All Right MAX, leerjaar 1v, unit 1.4

All Right MAX Unit 1.4: Reading
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

All Right MAX Unit 1.4: Reading

Slide 1 - Diapositive

         Today:
  • We learn words that are related to hobbies
  • Grammar "to be"





Slide 2 - Diapositive

What is your hobby?

Slide 3 - Carte mentale

5

Slide 4 - Vidéo

00:37
Welke hobby zit er achter de tegels?

Slide 5 - Question ouverte

01:02
Welke hobby zit er achter de tegels?
A
B
C
D

Slide 6 - Quiz

01:31
Welke hobby zit er achter de tegels?
Laat zien met een foto....

Slide 7 - Question ouverte

01:57
Welke hobby zit er achter de tegels?
A
Take a picture
B
go for a hike
C
play soccer
D
play hockey

Slide 8 - Quiz

02:38
Do you like to take pictures?
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Sondage

We gaan samen kijken naar opdracht:

                           1 t/m 4 van unit 1.4


Aan de slag...
je laptop staat dicht op tafel!

Slide 10 - Diapositive

And now it's your turn.....
Je gaat inloggen via Magister:

  • Pak je laptop er weer bij
  • Open je magister
  • Ga naar leermiddelen en open: All Right MAX
  • Klik op Unit 1.4 (reading)
  • Maak opdracht 1 t/m 4 

Slide 11 - Diapositive

Het werkwoord 'to be'

Slide 12 - Diapositive

To be... or not to be...

Slide 13 - Diapositive

Wat betekent het werkwoord 'to be'?
'To be' is het werkwoord 'zijn'.
I                 am
He             is
She           is
It                is
You           are
We            are
You           are 
They         are

Slide 14 - Diapositive

Vormen van 'to be'



In de tegenwoordige tijd heb je drie vormen van 'to be', namelijk:
am, are & is

Voorbeelden:
I am the best                                   He is the best                   You are the best
Am hoort bij
I
Are hoort bij
you, we, they & you
Is hoort bij
he, she & it

Slide 15 - Diapositive

Wanneer gebruik je het werkwoord 'to be'?
Het werkwoord 'to be' gebruiken we bij:
  • Persoonlijke voornaamwoorden

Voorbeelden:
We are family                      She is my sister                 It is broken

  • Zelfstandige naamwoorden

Voorbeelden:
John is my best friend                The cat is tired                     The car is very fast

Slide 16 - Diapositive

Het werkwoord 'to be' afkorten
Je kunt het werkwoord 'to be' ook afkorten.


I am the best                 --> I'm the best
You are the best          --> You're the best
She is the best             --> She's the best
Dit kan alleen bij persoonlijke voornaamwoorden

Slide 17 - Diapositive

Welke vorm van 'to be' hoort bij welk persoonlijk voornaamwoord?
are
am
is
I
he, she & it
you, we, they & you

Slide 18 - Question de remorquage

Slide 19 - Vidéo

We ... watching TV
A
am
B
are
C
is

Slide 20 - Quiz

The car ... really fast
A
am
B
are
C
is

Slide 21 - Quiz

David and Jan ... eating cookies
A
am
B
are
C
is

Slide 22 - Quiz

I ... very bored
A
am
B
are
C
is

Slide 23 - Quiz

welke vorm van to be hoort bij
YOU
A
am
B
are
C
be
D
is

Slide 24 - Quiz

welke vorm van to be hoort bij
HE/SHE/IT

A
are
B
am
C
be
D
is

Slide 25 - Quiz

welke vorm van to be hoort bij
I
A
is
B
are
C
am
D
be

Slide 26 - Quiz

welke vorm van to be hoort bij
WE
A
be
B
am
C
is
D
are

Slide 27 - Quiz

welke vorm van to be hoort bij
they
A
is
B
are
C
be
D
am

Slide 28 - Quiz

Ff checken

Slide 29 - Diapositive