Leerjaar 1 Spelling meervoudsvormen

Spelling 
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Spelling 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Meervoud

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat bedoelen we met "meervoud"?
Leg uit en noem voorbeelden.

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

  1. Meervoud op -en
    stoelen, katten, beren
  2. Meervoud op -s
  3. vogels, toffees

  4. Meervoud op 's
    oma's
  5. Meervoud met een trema zee - zeeën

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Enkelvoud - meervoud
De meeste zelfstandig naamwoorden kun je in enkelvoud 
en meervoud zetten. Bij het enkelvoud is er één van iets, 
bij het meervoud is er méér van iets.

Let op! Er zijn uitzonderingen, zelfstandig naamwoorden die geen meervoud hebben. Bijvoorbeeld melk, wiskunde, onweer, hersenen, jeans.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Typ een woord dat in het meervoud eindigt op ...... en

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Meervoud op -en
Woorden die eindigen op een medeklinker
krijgen meestal -en in het meervoud.

Als het voor de uitspraak nodig is, verdubbel je 
de medeklinker of verenkel je de klinker.

kat - katten (niet: *katen), 
beer - beren (niet *beeren)

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meervoud op -s
1. Veel woorden eindigen in het meervoud op een  -s.
Bijvoorbeeld: vogel - vogels, bezem - bezems

2. Ook woorden die eindigen op een klinker
krijgen in het meervoud -s
Bijvoorbeeld: niveau - niveaus, toffee - toffees 

Slide 8 - Diapositive

Benadruk dat de lettergreepregel een uitzondering is op de regel voor het meervoud op -en.
Typ een woord dat in het meervoud eindigt op een ..... -s.

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Let op!
Eindigt een woord op een enkele 
a, i, o, u, y
dan krijgt het meervoud -'s.
Dat is nodig om de klank gelijk te houden. 

oma - oma's (niet: *omas)
baby - baby's (niet: *babys)

Slide 10 - Diapositive

Benadruk dat de enkele 'e' hier niet tussen staat. Deze wordt aan het einde van een woord uitgesproken als stomme e en daar mag de -s direct achter. 
Typ een woord dat in het meervoud eindigt op ....... 's.

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij sommige zelfstandig naamwoorden verandert een letter als je het meervoud schrijft:

muis - muizen
boef - boeven

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij sommige zelfstandig naamwoorden verandert een letter als je het meervoud schrijft:

laars- laarzen
vaas- vazen


uitzonderingen: mensen- wensen - kaarsen

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de meervoudsvorm
van het woord avocado?

Slide 15 - Question ouverte

Het enkelvoud eindigt op de enkele lange klinker 'o'.
Wat is de meervoudsvorm van het woord machine?

Slide 16 - Question ouverte

Het enkelvoud eindigt op een klinker.
Wat is de meervoudsvorm
van het woord paardenbloem?

Slide 17 - Question ouverte

Het enkelvoud eindigt op een medeklinker.
Wat is de meervoudsvorm van het woord dadel?

Slide 18 - Question ouverte

Het enkelvoud eindigt op een medeklinker, maar de klemtoon ligt niet op de laatste lettergreep: dá-del. 
Maar hoe schrijf ik dan het meervoud van zee?
A
zeeen
B
zeën
C
zeeën
D
zeen

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

schrijf het meervoud op van: melodie

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf het meervoud op van:
leesstrategie

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf het meervoud op van:
aap

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions