Aanpassingen aan het gebit

Aanpassingen aan het gebit
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
WetenschappenSecundair onderwijs

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Aanpassingen aan het gebit

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het volwassen gebit van de mens

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw van een tand
De kroon: zichtbare deel 

De wortel: zit onder het tandvlees in het kraakbot. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemt het buitenste laagje op je tanden?
A
kroon
B
tandbeen
C
glazuur
D
tandholte

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarmee zit de tand vast in het kraakbeen?
A
met het zenuwkanaal
B
met de kroon
C
met de wortel
D
met het tandvlees

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk deel van de tand zorgt ervoor dat je tandpijn kan voelen?
A
de kroon
B
het tandbeen
C
de pulpa
D
het zenuwkanaal

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De snijtanden
vooraan in mond

beitelvormige kroon

één wortel

8 in het blijvend gebit

functie: voedsel afsnijden 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De hoektanden
naast de snijtanden

kegelvormige kroon

één wortel

4 in het blijven gebit

functie: vlees verscheuren

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De kiezen
achteraan in de mond

knobbelige kroon
voorkiezen of kleine kiezen: 2 knobbels
achterkiezen of grote kiezen: 4 tot 5 knobbels

één, twee of drie wortels

16 in het blijven gebit

functie: voedsel vermalen


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kiezen
Snijtanden
Hoektand

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel snijtanden heeft een mens?
A
4
B
6
C
8
D
10

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van een snijtand?
A
Malen van voedsel
B
Snijden van voedsel
C
Afscheuren van voedsel

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Snijtanden
Kiezen
Hoektanden

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van een hoektand?
A
Malen van voedsel
B
Snijden van voedsel
C
Afscheuren van voedsel

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel hoektanden heeft een mens?
A
4
B
6
C
8
D
10

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van een kies?
A
Malen van voedsel
B
Snijden van voedsel
C
Afscheuren van voedsel

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

snijtand
hoektand
kies
Deze tand staat achteraan in je mond.
Deze tand staat vooraan in je mond.
Deze tand staat op een hoek.
Hiermee kan ik stukjes vlees van een groot stuk afbijten.
Hiermee bijt ik stukjes van mijn voedsel
Hiermee maal ik mijn voedsel fijn.

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

schema tandformule
tekening tandformule

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het melkgebit bij de mens

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleur het melkgebit
  • snijtanden
  •  hoektanden
  • kiezen 

  • bestaat uit 20 tanden

Slide 21 - Diapositive

Leerlingen laten aanduiden op het bord met bordstiften

Slide 22 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

pagina 84:
 1.2 soorten tanden
Bij een gaaf gebit tel je in de bovenkaak 16 tanden, in de onderkaak 16 tanden; een volwassen gebit heeft dus 32 tanden. Dit is inclusief de verstandskiezen. 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

pagina 86: 
tandformule volwassen gebit

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tandformule melkgebit

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het gebit bij zoogdieren

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op onderzoek
Onderzoek de verschillende schedels: 
1. Lees de onderzoeksvraag. 
2. Formuleer een hypothese. 
3. Noteer de waarnemingen. 
==> pagina's 87 t.e.m. 89

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herbivoor = Planteneter

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Carnivoor = Vleeseter

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Omnivoor = Alleseter

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zorg jij dat de voedselpiramide klopt?
planten
vleeseters
planteneters en alleseters

Slide 31 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de betekenis van de begrippen samen met de afbeeldingen op de juiste plaats. 
carnivoor
herbivoor
omnivoor
...
...........................................................................................................................
...
...........................................................................................................................
...
...........................................................................................................................
alleseter
vleeseter
planteneter

Slide 32 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Planteneter
Vleeseter
Alleseter
Afvaleter

Slide 33 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk soort gebit
herken je?
A
Het gebit van een alleseter.
B
Het gebit van een planteneter.
C
Het gebit van een vleeseter.

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk soort gebit
herken je?
A
Het gebit van een alleseter.
B
Het gebit van een planteneter.
C
Het gebit van een vleeseter.

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk soort gebit
herken je?
A
Het gebit van een alleseter.
B
Het gebit van een planteneter.
C
Het gebit van een vleeseter.

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk soort gebit
herken je?
A
Het gebit van een alleseter.
B
Het gebit van een planteneter.
C
Het gebit van een vleeseter.

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions