Les 1: basis Hygiëne

Basis hygiëne
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Basis hygiëne

Slide 1 - Diapositive

In deze les behandelen we:
  • Persoonlijke hygiëne
  • Bedrijfs hygiëne

Slide 2 - Diapositive

Doel van deze Les:
Na deze les kun je uitleggen :
  • Wat basis hygiëne inhoud.
  • Het verschil vertellen tussen persoonlijke en bedrijfs hygiëne.
  • Wat bedrijfs hygiëne inhoud.
  • Uitleggen wat belangrijk is bij handen wassen

Slide 3 - Diapositive

Wat verstaan we onder hygiëne

Slide 4 - Carte mentale

Persoonlijke hygiëne
Thuis:
  • Douchen
  • Tanden poetsen
  • Schone kleding
  • Schone handen en nagels

Slide 5 - Diapositive

Persoonlijke hygiëne
Op het werk:
  • Kort haar of in een staart ( soms ook een koksmuts of petje)
  • Schone bedrijfs kleding
  • Schone handen en nagels ( Kort geknipt, geen nagellak )
  • Geen sieraden of horloges.
  • Regelmatig handen wassen

Slide 6 - Diapositive

Opdracht: zoek op internet 
1 Ga in een groepje van twee zitten
2 Zoek een methode voor handen wassen
Schrijf de stappen die je moet doen op
3 Momenten voor handen wassen
Selecteer de momenten die betrekking hebben op de keuken en schrijf deze op
Deze onderwerpen kun je onder andere vinden op de site van het voedingscentrum


Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Bedrijfs hygiëne
Onder bedrijfshygiëne verstaan we:
  • De ruimte> vloer, wanden, deuren, ramen, plafond, en apparatuur is schoon
  • Werkbanken zijn schoon.
  • Ingrediënten en producten zijn op de juiste manier bewaard.
  • Op de vloer zijn geen ingrediënten of materialen geplaatst
  • Ingrediënten worden op een veilige manier verwerkt.

Slide 9 - Diapositive

Bedrijfs hygiëne
Ingrediënten en producten zijn op de juiste manier bewaard:
  • In magazijn > Droog en afgesloten
  • In koeling > 6 graden of kouder  ( algemeen voor  bederfelijke ingrediënten)
  • In koeling > 4 graden of kouder  ( kip en vis)
  • In vriezer > kouder dan min 18 graden

Slide 10 - Diapositive

Wat zijn belangrijke aspecten van handen wassen?
A
Alleen handen wassen met water
B
Gebruik van een goede handenwas methode
C
Handen wassen op relevante momenten
D
Langdurig handen wassen

Slide 11 - Quiz

Wat omvat bedrijfshygiëne?
A
Veilige verwerking van ingrediënten
B
Goede opslag van ingrediënten en producten
C
Onverzorgde werkbanken
D
Schoonmaken van de ruimte en apparatuur

Slide 12 - Quiz

Wat zijn enkele aspecten van persoonlijke hygiëne?
A
Schone handen en nagels
B
Tanden poetsen
C
Douchen
D
Schone kleding

Slide 13 - Quiz

opdracht
Ga in groepjes van twee zitten en:

  • Kijk naar de volgende film 
  • Schrijf zoveel mogelijk gevaren op die je hoort en ziet.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

welk antwoord is fout:
Onder persoonlijke hygiëne verstaan we?
A
Haar in een staart.
B
Schone bedrijfskleding
C
Gelakte nagels
D
Douchen.

Slide 16 - Quiz

Wat mag je niet op de vloer plaatsen?
A
Kratten
B
Een werkbank
C
Etenswaren
D
Machines

Slide 17 - Quiz

Hygiëne in de koelkast is essentieel om voedselveiligheid te waarborgen en te voorkomen dat bacteriën en andere ziekteverwekkers zich kunnen ontwikkelen. Hier zijn enkele belangrijke punten om rekening mee te houden voor een hygiënische koelkast:

Slide 18 - Diapositive

1. Temperatuurinstellingen van de koelkast:Zorg dat de koelkast is ingesteld op een temperatuur van 4°C of lager. Dit helpt de groei van bacteriën te verminderen.

2. Maak een koelkast regelmatig schoon:
Maak de koelkast regelmatig schoon, minstens eens per maand. Gebruik een mengsel van warm water en milde zeep of een verdunde azijnoplossing. Verwijder gemorste voeding onmiddellijk om schimmel- en bacteriegroei te voorkomen.

Slide 19 - Diapositive

Hoe koel moet een koelkast zijn
A
Onder de 10 graden
B
Minstens min 18 graden
C
4 graden
D
0 graden

Slide 20 - Quiz

Als we ingrediënten goed hygiënisch verwerken in de keuken dan maken we een:
A
Lekker product
B
Goedkoop product
C
Smakelijk product
D
Voedsel veilig product

Slide 21 - Quiz

Welk sieraad mag niet in de keuken ?
A
Een trouwring
B
Grote oorbellen
C
Een armband
D
Een horloge

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Vidéo

Wanneer was je je handen twee keer?
A
Als je geniest hebt
B
Als je naar het toilet ben geweest
C
na het verwijderen van afval
D
Na de pauze

Slide 24 - Quiz

Opdracht
1. Werk in tweetallen
2. Zoek uit welke kleuren snijplanken er zijn in een professionele keuken. 
3. Waar gebruik je deze kleuren voor?
4. Maak een kleine poster in word waar de kleuren van de snijplanken op staan met waar ze voor zijn.
5. Maak gebruik van afbeeldingen op internet

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Lien

Afsluiten
- Vragen
- Afsluiten

Slide 28 - Diapositive