2BB2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

WELKOM

3 Kader

Welkom 2BB2

Let op je plek in de klas

Afspraken

• Vaste plek volgens plattegrond.
• Mobiel in de bak.
• Werkboek en pen mee.
• Niet eten of drinken in de klas.
• Niet gooien met dingen.
• We maken geen dingen kapot.
• Laptop kan in de tas.

Afspraken

• Als de docent praat, luisteren we.
• Als we iets willen zeggen of antwoord geven, steken we onze hand op.
• We luisteren als een medeleerling een vraag stelt.
• We doen mee in de les.
• We maken ons huiswerk.

Programma van de les 19 mei

Programma:

• Aanwezigheid
• Tekst en Publiek
• Aan de slag 
• Afsluiting
• 
  

Lesdoel:

Ik weet voor welk publiek een tekst is bedoeld

Allereerst...

Is iedereen aanwezig?

Hoofdstuk 6 bladzijde 202

Doel van de les

• Ik weet voor welk publiek een tekst is bedoeld.

Tekst en publiek blz 202

Een schrijver wil meestal dat zijn tekst door een bepaalde groep mensen gelezen wordt: het publiek. 

Bijvoorbeeld: jongeren, voetbalfans, gamers, volwassenen. 

Een schrijver houdt bij het schrijven van de tekst rekening met het publiek.

1. Onderwerp
2. Taalgebruik
3. Lay-out
4. Bron

Tekst en publiek blz 202

• het onderwerp: een tekst over de gaafste achtbanen in Europa is bijvoorbeeld bedoeld voor jongeren. Een tekst over het schilderen van je huis is bedoeld voor volwassenen.

• het taalgebruik: teksten voor jongeren hebben bijvoorbeeld veel moderne en nieuwe woorden en de lezer wordt meestal met ‘je’ aangesproken. In een tekst voor volwassenen wordt de lezer vaker met ‘u’ aangesproken.

Tekst en publiek

• de bron: een tekst in Bobo is voor kinderen bedoeld, een tekst in 7Days voor jongeren en een tekst in het tijdschrift LINDA. voor volwassen vrouwen.
• de lay-out (opmaak): in tijdschriften en op websites voor jongeren zie je veel illustraties, grote koppen, veel kleuren en lettertypen. Ingewikkelde teksten voor volwassenen zien er vaak saaier uit dan teksten voor jongeren.
  

Tekst en publiek

Voor wie de tekst is bedoeld, kun je altijd zien aan: 

- onderwerp

- bron 

- taalgebruik

- lay-out

Alle vier heb je nodig om te checken voor welk publiek een tekst is geschreven.

Aan de slag!

Zelfstandig werken

Wat ga je doen?

opdracht 1 t/m 5 op blz. 202-209

Aan de slag!

H6: lezen

Maak opdracht 1,2 en 3.

bladzijde 202, 203, 204, 205.

H6 Lezen: Over tekst en publiek

We werken de eerste 10 minuten in stilte.

Klaar? Verder met opdracht 4,5 en 6

Bedankt allemaal

Bedankt allemaal!

Schrijven voor publiek

Welkom!             Nederlands 2BB2

Bron: foto 1 www.flickr.com ; Matthijs Quaijtaal

Programma van de les 19 mei

Programma:

• Aanwezigheid
• Tekst en Publiek afronden
• Schrijven
• Aan de slag 
• Afsluiting
• 
  

Lesdoel:

Ik weet voor welk publiek een tekst is bedoeld.

Ik kan een tekst aanpassen voor een publiek.

Doelen van deze les

• Je weet welk tekstsoort voor welk publiek bedoeld is
• Je kunt je woordgebruik en lay-out aanpassen aan je publiek bij het schrijven van een tekst.

Schrijfdoel

Wanneer je een tekst schrijft moet je altijd nadenken waarom je de tekst schrijft.

Schrijf je om gewoon een leuk verhaal te vertellen? Schrijf je om informatie te krijgen? Schrijf je om iemand over te halen?

De reden waarom je iets schrijft, noem je je tekstdoel. 

Tekstdoelen

De schrijver van een tekst heeft altijd een doel. Dit noemen we het tekstdoel.

Het tekstdoel geeft aan wat de schrijver met zijn tekst wil bereiken.

Bron: www.flicker.com ; Tom Simpson

De Donald Duck, een stripboek.

Bron: www.flicker.com ; Marco Raaphorst

Verschillende dagbladen / kranten.

Bron: McDonalds

Reclameposter voor McDonalds.

Bron: www.havot.nl via Google

Verschillende schoolboeken

Schrijven in stappen

1. Wie is mijn publiek?

2. Pas taalgebruik aan

3. Pas lay-out aan

Publiek

Als je een tekst schrijft, moet je er rekening mee houden voor wie je schrijft; dit is je publiek. Je past je toon, woordkeuze en lay-out aan je publiek aan.

Maak nu de opdrachten in                               bij Schrijven H6. Lees voordat je begint het theoriestukje Schrijven voor publiek.

Aan de slag!

H6: lezen

Maak opdracht 1,2 en 3.

bladzijde 210, 211 en 212

H6 Schrijven

We werken de eerste 10 minuten in stilte.

Klaar? Verder met opdracht 4 blz 212 en 213

Tot de volgende les!