Flex- -ismen alles

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

En welke nog niet echt?

week 1

Wat is het de restauratie?

Wie was Napoleon

Wat gebeurde er bij de slag van Waterloo

Congres van Wenen, 1815: wat werd er besproken?

Hoe ontstond het Koninkrijk der Nederlanden in 1814?

Week 2

Waar staat het liberalisme voor?

Wat was de rol van het liberalisme in die tijd?

Week 2

Waar staat het socialisme voor?

Wat is het communisme/Marxisme

Wat veranderde er in Nederland door de inzet van de socialisten? 

Oefenen vaardigheid: spotprenten

flexles donderdag week 2

Waar staat het socialisme voor?

Wat is de sociale kwestie?

Hoe woonden de arbeiders, in de verschillende delen van Nederland?

Hoe waren de werkomstandigheden van arbeiders?

Wanneer begon er wat te veranderen aan de woon- en werkomstandigheden van de arbeiders? 

Week 3

Wat is het confessionalisme

Wat veranderde er in Nederland door de inzet van de confessionelen? 

Jaartal om te onthouden: 1917

Oefenen vaardigheid: spotprenten

flexles donderdag week 3

Wat is het socialisme?

Hoe zorgde de arbeidersklasse ervoor dat zij invloed kregen op de politiek?

Wat vond de elite van de eis van de arbeiders dat zij algemeen kiesrecht wilden hebben?

Flexles donderdag week 4

Hoe was het leven binnen 1 van de confessionele groepen?

Vaardigheid: Bewust worden van standplaatsgebondenheid 

Week 5

• Ik kan de begrippen 'voortschrijdende democratisering' en 'politiek-maatschappelijke stromingen' uitleggen 
• Ik kan uitleggen waarom en op welke manier vrouwen steeds meer te zeggen krijgen in de politiek

Oefenen: spotprenten analyseren

Hierna volgen een aantal uitspraken. Bij welk stroming past elke uitspraak het beste?

Ieder mens mag voor zichzelf bepalen welk geloof hij heeft

1. Liberalisme
2. Conservatisme
3. Confessionalisme
4. Socialisme

De koning heeft de macht gekregen van God

1. Socialisme
2. Liberalisme
3. Nationalisme
4. Conservatisme

Er mogen geen standen meer bestaan

1. Confessionalisme
2. Liberalisme
3. Conservatisme
4. Nationalisme

Het gewone volk is niet in staat om zelf politieke beslissingen te nemen

1. Liberalisme
2. Confessionalisme
3. Conservatisme
4. Socialisme

Sterven voor het vaderland is onzin. Je sterft dan alleen voor de belangen van de bezittende klasse

1. Liberalisme
2. Nationalisme
3. Socialisme
4. Confessionalisme

Staat en kerk moeten gescheiden zijn.

1. liberalisme
2. confessionalisme
3. socialisme
4. nationalisme

Het mercantilisme is een belemmering voor een bloeiende economie

1. liberalisme
2. confessionalisme
3. socialisme
4. conservatisme

Het moet wettelijk verboden zijn om bewust vroegtijdig de zwangerschap af te breken (abortus)

1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Nationalisme
4. Confessionalisme