Les 4: oefenen met moessons en passaten

Tijdens deze les
Uitleg verschil moesson en passaat.

Ga je zelfstandig aan het werk in deze Lesson Up.
Je oefent met luchtdruk, de ITCZ, passaten en moessons.

Je bent zelfstandig aan het werk voor aardrijkskunde.
Je geeft volledig antwoord en vult je antwoorden aan na de hint-knop te hebben geraadpleegd.

Je leest goed in de Lesson Up wat je moet doen.
Ook als je klaar bent met deze Lesson Up werk je verder aan AK.
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Tijdens deze les
Uitleg verschil moesson en passaat.

Ga je zelfstandig aan het werk in deze Lesson Up.
Je oefent met luchtdruk, de ITCZ, passaten en moessons.

Je bent zelfstandig aan het werk voor aardrijkskunde.
Je geeft volledig antwoord en vult je antwoorden aan na de hint-knop te hebben geraadpleegd.

Je leest goed in de Lesson Up wat je moet doen.
Ook als je klaar bent met deze Lesson Up werk je verder aan AK.

Slide 1 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een moesson en een passaat wind? Kijk naar de windrichtingen in de 2 perioden.

Slide 2 - Diapositive

Bij stijgende lucht is er wat voor een luchtdruk?
A
hoge
B
lage

Slide 3 - Quiz

Wat is juist bij de evenaar?
A
lage druk met neerslag
B
hoge druk met neerslag
C
lage druk met droogte
D
lage druk met droogte

Slide 4 - Quiz


Leg uit wat er bij 30NB gebeurt waardoor er daar woestijnen liggen.
hint
Geef aan: of er hoge of lage luchtdruk is
- of de wind daalt of stijgt
- of de wind warmer of kouder wordt
- of er condensatie plaatsvindt of wolken verdwijnen
- of het daardoor regent of juist droog is

Slide 5 - Question ouverte


Leg uit wat er op 60NB gebeurt waardoor het daar regelmatig regent.
hint
Geef aan: 
- wat er met de wind van 90NB en 30NB gebeurt
- welke lucht er opstijgt
- of er hoge/lage luchtdruk is
- of er daarbij condensatie plaatsvindt of wolken verdwijnen

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive


Beredeneer met behulp van de heersende luchtdrukgebieden uit dat de kaart op de vorige dia echt over januari gaat.
Hint deel 1
De ITCZ verschuift met de loodrechte instraling van de zon (dus tussen de 23,5NB en 23,5ZB).


Hint deel 2
Geef aan:
- waar de loodrechte instraling van de zon in januari is
- wat loodrechte instraling van de zon met luchtdruk doet
- waar de ITCZ ligt op de kaart
(dus gaat de kaart over januari)

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Beredeneer met behulp van de heersende luchtdrukgebieden uit dat de kaart op de vorige dia echt over Juli gaat.
Hint
De ITCZ verschuift met de loodrechte instraling van de zon (dus tussen de 23,5NB en 23,5ZB).
Geef aan:
- waar de loodrechte instraling van de zon in juli is
- wat de loodrechte instraling van de zon met de luchtdruk doet
- waar de ITCZ ligt op de kaart
(dus gaat de kaart over juli)


Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive



Bekijk de kaart op de vorige dia. In de paarse cirkel zie je dat de wind een gekke bocht maakt. Leg met behulp van de wet van Buys Ballot uit waarom de wind daar waait zoals hij waait.

Hint
- Beschrijf van welk luchtdrukgebied naar welk luchtdrukgebied de wind waait op de kaart.
- Geef ga in op het verschil in afwijking op het NH en het ZH.
(Let op: de wind steekt de evenaar over om het lage luchtdrukgebied te bereiken.)

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive



Bekijk de kaarten op de vorige 2 dia's.
Leg uit of er boven Paramaribo een passaat of een moesson ligt.
Hint
- leg uit wat het verschil tussen een passaat en een moesson is.
- wat de windrichting in januari is (aanlandig/aflandig)
- wat de windrichting in juli is (aanlandig/aflandig)

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive



Bekijk de kaarten op de vorige 2 dia's.
Leg uit waardoor er boven India (bij Mumbai en Delhi) een moesson is.
Hints deel 1
- leg uit wat het verschil tussen een passaat en een moesson is.
- beschrijf waar de ITCZ in januari ligt
- gebruik de Wet van Buys ballot
- wat de windrichting is (aanlandig of aflandig)

hints deel 2
- beschrijf waar de ITCZ in juli ligt
- gebruik de Wet van Buys ballot
- wat de windrichting is (aanlandig/aflandig)

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive



Bekijk de kaarten op de vorige 2 dia's.
Beredeneer of de wind bij Nairobi (Afrika) een moesson of een passaat is.
Hints deel 1
- leg uit wat het verschil tussen een passaat en een moesson is.
- beschrijf waar de ITCZ in januari ligt
- gebruik de Wet van Buys ballot
- wat de windrichting is (aanlandig of aflandig)

hints deel 2
- beschrijf waar de ITCZ in juli ligt
- gebruik de Wet van Buys ballot
- wat de windrichting is (aanlandig/aflandig)

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Bekijk de kaarten
Leg uit waarom er in juni/juli veel neerslag valt in Midden-Amerika (3p).

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Gebruik de kaarten.
Leg uit waarom er veel meer neerslag valt rond de evenaar ten opzichte
van het noorden van Australië (3p).

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Gebruik de kaarten.
Kijk goed wat er gebeurt boven India.

Wat is de windrichting boven India in Juli?
(windrichting = waar de wind vandaan komt)
Gebruik de Wet van Buys Ballot
A
noordoost
B
zuidwest
C
noordwest
D
zuidoost

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Bekijk nogmaals de kaarten.

Kijk goed wat er gebeurt boven India.

Wat is de windrichting boven India in december?
(windrichting = waar de wind vandaan komt)
Wet van Buys Ballot
- wind waait van H naar L
- NH afwijking naar rechts
- ZH afwijking naar links

(ITCZ = lage druk)
A
noordoost
B
zuidwest
C
noordwest
D
zuidoost

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Bekijk de kaarten
De wind draait boven India halverwege het jaar dus van richting. Hoe noem je zo'n wind?

Slide 36 - Question ouverte

Beredeneer waarom er op de evenaar
tropisch regenwoud voorkomt.
Terwijl er verder weg van de evenaar
savanne voorkomt (3p).

Slide 37 - Question ouverte

Slide 38 - Vidéo

Leer uit je hoofd
  • Een passaat en een moesson waaien beide rond de evenaar
  • Een passaat waait het hele jaar door dezelfde richting op
  • Een moesson waait het ene half jaar de ene kant op, het andere halve jaar de andere kant op.
  •  Moessons ontstaan door een grote verschuiving van de ITCZ.

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Vidéo

Slide 41 - Vidéo

Slide 42 - Vidéo

Slide 43 - Vidéo

Slide 44 - Vidéo

Leer uit je hoofd
  • Een passaat en een moesson waaien beide rond de evenaar
  • Een passaat waait het hele jaar door dezelfde richting op
  • Een moesson waait het ene half jaar de ene kant op, het andere halve jaar de andere kant op.
  •  Moessons ontstaan door een grote verschuiving van de ITCZ.

Slide 45 - Diapositive