massaverhoudingen TL3 start onderwerp


fase overgang
chemische reactie
mengsel
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon


fase overgang
chemische reactie
mengsel

Slide 1 - Diapositive

 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

leerdoelen
wet van behoud van massa:
-kennen
-kunnen uitleggen
- ermee kunnen rekenen (= toepassen)

massaverhouding van een reactie
- weten dat elke soort reactie zijn eigen massaverhouding heeft
-kunnen uitleggen wat daarmee wordt bedoeld
- ermee kunnen rekenen

Slide 4 - Diapositive

Wet van behoud van massa
Er kan geen massa verschijnen of verdwijnen.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive



Slide 7 - Diapositive

wet van behoud van massa

aluminium (s)   +  zuurstof (g)   --> aluminiumoxide (s)

9  g              +             ?          =                  17 g

?           +           80 kg           =            170 kg

Slide 8 - Diapositive

wet van behoud van massa

waterstofchloride (g) + ammoniak (g) ->  salmiak (s)

3,6  mg        +      1,7  mg    ->     ......
7,2  kg     +   ............  kg     ->    10,6  kg

Slide 9 - Diapositive

stoffen reageren met elkaar in een constante massaverhouding

koolstof (s)   +   zuurstof (g).     ->   koolstofdioxide (g)
3   g           :              8  g       ->                                         


Voor elke soort reactie is de massaverhouding anders!!!!!

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

aluminium (s)   + zuurstof (g)  -> aluminiumoxide (s)
9 g                  8 g                                             
Hoeveel gram aluminiumoxide ontstaat er?
Hoeveel gram aluminium reageert er met 25 g zuurstof?

aluminium         9              ?     
zuurstof          8            25

Slide 12 - Diapositive

                           ijzer   +    zuurstof -> ijzeroxide
massaverhouding         3,1      :       1                                                       


Hoeveel zuurstof reageert er met 26 gram ijzer?
Hoeveel gram ijzeroxide ontstaat er dan?




Slide 13 - Diapositive

Zelf aan het werk
Vragen?
§3.2 goed doorlezen
opgave 10 tm 16 maken (17 niet)

Slide 14 - Diapositive

rekenen met massaverhoudingen
koolstof (s)   +   zuurstof (g) ->   koolstofdioxide (g)
12   g         :      32  g     ->                             
Met een verhoudingstabel (kruislings vermenigvuldigen)
Hoeveel gram zuurstof reageert met 20 gram koolstof?

koolstof        12       20
   zuurstof         32        ?      


vorige les

Slide 15 - Diapositive

vandaag wet van behoud van massa practicum
practicum staalwol verbranden
staalwol  (s)    + zuurstof  (g)   --> ijzeroxide (s)

Voorspel of het reactieproduct meer massa heeft dan de staalwol

Weeg het plukje staalwol voor en na de reactie
Voor = ........gram
Na = .......gram

Slide 16 - Diapositive

vandaag
leerdoelen §2

Je kunt een reactieschema opstellen. (met fase)
Je kunt rekenen met de wet van behoud van massa.
Je kunt rekenen met massaverhoudingen.
Je kunt rekenen met overmaat.

Slide 17 - Diapositive

vandaag zelf aan het werk


extra oefening massaverhoudingen 1
extra oefening massaverhouding 2
 toepassen (einde H3) opgave 31 en 34 tm 38 maken,
nakijken en verbeteren, vragen stellen!

Slide 18 - Diapositive

rekenen met massa verhoudingen
aluminium     +      zuurstof  --> aluminiumoxide
9        :          8                                        

Hoeveel zuurstof reageert er met 125 gram aluminium?

Slide 19 - Diapositive

overmaat
aluminium     +      zuurstof  --> aluminiumoxide
9        :          8                              17     
                                 
   Je hebt 210 g    aluminium  en  230 g zuurstof.
hoeveel gram zuurstof reageert er?
Hoeveel zuurstof houdt je over = overmaat?

Slide 20 - Diapositive

vandaag
leer je over reagens  en  aantoningsreacties
leer je reactieschema's maken


Slide 21 - Diapositive

reactie schema (met woorden/namen)
probeer zo veel mogelijk de fase aanduiding te gebruiken
(s) (l) (g)
voorbeeld:
koolstof reageert met zuurstof tot koolstofmono-oxide

Slide 22 - Diapositive

koolstof reageert met zuurstof tot koolstofmono-oxide

1: welke stof(fen). is/zijn de beginstoffen
2: welke stof(fen) is/zijn de eindproducten
Maak je reactieschema     (met + -> )

koolstof + zuurstof (g) -> koolstofmono-oxide

Slide 23 - Diapositive

Bij een vergisting ontleedt glucose in alcohol en koolstofdioxide
.


Beginstof(fen)?
Eindproduct(en)?

Slide 24 - Diapositive

ammoniak ontstaat door stikstof met waterstof te laten reageren

Slide 25 - Diapositive

Fotosynthese is een proces, waarbij zonne energie gebruiktt wordt om glucose en zuurstof te produceren uit koolstofdioxide en water.

Slide 26 - Diapositive

Natriumcarbonaat kan ontleden. Er onstaan dan koolstofdioxide, natrium en zuurstof.

Slide 27 - Diapositive

(in tweetallen) 20 minuten
Zoek op en noteer in je schrift:
- Wat zijn aantoningsreacties?
- Wat is een reagens? (meervoud reagentia)
-Wat wordt bedoeld met selectief en gevoelig?
- Welke aantoningsreacties zijn er voor:
Water,    koolstofdioxide,   zetmeel,   zwaveldioxide, waterstof, zuurstof
Blafje
vervolg

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

CO2 = koostofdioxide
Aantonen met kalkwater (reagens)
Heldere kleurloze vloeistof wordt wit troebel

Slide 30 - Diapositive

Welke opstelling klopt er?

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Slide 33 - Diapositive