3 havo les 17 meningen en argumenten

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

betoog
argument
conclusie
bestand is tegen
immuun
wat is een betoog?

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Een mening

Een mening is wat een persoon van iets vindt.
Meningen verschillen vaak. 
De één vindt sushi lekker, de ander vindt dat niet. Dat zijn meningen. 
Andere woorden voor mening zijn: standpunt, oordeel, opinie en opvatting.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

ARGUMENT

- Reden: waarom je iets vindt



Als je een mening hebt over iets, dan moet je altijd één of meerdere argumenten noemen:
   - Ik vind dit zo, omdat……….
   - Ik vind dit ,want……..

 (want en omdat zijn signaalwoorden)

Slide 7 - Diapositive

Een argument
  • Argumenten gebruik je om je mening te onderbouwen.
  • Kortom: Wat zijn jouw redenen om de mening te vormen die je hebt. 
  • Een argument herken je vaak aan de signaalwoorden: omdat, want , immers en namelijk.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

FEIT

- Uitspraak over iets wat waar of onwaar is


Controleerbaar

Je kunt altijd controleren of een feitenuitspraak waar of niet waar is

Slide 10 - Diapositive

Staat hier een feit, mening of argument?

Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 11 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 12 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Als je te laat bent, dan moet je je melden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 13 - Quiz


A
mening omdat het beter is voor het milieu
B
mening ik vind het belangrijk om kleding tweedehands te kopen

Slide 14 - Quiz


A
mening je kunt maar beter paracetamol nemen
B
mening het is verstandig om je regenjas mee te nemen

Slide 15 - Quiz


A
mening je regenjas meenemen
B
mening het regent

Slide 16 - Quiz


A
arguementt= je moet goed leren
B
argument je krijgt morgen een toets

Slide 17 - Quiz


A
mening intergratie werkt beter als zij met open armen ontvangen worden
B
mening het is een slecht idee om immigranten vijandig te behandelen

Slide 18 - Quiz


A
mening je moet snel tickets kopen
B
mening de concerten zijn namelijk altijd snel uitverkocht

Slide 19 - Quiz


A
argument stilzitten is ongezond
B
argument Bij een blokuur zou iedereen tussendoor even een rondje door het lokaal moeten lopen.

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive


Slide 22 - Question ouverte


Slide 23 - Question ouverte


Slide 24 - Question ouverte


Slide 25 - Question ouverte


Slide 26 - Question ouverte


Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Diapositive


Slide 29 - Question ouverte


Slide 30 - Question ouverte