K4 Lektion 3 deel 2

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

Guten Tag!

Was machen wir heute?

• Was haben wir letztes Mal gemacht? K4L3 deel 1
• Hausaufgaben : hast du alles verstanden?
• Lektion 3 : Frage 6 bis zum Ende
• Hausaufgaben für nächtste Woche 

Was machen wir heute?

Lernziele: 

Gesprekken voeren

• Je kunt vragen over sport stellen en beantwoorden.
  
• Je kunt zeggen welke sport je leuk vindt en welke niet.
  
•  Je kunt aangeven dat je iets niet begrijpt.

Spreken

• Je kunt vertellen welke sport je doet.

Lernziele 

Lernziele:

Gesprekken voeren

• Je kunt vragen over sport stellen en beantwoorden.
  
• Je kunt zeggen welke sport je leuk vindt en welke niet.
  
•  Je kunt aangeven dat je iets niet begrijpt.
  

Spreken

• Je kunt vertellen welke sport je doet.

Schrijf de betekenis op van:
können, mögen, dürfen

Trage das Partizip Perfekt ein. (voltooi deelwoord)

schmecken - Das Brot hat uns gut ...............

Aan de slag met Lektion 3

• Maak vraag 1 t/m 3
• Luister naar de Redemittel van vraag 4 en lees mee.
• Maak vraag 5 met behulp van de Redemittel. Let op de   leestekens en de hoofdletters.
• Vraag 6 doen we samen.

Aan de slag met Lektion 3

• Vraag 5 lezen we in tweetallen
• Vraag 6 lezen we samen
• Daarna maak je vraag 7 via LessonUp

Aan de slag met Lektion 3

Aufgabe 7   Beispiel : informatie staat in de oefening

- Mario, welchen Sport treibst du?

                                             Ich schwimme

- Mario, wie oft trainierst du? 

                                             Ich trainiere zweimal (proWoche)

- Mario, wann hast du Training?

                            Ich habe Training am Freitag um 18.30 Uhr.

Aan de slag met Lektion 3

- Mario, was kannst du gut?

                    Ich kann gut schwimmen und Basketball spielen.

- Mario, wie findest du Fußball?? 

                                             Ich finde Fußball gefählich.

En nu jullie! Kies Franz of Franziska 

                    en kies daarna Hans of Hanna.

Aan de slag met Lektion 3

Nu ga je zelf een gesprek voorbereiden. Aufgabe 8

Een gesprek begin je altijd met een groet.

Dit kan bijvoorbeeld zijn:

Hallo!    of        Hallo,

Guten Tag!     of    Guten Tag,

Guten Morgen!    of  Guten Morgen,

Aan de slag met Lektion 3

Zag je de verschillen?

Als je de groet afsluit met een ! (uitroepteken), dan begint de volgende zin met een hoofdletter.

Als je de groet afsluit met een , (komma) , dan begint de volgende zin met een kleine letter.

Aan de slag met Lektion 3

Een gesprek sluit je altijd af met een afscheidsgroet.

Dit kan bijvoorbeeld zijn:

Tschüs

Auf Wiedersehen

Bis bald

Hier zet je niets achter, geen komma en geen uitroepteken.

Eronder zet je dan nog wel je naam.

Aan de slag met Lektion 3

Bijvoorbeeld:

Hallo!

Wie heißt du?

...............................................

Auf Wiedersehen

Mario

Lernziele erreicht?

Lernziele:

Gesprekken voeren

• Je kunt vragen over sport stellen en beantwoorden.
  
• Je kunt zeggen welke sport je leuk vindt en welke niet.
  
•  Je kunt aangeven dat je iets niet begrijpt.
  

Spreken

• Je kunt vertellen welke sport je doet.