AK H2 steden in Nederland extra

  Dorp of stad?
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

  Dorp of stad?

Slide 1 - Diapositive

Is Reuver een dorp of stad?
A
Dorp
B
Stad

Slide 2 - Quiz

Lesdoelen
Op het einde van de les weten jullie wat het verschil tussen een dorp en een stad is en wat de functies van een stad zijn. 

Slide 3 - Diapositive

Stad en dorp
Een plek waar mensen samenwonen noemen we een nederzetting. Er zijn verschillende Nederzettingen, van heel erg klein tot erg groot. 


Slide 4 - Diapositive

Dorp
Een dorp zoals Reuver heeft enkele duizenden inwoners, een kerk, wat boerderijen, een school en wat winkels. 

Slide 5 - Diapositive

Stad
Een grote nederzetting noemen we een stad.
Hier wonen tienduizenden inwoners, veel grote gebouwen en veel bedrijven. 

Slide 6 - Diapositive

functies stad
Een stad heeft meerdere functies:
1. Wonen: er zijn huizen om in te wonen
2. Werken: Er zijn fabrieken, winkels en bedrijven waar je geld kan verdienen
3. Ontspannen: Er zijn voorzieningen om je vrije tijd in te spenderen
4. Nodig: Er zijn tot slot scholen, ziekenhuizen en supermarkten.

Slide 7 - Diapositive

Welke stad zie je op de achtergrond?
A
Roermond
B
Amsterdam
C
Rotterdam
D
Sittard

Slide 8 - Quiz

Voorzieningen
Voorzieningen zijn bedrijven of instellingen die zorgen voor dingen die je nodig hebt zodat je fijn kan leven.

Slide 9 - Diapositive

Noem 1 voorziening

Slide 10 - Carte mentale

voorzieningen 
winkels
scholen
ziekenhuizen
bioscoop
sportvelden
sportzaal
zwembad

Slide 11 - Diapositive

Ontstaan steden
Steden konden pas ontstaan nadat jagers & verzamelaars boeren werden! 
Ontstaan op plekken die handig liggen voor handel

Slide 12 - Diapositive

Welke plaatsen zijn handig voor handel?
A
doorwaadbare plaatsen in een rivier
B
plekken hoog in de bergen
C
kruispunten van wegen
D
erg koude plaatsen

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Vidéo

Wat is voor jou het verschil tussen een dorp en een stad?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is een nederzetting?
A
Een plek om dingen neer te zetten
B
Een ander woord voor dorp
C
Een ander woord voor stad
D
Een plaats waar mensen samen wonen.

Slide 16 - Quiz

Hoe heet een grote nederzetting?
A
Dorp
B
Stad

Slide 17 - Quiz

Hoe heet een kleine nederzetting?
A
Dorp
B
Stad

Slide 18 - Quiz

Waar vind je een bioscoop?
A
Dorp
B
Stad
C
Allebei
D
Geen van beide

Slide 19 - Quiz

Waar vind je een kleine supermarkt?
A
Dorp
B
Stad
C
Geen van beiden
D
beiden

Slide 20 - Quiz

Waar vind je een basisschool?
A
dorp
B
stad
C
geen van beiden
D
beiden

Slide 21 - Quiz

Waar vind je een ziekenhuis?
A
Dorp
B
Stad
C
Geen van beiden
D
beiden

Slide 22 - Quiz

Welke functies kan een stad hebben?

Slide 23 - Question ouverte

Wat is geen voorziening?
A
Bioscoop
B
ziekenhuis
C
school
D
weg

Slide 24 - Quiz

Welke voorziening zou jij het minst graag moeten missen?

Slide 25 - Question ouverte