Les comparaisons

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Les comparaisons 

"Ik ben intelligenter dan Obélix"

"Ik ben sterker dan Astérix"

Na deze les kun je:

- het bijvoeglijk naamwoord aanpassen in de zin

- Een vergrotende trap maken in het Frans

- de vergelijkingen "aussi que" "moins que" en "plus que"  in de zin gebruiken
- de overtreffende trap maken in het Frans

Hoe maak je een vergelijking
in het NL?
Geef voorbeelden

Vergrotende trap --> NL

Meer dan (bijv. nmw + er = mooier, groter, kleiner)

Even als

Minder dan

meer/even/minder + bijv nmw + als/dan

Vergelijking --> FRA

Meer/even/minder + bijv nmw + als/dan

Plus/aussi/moins + bijv nmw + que

Ik ben groter dan jij --> Je suis plus grand que toi

Zij is even aardig als hij --> Elle est aussi gentille que lui

Vergelijking:

meer dan

Vergelijking:

even als 

Vergelijking:

minder dan

moins ... que

aussi ... que

plus (bijv. nw) que

Wat is de correcte vertaling:
Zij is groter dan Marco

1. Elle est plus grande que Marco
2. Elle est plus grand que Marco
3. Elle est moins grand que Marco
4. Elle est plus grande que Marco

Ton T-shirt est [kleiner dan] ton pantalon. Vul alleen de vertaling van [kleiner dan] in

Grootste verschil

FRA: Bijv nmw moet vervoegd worden!

Anna est plus grande que Michel

Michel est plus grand qu' Anna

Overtreffende trap

NL :
Dit is mijn minst dure tas / Wat is het dichtbijzijnde  metrostation

Fra: 

le plus, la plus, les plus

le moins, la moins, les moins

Hoe maak ej de superlatif

Als je wil vertellen dat iets het meest is: le, la, les plus

Als je wil vertallen dat iets het minst is: le, la, les moins

+ bijvoeglijk naamwoord

Let op! De plaats van het bijv nmw! 

Geen flauw idee meer hoe het zat met het bijvoeglijk naamwoord?

Hierna volgen een paar slides met daarin extra uitleg, neem ze goed door.

Hoofdregel

e

Voorbeelden:

le petit garçon (de kleine jongen) 
les petits garçons (de kleine jongens)

la petite fille (het kleine meisje)

les petites filles (de kleine meisjes)

Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan, aan het zelfstandig naamwoord

Par exemple:
un grand homme 

une grande femme

deux grands hommes

deux grandes femmes

Uitzondering (1)

Eindigt een bijvoeglijk naamwoord al op een -e?
Dan hoeft er geen extra -e bij als het vrouwelijk is!

Bijvoorbeeld:
Le pantalon est rouge
La jupe est rouge

Uitzondering (2)

Eindigt een bijvoeglijk naamwoord als op een -s?
Dan hoeft er bij het mannelijk meervoud geen extra -s bij!

Bijvoorbeeld:
Le cabriolet est gris
Les cabriolets sont gris

Bijzondere vormen.

Leer deze vormen uit het hoofd: