1-12 2B

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom!

Meld je aan bij LessonUp

Programma

- Fictieopdrachten

- Herhaling vorige week

- Uitleg nieuwe stof: perspectief

- Samen oefenen

- Zelfstandig werken

Fictieopdrachten

Ik kijk alleen de fictieopdrachten na die ingeleverd zijn via Magister, niet ingeleverd via Magister = O. 

Lukt het niet via Magister? Dan 6e uur aanwezig, ik leg dan uit hoe je een opdracht inlevert via Magister.

Hoe noemen we mensen of dieren die een rol spelen in fictie?

Hoe noemen we belangrijkste personages?

Hoe noemen we de minder belangrijke personages?

Als je een personage goed leert kennen in het verhaal is het een...

1. hoofdpersoon
2. bijpersoon

Als een personage slechts één eigenschap heeft en je er verder niets over te weten komt, is het een...

1. hoofdpersoon
2. bijpersoon

Uitleg nieuwe stof

Perspectief =

Punt van waaruit het verhaal verteld wordt:

- Ik-perspectief

- Personaal perspectief

- Alwetende verteller

Uitleg nieuwe stof

Ik-perspectief =

Verhaal wordt vanuit de ik-persoon verteld. Je weet dus ook alleen wat de ik-persoon denkt en voelt.

Ik loop naar de bakker. Eigenlijk had ik bedacht om broodjes mee te nemen, maar dat gebak ziet er ook wel goed uit...

Uitleg nieuwe stof

Personaal perspectief =

Verhaal wordt vanuit de hij/zij-persoon verteld. Je weet alleen wat de hoofdpersoon ziet/voelt.

Bram loop naar de bakker. Eigenlijk had Bram bedacht om broodjes mee te nemen, maar hij ziet nu dat dat gebak er ook wel goed uitziet...

Uitleg nieuwe stof

Alwetende verteller =

Verhaal wordt vanuit de hij/zij-persoon verteld. Je weet wat iedereen in het verhaal voelt

Bram loop naar de bakker. Eigenlijk had Bram bedacht om broodjes mee te nemen, maar hij ziet nu dat dat gebak er ook wel goed uitziet. De bakker laat hem binnen en denkt...

Ibrahim vindt Jonas heel irritant. Jonas weet dat. Hij voelt het als Ibrahim naar hem kijkt.

1. Ik-perspectief
2. Personaal perspectief
3. Alwetende verteller

De wolken trekken weg, de zon breekt eindelijk door. Daniël vraagt of ik mee ga wandelen.

1. Ik-perspectief
2. Personaal perspectief
3. Alwetende verteller

Hij kijkt naar het reclamebord. Een vrouw staart hem aan. Het doet hem niets.

1. Ik-perspectief
2. Personaal perspectief
3. Alwetende verteller

Ga aan de slag met de opdracht in Teams.