De zorgvrager met autisme

• Werken met het plan
• MBO
• Studiejaar 2

Werken met het plan, doelgroepen

De mens met ASS

Anders II

Ik weet het wel, ik voel het toch:

al doe je nog zo aardig

in wezen vind je mij maar eng

of minstens eigenaardig

Geloof me nou, ik doe mijn best

maar ben niet zo slagvaardig

en voel de dingen anders aan;

dat lijkt wel eens merkwaardig.

Maar dat besef van anders zijn

kan soms behoorlijk schrijnen

Lesdoelen

• De student kent de betekenis van ASS.
• De student herkent mensen in de BPV met ASS
• De student weet wat belangrijke aandachtspunten zijn in de begeleiding van mensen met ASS.  

Wat weet jij van autisme?

Je gaat een mindmap maken over autisme en krijgt hiervoor drie minuten de tijd.

Daarna wissel je je mindmap uit met iemand die naast je zit. Deze vult jouw mindmap aan. 

'Kruip in de huid van'

Schrijf gedurende de les op wat een zorgvrager met autisme ervaart en hoe jij deze zorgvrager het beste kan begeleiden hierin. 

VR-bril

Je gaat door middel van een VR-bril ervaren wat een zorgvrager met ASS ervaart.

Je gaat naar youtube.com en zoekt op autisme vr. Je gaat het tweede en vierde video bekijken. 

Klik op het icoontje van de VR-bril bij de tweede video. 

Beantwoord na het kijken van de video's de volgende vragen:

- Wat doet de video met je? 

- Wat heb je ervaren?

- Wat neem je mee naar de begeleiding van een zorgvrager met een stoornis in het autistisch spectrum?

Je mag meer video's bekijken (de eerste bijvoorbeeld). 

Wat deed het bekijken van de VR-video met je?

Wat heb je ervaren (wat ervaart iemand met autisme)?

De mens met ASS

Je gaat samen met een medestudent een portret maken van een zorgvrager met ASS. Je gaat dit portret op de computer maken. 

Je werkt hierbij aan de volgende twee lesdoelen:

• Je benoemt de kenmerken van ASS.
• Je benoemt de sterkte punten van mensen met ASS.

Tijd: 15 minuten.

De mens met ASS

• Ze hebben een goed oog voor detail;
• Ze zijn eerlijk;
• Recht door zee;
• Analytisch 
• Hardwerkend.

Ze hebben moeite met overzicht houden en sociale contacten. Ze hebben een opvallend beperkt aantal interesses of activiteiten. 

DSM V

Autisme Spectrum Stoornis

DSM-criteria onder andere:

- problemen op het gebied van sociale communicatie en sociale interactie;

- beperkte, repetitieve gedragspatronen, interesses of activiteiten;

- over- of ondergevoeligheid voor zintuigelijke prikkels. 

Behandelingen

• Psycho-educatie
• Cognitieve gedragstherapie

Medicatie

Begeleiding

• Vaste routines
• Begrijpelijk communiceren 
• Continuïteit in het dagprogramma

Zeg wat je doet, en doe wat je zegt

Zo ben je betrouwbaar en voorspelbaar

Tips

• Maak gebruik van concrete, letterlijke en volledige communicatie.
• Praat rustig en duidelijk.
• Maak gebruik van duidelijke instructies, een planning of een schema.
• Probeer humor (en in het bijzonder sarcasme) te vermijden.
• Als je iets hebt uitgelegd dan is het zinvol om na te gaan of het begrepen is. 
• Probeer fysiek contact (en soms ook oogcontact) te vermijden.
• Anticipeer op de veranderingen in de omgeving van iemand met autisme. 

'Kruip in de huid van' (afronding)

Terugblik op deze les