Is een champignon een plant of een schimmel
A
plant
B
schimmel

Slide 13 - Quiz

Hoe planten bacteriën zich voort?
door:
A
deling
B
eieren
C
sporen
D
zaden

Slide 14 - Quiz

Zijn schimmels opgebouwd uit lange dunne draden of uit wortels
A
Uit lange dunne draden
B
uit wortels,stengels en bladeren

Slide 15 - Quiz

Planten
  • hebben wortels, stengels en bladeren
  • twee groepen sporenplanten en zaadplanten
  • sporenplanten hebben geen bloemen
  • zaadplanten kunnen bloemen hebben

Slide 16 - Diapositive

Hier zien we een...
A
Bedektzadige
B
Naaktzadige
C
Sporenplant
D
Alg of wier.

Slide 17 - Quiz

Een dennenappel is een voorbeeld van een...
A
Zaadplant
B
sporenplant

Slide 18 - Quiz

Skelet

  • stevige delen van een dier
  • het skelet is een kenmerk om dieren te ordenen
  • wervelkolom een deel van het inwendig skelet
  • de wervelkolom is een kenmerk van gewervelde dieren
  • dier zonder wervelkolom noem je ongewerveld

Slide 19 - Diapositive

inwendig skelet

Slide 20 - Diapositive

Een inwendig skelet zit aan de binnenkant van het lichaam
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Bij het ordenen van dieren wordt het skelet als kenmerk gebruikt
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

Ordenen Dieren
  • Gewervelde dieren zijn ingedeel in vijf groepen
  • Vissen
  • Amfibieen
  • reptielen
  • vogels
  • zoogdieren

Slide 23 - Diapositive

Een zeester is meerzijdig symmetrisch
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quiz

Organismen indelen

Slide 25 - Diapositive

Je gaat een zeepaardje in een groep indelen. Waar kijk je naar
A
naar zijn naam
B
Of hij in Italie leeft
C
of hij een inwendige of uitwendige skelet heeft
D
Of hij kieuwen heeft

Slide 26 - Quiz