Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Moeilijke woorden?
Slide 2 - Carte mentale
Overzicht
Wat gaan we doen?
Terugblikken op de belangrijkste delen van de stof voor de toetsweek.
Toetsstof:
§3.3., §3.4., §3.5. en §4.1.
Slide 3 - Diapositive
Geloven & Weten
De Oude Grieken waren politiek verdeeld.
Maar cultureel vormden zij een eenheid. De Oude Grieken vertelden dezelfde verhalen:
mythen
sagen
legenden
Slide 4 - Diapositive
Waarin waren de Oude Grieken verdeeld?
A
Politiek
B
Cultureel
Slide 5 - Quiz
Geloven en Weten
De mythen, legenden en sagen gingen vaak over de Griekse (half)goden. Denk aan verhalen over Hercules, Ajax en Odysseus.
Dit is ook een voorbeeld van cultuur.
Slide 6 - Diapositive
Wat deelden de Oude Grieken met elkaar?
A
Religie
B
Democratie
Slide 7 - Quiz
Weten
Hoewel de Grieken geloofden in allerlei goden, waren ze ook bezig met wetenschap.
Ze probeerden erachter te komen hoe dagelijkse dingen eigenlijk in elkaar staken: filosofie ('liefde voor wijsheid').
Slide 8 - Diapositive
Wat betekent 'filosofie'?
A
Liefde voor mannen
B
Liefde voor vrouwen
C
Liefde voor wijsheid
D
Liefde voor vakantie
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
De Peloponnesische Oorlog is een voorbeeld van verdeeldheid tussen de Grieken op welk gebied?
A
Cultureel
B
Politiek
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Wie verenigde de Grieken in politiek opzicht?
A
Alexander de Grote
B
Socrates
C
Hippocrates
D
Xerxes
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Wat betekent symmetrie? Herhaal de vraag in je antwoord.
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Diapositive
Welke drie bouwstijlen kenden de Oude Grieken? Herhaal de vraag in het antwoord.
Slide 17 - Question ouverte
Slide 18 - Diapositive
Is het gebruik van perspectief een voorbeeld van realisme? Leg je antwoord uit!
Slide 19 - Question ouverte
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Is het verhaal van Romulus waargebeurd? Herhaal de vraag in je antwoord.
Slide 22 - Question ouverte
Slide 23 - Diapositive
Heeft een republiek een koning?
A
Nee
B
Ja
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Diapositive
Wat was de oorzaak van de Romeinse uitbreiding?
A
Militair waren de Romeinen sterker
B
Cultureel waren de Romeinen sterker
Slide 26 - Quiz
Slide 27 - Diapositive
Wat was de oorzaak van de burgeroorlogen?
A
Soldaten waren trouw aan hun generaals
B
Soldaten waren trouw aan de Senaat
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Diapositive
Waarom komt er een einde aan de Romeinse republiek na de moord op Julius Caesar?
Slide 30 - Question ouverte
Slide 31 - Diapositive
Zet de volgende Romeinse bestuursvormen in de juiste tijdsvolgorde (dus wat komt er eerst): 1. Koninkrijk 2. Republiek 3. Keizerrijk 4. Imperium Noteer alleen de cijfers.