1c

Koning en parlement
Staatsinrichting van Nederland
Boek op tafel
Pen op tafel
Tas op de grond
Mobiel in de telefoontas
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Koning en parlement
Staatsinrichting van Nederland
Boek op tafel
Pen op tafel
Tas op de grond
Mobiel in de telefoontas

Slide 1 - Diapositive

Uitleg §1.c

Aan de slag
- examenopdrachten
- werkboek  

Afsluiting
DOEN

Slide 2 - Diapositive

...twee oorzaken noemen voor de
Nederlandse grondwetsherziening in 1848

...drie veranderingen noemen door de grondwetsherziening van 1848.

...uitleggen dat de Luxemburgse kwestie duidelijk maakte dat het parlement in Nederland de macht had.
Aan het einde van de les kan je...

Slide 3 - Diapositive

§1.1
Koning en parlement
A
Oorzaken van de nieuwe grondwet
Leerdoel:
Je kan twee oorzaken noemen voor de Nederlandse grondwetsherziening in 1848.
Begrippen:
grondwet
grondrechten
constitutionele monarchie
B
De grondwet van 1848
Leerdoel:
Je kan drie veranderingen noemen door de grondwetsherziening van 1848.
Begrippen:
onschendbaar
staatshoofd
ministeriële verantwoordelijkheid
C
De Luxemburgse kwestie
Leerdoel:
Je kan uitleggen dat de Luxemburgse kwestie duidelijk maakte dat het parlement in Nederland de macht had.
Begrippen:
Luxemburgse kwestie
 
regering
parlement
 
parlementair stelsel
districtenstelsel

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Wat veranderde er door de grondwet van 1848?

Slide 6 - Question ouverte

De grondwet zorgde voor een aantal belangrijke politieke veranderingen:
  • De koning werd onschendbaar. De ministers werden verantwoordelijk voor wat de koning deed/zei
  • De koning bleef staatshoofd
  • Ministers moesten verantwoording afleggen aan het parlement, niet meer aan de koning
  • Ministers werden verantwoordelijk voor hun eigen werk: ministeriële verantwoordelijkheid
Leerdoel:
Je kan drie veranderingen noemen door de grondwetsherziening van 1848.
Begrippen:
onschendbaar
staatshoofd
ministeriële verantwoordelijkheid
§1.1
Koning en parlement
B
DeBoze burgers
De grondwet van 1848
 
parlementair stelsel
districtenstelsel

Slide 7 - Diapositive

Met de nieuwe grondwet komt de macht bij het parlement te liggen. Dit noemen we een parlementair stelsel.
Dit parlement werd door burgers gekozen:
  • De Tweede Kamer werd elke 4 jaar door de burgers gekozen middels een districtenstelsel: elk gebied (district) in Nederland kiest 1 kamerlid.
  • De Eerste Kamer werd gekozen door de Provinciale Staten. Zij werden dus indirect gekozen.
§1.1
Koning en parlement
B
DeBoze burgers
De grondwet van 1848

Slide 8 - Diapositive

Nieuwe rechten parlement:
  • recht van amendement (wetsvoorstellen wijzigen)
  • recht van enquete (onderzoek instellen)

Nieuwe rechten volk:
  • vrijheid van onderwijs
  • recht van vereniging
  • recht van vergadering
§1.1
Koning en parlement
B
DeBoze burgers
De grondwet van 1848

Slide 9 - Diapositive

§1.1
Koning en parlement
B
DeBoze burgers
De grondwet van 1848

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag!
Lezen blz 14
Maak de "leerdoelen"van 1c over de Luxemburgse kwestie
timer
1:00

Slide 11 - Diapositive

Het parlement had veel macht gekregen door de grondwet van 1848. Willem III kon dat moeilijk accepteren. Hij was in 1849 zijn vader opgevolgd. 

Leerdoel:
Je kan uitleggen dat de Luxemburgse kwestie duidelijk maakte dat het parlement in Nederland de macht had.
Begrippen:
Luxemburgse kwestie
§1.1
Koning en parlement
C
DeBoze burgers
De Luxemburgse kwestie

Slide 12 - Diapositive

  • Pas in 1867 werd duidelijk dat de macht echt bij het parlement lag door de Luxemburgse Kwestie.
  • Deze ruzie ontstond toen bekend werd dat Willem III Luxemburg stiekem wilde verkopen.
  • Het parlement was boos over deze zelfstandige actie van de koning.
  • Door de ministeriële verantwoordelijkheid kon het parlement niet de koning aanpakken. Wel eisten ze het ontslag van de ministers. Uiteindelijk gebeurde dit.
  • De koning moest de macht van het parlement accepteren.

§1.1
Koning en parlement
C
DeBoze burgers
De Luxemburgse kwestie

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag!
Memo afmaken paragraaf 1
tm 14
Klaar? 
oefenboek

Slide 14 - Diapositive

 De koning werd onschendbaar en er kwam ministeriële verantwoordelijkheid
Nederland werd een parlementaire democratie
Het werd pas duidelijk dat de koning geen macht meer had door de Luxemburgse kwestie

Pas in 1867 werd duidelijk dat de macht echt bij het parlement lag door de Luxemburgse Kwestie.
Deze ruzie ontstond toen bekend werd dat Willem III Luxemburg stiekem wilde verkopen.
Het parlement was boos over deze zelfstandige actie van de koning.
Door de ministeriële verantwoordelijkheid kon het parlement niet de koning aanpakken. Wel eisten ze het ontslag van de ministers. Uiteindelijk gebeurde dit.
De koning moest de macht van het parlement accepteren.

Afsluiting

Slide 15 - Diapositive

Sleep de omschrijving naar het juiste begrip:
Revolutiejaar
Liberaal
Ministriële verantwoordelijkheid
Constitutionele monarchie
Luxemburgse kwestie
Censuskiesrecht
Belasting betalen om te stemmen
Onschendbaarheid van de koning
Koning moet zich ook aan de grondwet houden
Minister is verantwoordelijk voor het handelen van de koning
Thorbecke
1848

Slide 16 - Question de remorquage

Door de Luxemburgse kwestie veranderde rond 1867 de politieke
verhouding tussen het kabinet en het parlement. Bij deze verandering
waren de volgende stappen belangrijk. Zet in de juiste tijdsvolgorde.
Alle leden van het kabinet dienden hun ontslag in. 
Het kabinet kreeg een conflict met de Tweede Kamer over de aanpak
van de Luxemburgse kwestie. 
De Tweede Kamer keurde de begroting van het kabinet af. 
eerst
vervolgens
tenslotte

Slide 17 - Question de remorquage