25. März / Kapitel 5 Essen / Grammatik

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Lernziel

• Aan het einde van de les ken je de bezittelijke voornaamwoorden in het Duits.
  
• Aan het einde van de les kun je de bezittelijke voornaamwoorden in het Duits in een opdracht gebruiken.
  

Programm

• Wiederholung ein, eine, kein, keine
• instructie bezittelijke voornaamwoorden
• oefenen (üben)

die Hausaufgaben

Gemacht zu Kapitel 5

• Aufgabe 26 und 27 zu E Grammatik
  

Gelernt zu Kapitel 5:

• Wortschatz N-D und D-N
  
• Grammatik E
  

Gelernt zu Kapitel 4:

• Grammatik E

Gemacht worden von:

Luuk, Femke, Micha, Tim, Carinne, Lieke, Hidde, Luuk, Celine, Nikki, Jinte, Chanel

Aufgabe

Tabel overnemen op volgende dia en invullen

Aufgabe

Arbeitet zu zweit. 

Stellt abwechselnd Fragen (rechts) und beantwortet sie.

Beispiel:

A: Brauchst du ein Messer? B: Nein, danke. Ich brauche kein Messer.

1 Möchtest du eine Suppe?

2 Suchst du ein Messer?

3 Brauchst du eine Gabel?

4 Trinkst du auch eine Cola?

5 Ist das ein gutes Restaurant?

6 Kaufst du ein Brot beim Bäcker?

Aufgabe

Dadelijk zie je een filmpje over de bezittelijke voornaamwoorden (herhaling vorige week).

Na het kijken ga je in een groepje aan de slag met zo'n zelfde opdracht te maken.

Aufgabe:

Was? Maak een klein toneelstukje over de bezittelijke voornaamwoorden.

Wie? Gruppenarbeit, zu viert/fünft

Ergebnis: ein kleines Theaterspiel vor der Klasse

Fertig? 

- slim stampen K 5

- slim stampen Grammatik E Kapitel 4 und 5

die Hausaufgaben

Gemacht zu Kapitel 5

• Aufgabe 28 und 29 zu E Grammatik
  

Gelernt zu Kapitel 5:

• Wortschatz N-D und D-N
  
• Grammatik E
  

Gelernt zu Kapitel 4:

• Grammatik E