Blok 2, week 3, les 1

• Spelling
• Basisschool
• Groep 4

Spelling

Blok 2, week 3, les 1

Je wisbordje en stift ligt voor je op tafel. 

Lesdoel

Ik ken de regel van het aai-ooi-oei-woord.

Opfrissen

Week 1 en 2

-eer 

-oor 

-eur 

verkeer

heerlijk

eekhoorn

geur

schoorsteen

zeurpiet

onweer

koorts

Voorbeeld: de plank - de bank  - dank

Aai-ooi-oei woord: Ik hoor de j maar ik schrijf de i.

Wie kent er een aai-ooi-oei woord?

Welk woord hoort bij deze categorie

aai/ooi/oei

1. rapen
2. strooien
3. bloemen
4. glas

Welke regel hoort bij het
aai-ooi-oei-woord?

1. Je hoort de i maar je schrijft de j
2. Je hoort de j maar je schrijft de i
3. Er mag geen g tussen
4. Er mag geen u tussen

Welk woord is geen
aai-ooi-oei woord?

1. maai
2. kooi
3. foei
4. steel

Maak 3 rijen op je wisbordje. 

Schrijf de woordende juiste rij. 

aai

ooi

oei

haai

boei

mooi

lawaai

groeien

het dooit

dooier

saai

sproeien

hooi

Visueel dictee

Lesdoel

Ik ken de regel van het aai-ooi-oei-woord.

Ik heb het lesdoel behaald:
Ik ken de regel van het aai-ooi-oei woord

😒🙁😐🙂😃