Herhaling H6

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

H6 vergoten en verkleinen

Welkom periode 3

Afsluiting: periodetoets H6 en H1

onderwerpen:

Vergrotingsfactor.

Verkleinen.

Gelijkvormige driehoeken.

Berekeningen in gelijkvormige driehoeken.

Van vergrotingsfactor naar oppervlakte.

Van vergrotingsfactor naar inhoud.

Kaart en schaal.

Schaallijn.

Schaalmodel.

Tekenen op schaal.

Vergrotingsfactor

Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel.

Vergrotingsfactor

Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel.

Vergrotingsfactor = 34 : 20

Vergrotingsfactor

Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel.

Vergrotingsfactor = 34 : 20

Vergrotingsfactor = 1,7

De lengte van het origineel is 10m en van de vergroting is 30m
Wat is de vergrotingsfactor?

1. 0.3
2. 0.33
3. 3
4. 33

De kleine foto is het origineel.
De lengte is 7 cm
De vergrotingsfactor is 1,5.
Wat is de lengte van het beeld?

1. 10,5 cm
2. 105 cm
3. 0,2 cm
4. 7 cm

onderwerpen:

Vergrotingsfactor.

Verkleinen.

Gelijkvormige driehoeken.

Berekeningen in gelijkvormige driehoeken.

Van vergrotingsfactor naar oppervlakte.

Van vergrotingsfactor naar inhoud.

Kaart en schaal.

Schaallijn.

Schaalmodel.

Tekenen op schaal.

Verkleinen.

Noemen we ook een vergrotingsfactor.

De vergrotingsfactor ligt dan tussen 0 en 1.

Vergrotingsfactor= lengte beeld : lengte origineel

Verkleinen.

Noemen we ook een vergrotingsfactor.

De vergrotingsfactor ligt dan tussen 0 en 1.

Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

Vergrotingsfactor = 14 : 20

Verkleinen.

Noemen we ook een vergrotingsfactor.

De vergrotingsfactor ligt dan tussen 0 en 1.

Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

Vergrotingsfactor = 14 : 20

Vergrotingsfactor = 0,7

Van een foto van twee watervogels maak ik een verkleining. Wat is de vergrotingsfactor?

1. 1,78
2. 0,56
3. 35000
4. Deze kun je niet uitrekenen. Er is te weinig informatie

Een foto van 15 cm wordt verkleind met een vergrotingsfactor van 0,8. Hoeveel cm wordt de nieuwe foto?

1. 12
2. 15,8
3. 18,75
4. Het goede antwoord staat er niet tussen

onderwerpen:

Vergrotingsfactor.

Verkleinen.

Gelijkvormige driehoeken.

Berekeningen in gelijkvormige driehoeken.

Van vergrotingsfactor naar oppervlakte.

Van vergrotingsfactor naar inhoud.

Kaart en schaal.

Schaallijn.

Schaalmodel.

Tekenen op schaal.

6.2 Gelijkvormige driehoeken

6.2 Gelijkvormige driehoeken

6.2 Gelijkvormige driehoeken

Welke driehoek is een vergroting van ABC?

Zijn deze driehoeken

gelijkvormig?

1. Ja
2. Nee
3. Kun je niet zeggen
4. Ik weet niet

Zijn deze driehoeken
gelijkvormig?

1. ja
2. nee
3. geen idee

onderwerpen:

Vergrotingsfactor.

Verkleinen.

Gelijkvormige driehoeken.

Berekeningen in gelijkvormige driehoeken.

Van vergrotingsfactor naar oppervlakte.

Van vergrotingsfactor naar inhoud.

Kaart en schaal.

Schaallijn.

Schaalmodel.

Tekenen op schaal.

6.2 Gelijkvormige driehoeken

6.2 Gelijkvormige driehoeken

6.2 Gelijkvormige driehoeken

6.2 Gelijkvormige driehoeken

onderwerpen:

Vergrotingsfactor.

Verkleinen.

Gelijkvormige driehoeken.

Berekeningen in gelijkvormige driehoeken.

Van vergrotingsfactor naar oppervlakte.

Van vergrotingsfactor naar inhoud.

Kaart en schaal.

Schaallijn.

Schaalmodel.

Tekenen op schaal.

benaming

Wat is de vergrotingsfactor? 

