Spreek- en schrijftaal

Nederlands week 48
Spreektaal en schrijftaal
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolMBOhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands week 48
Spreektaal en schrijftaal

Slide 1 - Diapositive

Agenda
  • Doel van de les
  • Uitleg spreektaal en schrijftaal
  • Verder werken aan je schrijfproducten
  • Terug naar het doel van de les



Slide 2 - Diapositive

Doel van de les
Je kunt een verschil noemen tussen spreektaal en schrijftaal;

Je kunt in je schrijfproducten bewust schrijftaal hanteren.

Slide 3 - Diapositive

Spreektaal
Gesproken teksten

Doel = interactie
Vluchtig
Meestal informeel

Voorbeelden?

Slide 4 - Diapositive

Schrijftaal
Geschreven teksten

Doel: informatieoverdracht 
Blijvend
Meestal formeler en ingewikkelder

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Grammaticaal correcte zinnen
Wat is een grammaticaal correcte zin?

Wat is een enkelvoudige zin?
Wat is een samengestelde zin?

Slide 9 - Diapositive

Jouw schrijfproducten
  • schrijftaal
  • grammaticaal correcte zinnen


Slide 10 - Diapositive

Ik dacht nog wel, das niet zo handig.

Slide 11 - Question ouverte

Dat lukte niet 1, 2, 3.

Slide 12 - Question ouverte

Me werkbegeleider deed het voor en ging toen wat anders doen wat ik wel jammer vond want ik moest het nu alleen doen en had het wel als samenwerken willen doen.

Slide 13 - Question ouverte

Nou toen ben ik maar meteen aan de slag gegaan.

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Vidéo

Aan de slag!
Je schrijfproducten:

  • sollicitatiebrief
  • STARR reflectieverslag

Slide 16 - Diapositive

Terug naar het doel van de les
Je kunt een verschil noemen tussen spreektaal en schrijftaal;

Je kunt in je schrijfproducten bewust schrijftaal hanteren.

Kies een zin uit je schrijfproduct die je bewust in schrijftaal hebt geschreven.

Slide 17 - Diapositive

NEDERLANDS

Slide 18 - Diapositive

Vandaag
  • Korte terugblik spreek- en schrijftaal
  • Nieuwe theorie
  • Opdrachten maken
  • Opdrachten bespreken

Slide 19 - Diapositive

Verschillen spreektaal en schrijftaal?

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Even oefenen......

Slide 24 - Diapositive

Schrijftaal of spreektaal?
AANGENAAM
A
Schrijftaal
B
Spreektaal

Slide 25 - Quiz

Schrijftaal of spreektaal?
BIJ VOORBAAT
A
Schrijftaal
B
Spreektaal

Slide 26 - Quiz

Schrijftaal of spreektaal?
COOL
A
Schrijftaal
B
Spreektaal

Slide 27 - Quiz

Schrijftaal of spreektaal?
DIMMEN
A
Schrijftaal
B
Spreektaal

Slide 28 - Quiz

Schrijftaal of spreektaal?
EVENTUEEL
A
Schrijftaal
B
Spreektaal

Slide 29 - Quiz

Schrijftaal of spreektaal?
GOEIE
A
Schrijftaal
B
Spreektaal

Slide 30 - Quiz

Schrijftaal of spreektaal?
ONGETWIJFELD
A
Schrijftaal
B
Spreektaal

Slide 31 - Quiz

Schrijftaal of spreektaal?
LIJP
A
Schrijftaal
B
Spreektaal

Slide 32 - Quiz

Schrijftaal of spreektaal?
TOENAME
A
Schrijftaal
B
Spreektaal

Slide 33 - Quiz

Schrijftaal of spreektaal?
VOORTDUREND
A
Schrijftaal
B
Spreektaal

Slide 34 - Quiz

Schrijftaal of spreektaal?
MEISSIE
A
Schrijftaal
B
Spreektaal

Slide 35 - Quiz