Voorbereiding examen schrijven 2F

Voorbereiding examen schrijven 2F

- persoonlijke brief

- zakelijke brief

- artikel

- formulier invullen

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Voorbereiding examen schrijven 2F

- persoonlijke brief

- zakelijke brief

- artikel

- formulier invullen

Slide 1 - Diapositive

Inloggen op: www.toets.nl
Toetsplatform Taal
inlognaam: studentnummer
wachtwoord: Ageboortedatum
bijvoorbeeld: A31-07-2001
code: rave

vervolgens vink je je examen aan en vul je je inlogcode in

Slide 2 - Diapositive

Dan gaat de tijd, 60 minuten, direct lopen
Let op:
  • Zorg dat je alle opdrachten volledig maakt, minimaal 80%
  • Let op: spelling, zinsbouw en interpunctie

Indien bovenstaande goed, dan kun je pluspunten krijgen:
  • Voor samenhang, verbindingswoorden, doel, publiek, woordgebruik, leesbaarheid

Slide 3 - Diapositive

Meedoen?

student.lessonup.nl

Slide 4 - Diapositive

Wat weet je nog van het schrijven van een zakelijke brief?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen een persoonlijke
en een zakelijke brief?

Slide 6 - Carte mentale

Wat zijn overeenkomsten tussen een zakelijke brief en persoonlijke brief?

Slide 7 - Question ouverte

Persoonlijke brief

- je schrijft naar een bekende

- datering

- elke aanhef is goed

- doel mag onduidelijk zijn

- indelen in alinea's

- 'straattaal' mag

- naam eronder

Zakelijke brief

- vaste indeling

- niet met: "Ik" beginnen

- Geachte heer, mevrouw,

- inleiding, midden, slot

- afsluiting

- handtekening en naam

- formeel taalgebruik

Slide 8 - Diapositive

Juiste adressering?
A
Veronica Peters Goudstraat 18 3512 PM Utrecht
B
Veronica Peters Goudstraat 18 3512PM Utrecht
C
Veronica Peters Goudstraat 18, 3512 PM Utrecht
D
Veronica Peters Goudstraat 18 Utrecht 3512 PM Utrecht

Slide 9 - Quiz

Juiste datering?
A
Nijmegen, 20-01'19
B
Datum: 20 januari 2019
C
Nijmegen, 20 januari 2019
D
Maandag, 20 januari 2019

Slide 10 - Quiz

Welke aanhef is juist?
A
Geachte heer, mevrouw,
B
Beste meneer Jansen,
C
Geachte mevrouw Patricia de Vries,
D
Geachte mevrouw De Vries,

Slide 11 - Quiz

Conventies zakelijke brief
  1.  Afzender
  2. Datering
  3. Adressering
  4. Betreft
  5. Aanhef
  6. Briefinhoud:minimaal 3 alinea's
  7. Ondertekening
  8. Bijlage (n)

Slide 12 - Diapositive

Volgorde zakelijke brief
hieronder het vervolg
rechts het vervolg
Afzender
Plaats en datum
Geadresseerde
Betreft
Aanhef
Inleiding
Kern
Slot
Afsluiting
Bijlagen

Slide 13 - Question de remorquage

persoonlijke/zakelijke e-mail

aan:


cc:


bcc:


onderwerp:

hier voer je de e-mailadressen in
ontvanger van de kopie
geheime kopie: blind carbon copy

Slide 14 - Diapositive

Waar moet je aan denken bij het schrijven van een artikel?

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Lien

Artikel

- doelgroep bepalen

- inhoud:

inleiding: aandacht lezer trekken

midden: uitleg over het onderwerp, onderbouwen van je mening

slot: samenvatting, conclusie

Slide 17 - Diapositive

soorten artikelen


1.  uiteenzetting

2. beschouwing

3. betoog

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

opdracht

betoog schrijven

Werknemers moeten het recht krijgen om buiten werktijd onbereikbaar te zijn.


Werkgevers moeten 1/3e van hun vacatures verplicht vervullen met vrouwen en minderheden.


Bedrijven moeten een hoger salaris kunnen betalen aan werknemers die beloven geen kinderen te krijgen.


Winkels moeten hun openingstijden en -dagen geheel vrij kunnen kiezen.

Slide 20 - Diapositive

Woorden op de verkeerde plaats


Meerdere betekenissen kunnen ontstaan als je woorden op de verkeerde plaats in de zin zet. 

Slide 21 - Diapositive

Welke twee betekenissen?
''De verpleegster smeerde de vrouw met de zalf in.''

Slide 22 - Question ouverte

Rekening houden met lezers
Als je schrijft, moet je rekening houden met je lezers:
- Passende context
- Helder formuleren
- Geen overbodig moeilijke woorden gebruiken
- Maak een zin niet te lang, bijv. max. 1 komma

Slide 23 - Diapositive

Vakterm
Niet iedereen zal vaktermen begrijpen

''

Slide 24 - Diapositive

Als er op een kantoor gesproken wordt over 'targets', wat wordt er dan bedoeld?
A
geschikte sollicitanten voor een openstaande functie
B
potentiële klanten die opgebeld moeten worden
C
doelen die behaald zijn/moeten worden
D
het dartbord in de kantine

Slide 25 - Quiz

Plat/grof woord

Slide 26 - Diapositive

Modewoorden
Vaak gebruikte woorden zonder duidelijke, vaststaande of door iedereen gedeelde betekenis
--> Vaak maar een korte tijd populair
--> Vaak afkomstig uit de jeugdtaal, straattaal of popcultuur

''Hij is echt een baas.'' 
''Het feestje was episch.''

Slide 27 - Diapositive

Meest voorkomende spelfouten 

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Slide 30 - Vidéo