Kerst wiskunde quiz
1 / 23
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Vraag 1:
Het KNMI heeft sinds 1901 bijgehouden hoe vaak we in Nederland een witte kerst hebben gehad. Hoe vaak hadden we sneeuw op Eerste en Tweede Kerstdag?
Het KNMI heeft sinds 1901 bijgehouden hoe vaak we in Nederland een witte kerst hebben gehad. Hoe vaak hadden we sneeuw op Eerste en Tweede Kerstdag?
A
4
B
12
C
8
D
16
Slide 2 - Quiz
Vraag 2:
Wat is volgens Spotify het meest gestreamde kerstlied?
Wat is volgens Spotify het meest gestreamde kerstlied?
A
Last Christmas
B
Driving home for Christmas
C
All I want for Christmas
D
Do they know it’s Christmas?
Slide 3 - Quiz
Vraag 3
Esmee is 8 jaar, haar broer Tygo is 2 keer zo oud.
Als Esmee 40 is, hoe oud is Tygo dan?
Esmee is 8 jaar, haar broer Tygo is 2 keer zo oud.
Als Esmee 40 is, hoe oud is Tygo dan?
A
48
B
56
C
20
D
80
Slide 4 - Quiz
Het hondenasiel
Hoeveel honden zitten er in asiel 2?
Hoeveel honden zitten er in asiel 2?
A
5
B
10
C
6
D
8
Slide 5 - Quiz
Vraag 4:
Hoe heet deze sneeuwpop?
A
Olaf
B
Ollie
C
Oscar
D
Otto
Slide 6 - Quiz
Vraag 9:
Wat is het volgende getal in deze rij ?
2, 5, 9, 14, 20....
Wat is het volgende getal in deze rij ?
2, 5, 9, 14, 20....
A
25
B
26
C
27
D
28
Slide 7 - Quiz
Vraag 10:
Wie heeft het uiterlijk van
de Kerstman bedacht?
A
Julius Caesar
B
Coca cola
C
De paus
D
Lodewijk de 14e
Slide 8 - Quiz
Vraag 13: Versier de boom zo snel mogelijk!!!
Slide 9 - Question de remorquage
De kerstman sleet 12500 km in 13 uur en 20 minuten. Wat is zijn gemiddelde snelheid in km/uur
A
937,5 km/uur
B
947 km/uur
C
960 km/uur
D
919 km/uur
Slide 10 - Quiz
Vraag 16:
In welk jaargetijde vieren
ze in Australië Kerst?
In welk jaargetijde vieren
ze in Australië Kerst?
A
Lente
B
Zomer
C
Herfst
D
Winter
Slide 11 - Quiz
Vraag 17: De Egyptenaren
rekenden met hiërogliefen.
Welk getal staat hier?
rekenden met hiërogliefen.
Welk getal staat hier?
A
1111
B
2211
C
2111
D
2221
Slide 12 - Quiz
Kerstelfjes pakken 3 pakjes in per 5 minuten. Hoeveel pakjes pakken 120 kerstelfjes in, in 1 uur?
A
1800
B
7200
C
4320
D
21 600
Slide 13 - Quiz
Vraag 18:
Welk zinnetje betekent geen Kerst in
een andere taal?
Welk zinnetje betekent geen Kerst in
een andere taal?
A
Joyeux Noël!
(Frans)
B
Feliz Navidad!
(Spaans)
C
Buon Natale!
(Italliaans)
D
Frohe Ostern
(Duits)
Slide 14 - Quiz
Wat eten mensen het meest met Kerst?
Zet de top 5 in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
Konijn
Varkenshaas
Kalkoen
Gourmetten
Eend
Slide 15 - Question de remorquage
Slide 16 - Diapositive
Wat stond er boven op de kerstboom?
A
Niks
B
Een piek
C
Een ster
D
Een engel
Slide 17 - Quiz
los op:
Slide 18 - Question ouverte
Los op
A
19
B
24
C
38
D
64
Slide 19 - Quiz
Vanaf de maand _____ steeg de verkoop van mutsen.
A
januari
B
maart
C
oktober
D
december
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Vidéo
In welk jaar ging Rudolph de kerstman helpen?
A
1939
B
1938
C
1940
D
1937
