26.und 27. März / Kapitel 5 Essen / Grammatik

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Lernziel (2 Stunden) 

• Aan het einde van de les ken je de bezittelijke voornaamwoorden in het Duits.
  
• Aan het einde van de les kun je de bezittelijke voornaamwoorden in het Duits in een opdracht gebruiken.
  

Programm

• Wiederholung ein, eine, kein, keine
• toneelstukje maken

Taaltoets verplaatst naar 

18 april

die Hausaufgaben

Gemacht zu Kapitel 5

• Aufgabe 24 und 25 zu E Grammatik
  

Gelernt zu Kapitel 5:

• Wortschatz N-D und D-N
  
• Grammatik E
  

Gelernt zu Kapitel 4:

• Grammatik E

Gemacht worden von:

???

Aufgabe

Tabel overnemen op volgende dia en invullen

Selbständig arbeiten

Was? Die Aufgaben 20-23 zu E Grammatik Kapitel 5

Mit wem: zu zweit überlegen, alleine notieren

Hilfsmittel: Grammatik A

Wie lange: 20 Minuten

Fertig?

- slim stampen

Lernübersicht

- Aufgabe Wortschatz (auf Papier)

Aufgabe

Dadelijk zie je een filmpje over de bezittelijke voornaamwoorden (herhaling vorige week).

Na het kijken ga je in een groepje aan de slag met zo'n zelfde opdracht te maken.

Aufgabe:

Was? Maak een klein toneelstukje over de bezittelijke voornaam-woorden.

Gebruik mein, dein, sein en ihr. Kies een voorwerp om het bez. voornaamwoord duidelijk te maken:

• Ist das dein Heft/deine Brille?
• Nein, das ist nicht mein Heft/meine Brille

Wie lange: 15 Minuten

Wie? Gruppenarbeit, zu viert/fünft

Ergebnis: ein kleines Theaterspiel vor der Klasse (10 Minuten)

Fertig?

- slim stampen K 5

- slim stampen Grammatik E Kapitel 4 und 5

die Hausaufgaben

Gemacht zu Kapitel 5

• Aufgabe 26 und 27 zu E Grammatik
  

Gelernt zu Kapitel 5:

• Wortschatz N-D und D-N
  
• Grammatik E
  

Gelernt zu Kapitel 4:

• Grammatik E