Wat is de oppervlakte van het beeld?

opp beeld= v.f. x v.f. x opp origineel

benaming

Wat is de vergrotingsfactor? 

v.f. = 45 : 30

Wat is de oppervlakte van het beeld?

opp beeld= v.f. x v.f. x opp origineel

benaming

Wat is de vergrotingsfactor? 

v.f. = 45 : 30

v.f. = 1,5

Wat is de oppervlakte van het beeld?

opp beeld= v.f. x v.f. x opp origineel

benaming

Wat is de vergrotingsfactor? 

v.f. = 45 : 30

v.f. = 1,5

Wat is de oppervlakte van het beeld?

opp beeld= v.f. x v.f. x opp origineel

opp beeld = 1,5 x 1,5 x 600

benaming

Wat is de vergrotingsfactor? 

v.f. = 45 : 30

v.f. = 1,5

Wat is de oppervlakte van het beeld?

opp beeld= v.f. x v.f. x opp origineel

opp beeld = 1,5 x 1,5 x 600

opp beeld = 1350

De oppervlakte van de kleine figuur is 10 cm². De figuur wordt 4 keer vergroot. Hoe bereken je de oppervlakte van de vergroting.

1. 4 x 4 x 10 =160
2. 4 x 10 =40

Bereken hoeveel keer de oppervlakte is vergroot => dus de oppervlaktevergroting.

1. 4,5 : 3 = 1,5 1,5 x 1,5 = 2,25
2. 4,5 - 3 = 1,5
3. 3 x 4,5 = 13,5
4. 4,5 : 3 = 1,5

onderwerpen:

Vergrotingsfactor.

Verkleinen.

Gelijkvormige driehoeken.

Berekeningen in gelijkvormige driehoeken.

Van vergrotingsfactor naar oppervlakte.

Van vergrotingsfactor naar inhoud.

Kaart en schaal.

Schaallijn.

Schaalmodel.

Tekenen op schaal.

vergrotingsfactor inhoud

v.f. = Beeld : origineel

vergrotingsfactor inhoud

v.f. = Beeld : origineel

v.f. = 60:20 = 3

vergrotingsfactor inhoud

v.f. = Beeld : origineel

v.f. = 60:20 = 3

Inhoud origineel = 100cm³

^{Inhoud beeld = v.f. x v.f. x v.f. x inhoud origneel}

vergrotingsfactor inhoud

v.f. = Beeld : origineel

v.f. = 60:20 = 3

Inhoud origineel = 100cm³

^{Inhoud beeld = v.f. x v.f. x v.f. x inhoud origneel}

^{inhoud beeld = 3 x 3 x 3 x 100} 

vergrotingsfactor inhoud

v.f. = Beeld : origineel

v.f. = 60:20 = 3

Inhoud origineel = 100cm³

Inhoud beeld = v.f. x v.f. x v.f. x inhoud origneel

inhoud beeld = 3 x 3 x 3 x 100 

inhoud beeld = 2700 cm³

Stel: Er is een kubus met een inhoud van 27 cm³. En de normale vergrotingsfactor is 2. Wat zou dan de inhoud zijn van de grotere kubus?

1. 216 cm³
2. 54 cm³
3. 108 cm³
4. 13,5 cm³

onderwerpen:

Vergrotingsfactor.

Verkleinen.

Gelijkvormige driehoeken.

Berekeningen in gelijkvormige driehoeken.

Van vergrotingsfactor naar oppervlakte.

Van vergrotingsfactor naar inhoud.

Kaart en schaal.

Schaallijn.

Schaalmodel.

Tekenen op schaal.

Afstand in de werkelijkheid berekenen.

herhaling

Op de kaart hieronder is het van Rijssen naar Hengelo 4,2 cm.

Hoeveel km is dat in werkelijkheid?

De afstand op een kaart is 5,5 cm.
De schaal is 1:4000
Hoeveel meter is de afstand in werkelijkheid?
Typ je berekening en je antwoord in.

De schaal bepalen bij een schaallijn en een schaallijn tekenen. (herhaling) 

Welke schaal hoort er bij deze schaallijn?

1. 1:200
2. 1:1200
3. 1:20000
4. 200:1200

Tekening maken op schaal.

1. 0,23 cm
2. 23 cm
3. 75 cm
4. 0,75 cm

Teken het bovenaanzicht van dit gebouw op schaal 1 : 1000

Teken het bovenaanzicht van dit gebouw op schaal 1 : 1000