Rechtsstaat diagnostische toets

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Rechtsstaat diagnostische toets

Test je kennis

Wat is een rechtsstaat?

1. Een staat waarin de overheid alle rechten heeft.
2. Een staat waarin de rechten van burgers tegenover de overheid worden beschermd.
3. Een staat waarin de regering bepaalt welke rechten burgers hebben.
4. Een staat waarin de burgers rechten willen hebben.

In het filmpje wordt gesproken over een spagaat in de rechtsstaat. Je weet vast wat een spagaat is.

Welke spagaat voor de rechtsstaat wordt besproken in het filmpje?

Wat vind je zelf van de spagaat? Vind je dat privacy ondergeschikt is aan veiligheid? Of juist dat de privacy belangrijker is en dus gerespecteerd moet worden? Probeer je mening uit te leggen

Wetgevende macht

Uitvoerende macht

Rechterlijke macht

Regering

Rechtbank, Gerechtshof en Hoge Raad

Regering en Staten-Generaal

Het filmpje gaat over botsende grondrechten. Leg uit wat botsende grondrechten zijn en om welke gaat het in het filmpje?

Klassieke grondrechten

Sociale grondrechten

Vrijheid van meningsuiting

Recht op werk

Recht op gelijke behandeling

Recht op veilig bestaan

Recht op gezondheidszorg

Godsdienstvrijheid

Welk doel van straf hoort hier bij?

1. Wraak en vergelding
2. Resocialisatie
3. Voorkomen van eigenrichting
4. Beveiliging van de maatschappij

Welk doel van straf is in dit geval niet behaald?

1. Wraak en vergelding
2. Resocialisatie
3. Voorkomen van eigenrichting
4. Beveiliging van de maatschappij

Wat staat in artikel 1 in de grondwet?

1. Recht op gelijke behandeling
2. Vrijheid van meningsuiting
3. De scheiding van de 3 machten
4. Aanwezigheid van vrije en eerlijke verkiezingen

Wat is een voorbeeld van een klassiek grondrecht?

1. Recht op gezondheidszorg
2. Recht op huisvesting
3. Recht op onderwijs
4. Recht op vrijheid van meningsuiting

Recht op onderwijs is een ...

1. Klassiek grondrecht
2. Sociaal grondrecht
3. Vrijheidsrecht
4. Politiekrecht

Ook het koningshuis moet zich aan de wet houden.

1. Dit past bij een rechtsstaat.
2. Dit past niet bij een rechtsstaat.

Een rechter kan niet worden ontslagen, hoort bij ..

1. een rechtsstaat
2. een dictatuur

Een journalist moet naar de gevangenis, omdat hij kritiek heeft op de regering

1. rechtsstaat
2. dictatuur

Zet in juiste volgorde
Vonnis, Tenlastelegging door OvJ, Onderzoek door rechter, Requisitoir/Pleidooi, Onderzoek door rechter
Opening door rechter
Laatste woord

Wat is geen kenmerk van een rechtsstaat

1. Grondrechten
2. Scheiding der machten
3. Legaliteitsbeginsel
4. Censuur

Match de verschillende onderdelen van een rechtszaak met de stap waar ze bij horen.

Stap 1

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Stap 5

Stap 6

Stap 7

Stap 8

Stap 9

Opening

Terlastenlegging

Onderzoek

Verklaring

Requisitoir

Pleidooi

Laatste woord

Schorsing

Vonnis

Wat is het legaliteitsbeginsel?

1. Geen straf zonder wet
2. straffen voor jongere mensen
3. beloningen
4. straffen van vroeger

Wat zijn de vier kenmerken van de rechtsstaat?

Kenmerk 1

Kenmerk 2

Kenmerk 3

Kenmerk 4

Er is sprake van een democratie

Er zijn grondrechten

Er zijn politieke partijen

De machten zijn gescheiden/ trias politica

Er is persvrijheid

Er zijn onafhankelijkerechters

Er is sprake van het legaliteits-beginsel 

Geef vijf doelen van straffen

Dat de overheid zich aan de wet moet houden is onderdeel van:

1. Gelijkheidsbeginsel
2. Legaliteitsbeginsel
3. Controlebeginsel
4. Vrijheidsbeginsel

Het doel van de trias politica is om:

1. de overheid geen macht te geven
2. het volk alle macht te geven
3. de macht van de overheid te verdelen
4. de rechten en plichten van burgers vast te leggen

Wat is geen macht die hoort bij de Trias Politica?

Wat is geen macht die hoort bij de Trias Politica?

1. Uitvoerende macht
2. Rechterlijke macht
3. Controlerende macht
4. Wetgevende macht

Welke van de beweringen is of zijn juist?
I. Uitlokking is toegestaan in de VS als methode voor het opsporen van crimineel gedrag.
II. In China zijn speciale juryrechtbanken ingesteld om de mensenrechten te bewaken.

1. I is juist, II is onjuist.
2. I is onjuist, II is juist.
3. I en II zijn beide juist.
4. I en II zijn beide onjuist.

Wat is de opsporingsmethode 'uitlokking'?

1. Provocerend gedrag
2. Een ander aanzetten tot het plegen van een strafbaar feit
3. Je uitdagend gedragen zodat een ander verleid wordt iets te doen
4. Een allergische reactie die volgt op het eten van een bepaald voedingsmiddel