Les 2 Zo werkt dat instructies lezen en opvolgen

Vorige keer
  • 3 communicatiedoelen 
  • 4 manieren van lezen onderscheiden
  • leesstrategie 
  • doel, soort en vorm

Vragen huiswerk/ bespreken
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vorige keer
  • 3 communicatiedoelen 
  • 4 manieren van lezen onderscheiden
  • leesstrategie 
  • doel, soort en vorm

Vragen huiswerk/ bespreken

Slide 1 - Diapositive

Welke instructieve teksten zijn er op je stage of werk?

Slide 2 - Question ouverte

Lesdoelen
Aan het eind van de les:
  • weet ik de functies van beeldtaal en schema's
  • kan ik de kenmerken van een instructieve tekst herkennen
  • weet ik het doel van een tekststructuur
  • kan ik alinea's en kernzinnen onderscheiden
  • weet ik de functie tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 3 - Diapositive

Beeldtaal en schema's
  • Beeld in teksten: verduidelijking/
    aantrekkelijker
  • Infographic
  • Schema's: helpen begrijpen
    belangrijke teksten

Slide 4 - Diapositive

Instructie/ gebruiksaanwijzing
  • Kort en overzichtelijk
  • Weinig tekst, plaatjes maken duidelijk wat te doen
  • Taalgebruik past bij de doelgroep
Voorbeeld betaalpas activeren
  1. Log in op Mijn ING
  2. Selecteer de te activeren de Betaalpas en volg de stappen
  3. Bevestig de activatie met een code

Slide 5 - Diapositive

Tekststructuur
  • Delen van een tekst die bij elkaar horen staan bij elkaar.
  • Onderwerp en de hoofdvraag bepalen de structuur.
  • Oorzaak/ gevolgstructuur
  • Overeenkomst/ verschilstructuur
  • Probleem/ oplossingsstructuur
  • Verleden/nu/toekomststructuur
  • Voordeel/nadeel en vraag/antwoordstructuur

Slide 6 - Diapositive

Alinea's en kernzinnen
  • Alinea's witregel boven en onder of inspringen 
  • Inhoud hoort bij elkaar, deelonderwerp,
    (hetzelfde gedachte-eenheid)
  •  Kernzinnen: inhoudelijk belangrijkste zin van alinea (begin of eind)

Slide 7 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden 1
Tekstverband
Signaalwoorden
Tegenstelling
Maar, toch, echter, hoewel
Opsomming
En, bovendien, verder, ten eerste, ook, ten slotte, daarnaast, tevens
Samenvatting
kortom, al met al
Conclusie
dus, hieruit volgt, dan ook

Slide 8 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden 2
Tekstverband
Signaalwoorden
Vergelijking
zoals, evenals, net zo, als
Toelichting/ uitleg
zo, zoals, bijvoorbeeld, ter illustratie, met andere woorden
Voorwaarde
als, indien, mits, tenzij, wanneer
Tijd/ chronologie
vroeger, nu, eerst, later, nadat, inmiddels, daarna, dan, tijdens

Slide 9 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden 3
Tekstverband
Signaalwoorden
Oorzaak- gevolg
doordat, waardoor, daardoor, te danken/wijten aan, zodat
Reden- verklaring
omdat, daarom, want, namelijk, immers, aangezien
Doel- middel
om, daartoe, opdat, om te, met behulp van, door middel van

Slide 10 - Diapositive

Evalueren
Aan het eind van de les:
  • ik weet de functies van beeldtaal en schema's
  • ik kan de kenmerken van een instructieve tekst herkennen
  • ik weet het doel van een tekststructuur
  • ik kan alinea's en kernzinnen onderscheiden
  • ik weet de functie tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 11 - Diapositive

Volgende keer
  • Hoe kijk je naar een instructievideo?

Slide 12 - Diapositive

Maken
Thema: Instructies en procedures
Taak 11: Zo werkt dat: instructies lezen en opvolgen 2F
Opdracht: online 4, 5, 7
Boek: 2, 6 + examentraining


Slide 13 - Diapositive