8.2 Je ademt (Havo EVA)

Lesplan
Terugblik verbranding
Herhaling: Hoe haal je adem
Instructie: gaswisseling in de longblaasjes
Huiswerk maken opdracht 7 tm 14 werkboek. 
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Lesplan
Terugblik verbranding
Herhaling: Hoe haal je adem
Instructie: gaswisseling in de longblaasjes
Huiswerk maken opdracht 7 tm 14 werkboek. 

Slide 1 - Diapositive

Kringloop van fotosynthese en verbranding

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Schrijf de verbranding in ons lichaam nog een keer op
->
Glucose
Zuurstof
Energie
Koolstofdioxide
Water

Slide 4 - Question de remorquage

Leerdoelen 8.2 
Leerdoel 1: Je kunt in stappen beschrijven hoe je in- en uitademt en noem daarbij welke spieren je gebruikt en hoe de luchtdruk in je longen verandert.

Leerdoel 2: Je kunt vertellen wat er tijdens de gaswisseling in de longblaasjes gebeurt.

Leerdoel 3: Je kunt uitleggen hoe de bouw van de longblaasjes zorgt dat de gaswisseling snel verloopt en je weet hoe je longblaasjes schoon blijven.


Slide 5 - Diapositive

Leerdoel 1 was huiswerk opdr 3 tm 6
Je kunt in stappen beschrijven hoe je in- en uitademt en noem daarbij welke spieren je gebruikt en hoe de luchtdruk in je longen verandert

Slide 6 - Diapositive

Ademhaling

Slide 7 - Diapositive

De lucht die we inademen heeft een andere samenstelling dan de lucht die we uitademen. Hoe kan dat? 

Slide 8 - Diapositive

Emily zegt:
Ingeademde lucht is kouder dan uitgeademde lucht.

Joey zegt:
Er zit meer zuurstof in ingeademde lucht dan uitgeademde lucht

A
beide waar
B
beide nietwaar
C
Emily: waar Joey: nietwaar
D
Emily: nietwaar Joey: waar

Slide 9 - Quiz

Lucht bestaat voor het grootste deel uit stikstof
A
waar
B
dat geldt alleen voor inademingslucht
C
dat geldt alleen voor uitademingslucht
D
niet waar

Slide 10 - Quiz

In inademingslucht zit (bijna) geen koolstofdioxide
A
waar, dat is maar 0,04%
B
niet waar, dat is 4%
C
niet waar, dat is 20%
D
niet waar dat is 80%

Slide 11 - Quiz

Lucht die we inademen bevat 20% zuurstof
A
waar en als we uitademen zit er geen zuurstof meer in
B
waar en als we uitademen is dat nog 16%
C
waar en als we uitademen is dat 80%
D
niet waar dat moet zijn 80%

Slide 12 - Quiz

Stoffen kunnen we ook aangeven met scheikundige formules, zoals ......
A
water is H2O koolstofdioxide is CO zuurstof is O2
B
water is H2O koolstofdioxide is CO2 zuurstof is O
C
water is H2O koolstofdioxide is CO2 zuurstof is O2
D
water is HO2 koolstofdioxide is CO2 zuurstof is O2

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Vidéo

Wat verstaan we onder ademhalen??
A
reinigen van de lucht die je inademt
B
slechte lucht inademen
C
afvalstoffen van de lucht scheiden
D
afwisselend in- en uitademen

Slide 15 - Quiz

Waar gaat de zuurstof het bloed in?
A
vanuit de dunne darm
B
vanuit de longblaasjes
C
vanuit de alvleesklier
D
vanuit de maag

Slide 16 - Quiz


Vanuit een longblaasje gaat (1) naar een longhaarvat
Vanuit een longhaarvat gaat (2) naar een longblaasje

A
1: zuurstof 2: glucose
B
1: koolstofdioxide 2: glucose
C
1: koolstofdioxide 2: zuurstof
D
1: zuurstof 2: koolstofdioxide

Slide 17 - Quiz

Bouw ademhalingsstelsel 

Slide 18 - Diapositive

middenrif
longblaasje
Luchtpijptakje
haarvaatje
luchtpijp
mondholte
keelholte
neusholte
long

Slide 19 - Question de remorquage

Gaswisseling in de longen

Slide 20 - Diapositive

longblaasjes
longen
brochien
luchtpijptakjes
luchtpijp

Slide 21 - Question de remorquage

Luchtpijptakken

Slide 22 - Diapositive

Kan je beter door je neus of je mond ademhalen? Leg je antwoord uit.

Slide 23 - Question ouverte

Zelfstandig werken
Maken vraag 7 t/m 14 uit je werkboek
Nakijken via magister

Slide 24 - Diapositive