Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Schrijven voor publiek
Welkom! Nederlands 2D
Slide 1 - Diapositive
Bron: foto 1 www.flickr.com ; Matthijs Quaijtaal
Agenda
Lesdoelen
Uitleg en voorbeelden
Zelfstandig werken
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Doelen van deze les
Je weet welk tekstsoort voor welk publiek bedoeld is
Je kunt je woordgebruik en lay-out aanpassen aan je publiek bij het schrijven van een tekst.
Slide 3 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Schrijfdoel
Wanneer je een tekst schrijft moet je altijd nadenken waarom je de tekst schrijft.
Schrijf je om gewoon een leuk verhaal te vertellen? Schrijf je om informatie te krijgen? Schrijf je om iemand over te halen?
De reden waarom je iets schrijft, noem je je tekstdoel.
Slide 4 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Tekstdoelen
De schrijver van een tekst heeft altijd een doel. Dit noemen we het tekstdoel.
Het tekstdoel geeft aan wat de schrijver met zijn tekst wil bereiken.
Slide 5 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 6 - Diapositive
Bron: www.flicker.com ; Tom Simpson
De Donald Duck, een stripboek.
Slide 7 - Diapositive
Bron: www.flicker.com ; Marco Raaphorst
Verschillende dagbladen / kranten.
Slide 8 - Diapositive
Bron: McDonalds
Reclameposter voor McDonalds.
Slide 9 - Diapositive
Bron: www.havot.nl via Google
Verschillende schoolboeken
Schrijven in stappen
1. Wie is mijn publiek?
2. Pas taalgebruik aan
3. Pas lay-out aan
Slide 10 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Publiek
Als je een tekst schrijft, moet je er rekening mee houden voor wie je schrijft; dit is je publiek. Je past je toon,woordkeuze enlay-outaan je publiek aan.
Maak nu de opdrachten in bij Schrijven H6. Lees voordat je begint het theoriestukje Schrijven voor publiek.