Spelling Blok 7 Week 2 Les 2
1 / 34
La durée de la leçon est: 120 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welke categorieën zitten in dit woord:
de chirurg (2)
(bijv.: 2-4-6)
de chirurg (2)
(bijv.: 2-4-6)
Slide 2 - Question ouverte
Welke categorieën zitten in dit woord:
de apotheek (3)
(bijv.: 2-4-6)
de apotheek (3)
(bijv.: 2-4-6)
Slide 3 - Question ouverte
Welke categorieën zitten in dit woord:
het couplet (3)
(bijv.: 2-4-6)
het couplet (3)
(bijv.: 2-4-6)
Slide 4 - Question ouverte
kneden
Ik ...
Ik ...
Slide 5 - Question ouverte
kneden
Hij ...
Hij ...
Slide 6 - Question ouverte
kneden
... jij?
... jij?
Slide 7 - Question ouverte
bevrijden
Hij ...
Hij ...
Slide 8 - Question ouverte
bevrijden
Ik ...
Ik ...
Slide 9 - Question ouverte
bevrijden
... jij?
... jij?
Slide 10 - Question ouverte
verwachten
... jij?
... jij?
Slide 11 - Question ouverte
verwachten
Ik ...
Ik ...
Slide 12 - Question ouverte
verwachten
Hij ...
Hij ...
Slide 13 - Question ouverte
Typ deze zin in de verleden tijd:
De hond zoekt.
De hond zoekt.
Slide 14 - Question ouverte
Typ deze zin in de voltooide tijd:
De hond zoekt.
De hond zoekt.
Slide 15 - Question ouverte
Typ deze zin in de verleden tijd:
Wordt de juf?
Wordt de juf?
Slide 16 - Question ouverte
Typ deze zin in de voltooide tijd:
Wordt de juf?
Wordt de juf?
Slide 17 - Question ouverte
Typ deze zin in de verleden tijd:
Het verhaal bestaat.
Het verhaal bestaat.
Slide 18 - Question ouverte
Typ deze zin in de voltooide tijd:
Het verhaal bestaat.
Het verhaal bestaat.
Slide 19 - Question ouverte
Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)
(zonder categorieën)
Slide 20 - Question ouverte
Typ het woord nu nog een keer goed:
de idealen
de idealen
Slide 21 - Question ouverte
Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)
(zonder categorieën)
Slide 22 - Question ouverte
Typ het woord nu nog een keer goed:
de kritiek
de kritiek
Slide 23 - Question ouverte
Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)
(zonder categorieën)
Slide 24 - Question ouverte
Typ het woord nu nog een keer goed:
terugdraaien
terugdraaien
Slide 25 - Question ouverte
Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)
(zonder categorieën)
Slide 26 - Question ouverte
Typ het woord nu nog een keer goed:
de ravage
de ravage
Slide 27 - Question ouverte
Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)
(zonder categorieën)
Slide 28 - Question ouverte
Typ het woord nu nog een keer goed:
fantastisch
fantastisch
Slide 29 - Question ouverte
Luister naar het woord en typ.
(zonder categorieën)
(zonder categorieën)
Slide 30 - Question ouverte
Typ het woord nu nog een keer goed:
de dankbaarheid
de dankbaarheid
Slide 31 - Question ouverte
Luister naar de zin en typ.
(zonder categorieën)
(zonder categorieën)
Slide 32 - Question ouverte
Typ de zin nu nog een keer goed:
Eva, morgen start de vrijwilliger met het experiment.
Eva, morgen start de vrijwilliger met het experiment.
