§2.4 massa

§2.4 massa

Wet van behoud van massa
(massa links = massa rechts)

Massa verhoudingen
Stoffen reageren in vaste massa verhoudingen
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

§2.4 massa

Wet van behoud van massa
(massa links = massa rechts)

Massa verhoudingen
Stoffen reageren in vaste massa verhoudingen

Slide 1 - Diapositive

Wet van behoud van massa
Er kan geen massa verschijnen of verdwijnen.
Massa: g. kg, mg, ton

Slide 2 - Diapositive

Wet van behoud van massa

Er kan geen massa verschijnen of verdwijnen.

De massa van de beginstoffen is even groot als de massa van de stoffen die ontstaan. (reactieproducten)

Massa: g. kg, mg, ton

Slide 3 - Diapositive

Wet van behoud van massa
massa's van beginstoffen samen = massa van de reactieproducten samen
                              3 g             =           3 g
                          6 ton             =         6 ton
                   
a  +  b --> c
5 g + 11 g --> 16 g
         a  -->  b    +    c    +    d
17 mg  --> 3 mg  + 5 mg + 9 mg

Slide 4 - Diapositive

wet van behoud van massa

aluminium (s)   +  zuurstof (g)   --> aluminiumoxide (s)

9  g              +             ?          =                  17 g

?           +           80 kg           =            170 kg
gassen hebben ook massa!

Slide 5 - Diapositive

Gassen hebben ook een massa!

Slide 6 - Diapositive

wet van behoud van massa
waterstofchloride (g) + ammoniak (g) ->  salmiak (s)

             3,6  mg        +      1,7  mg    ->     ......                                                        
7,2  kg     +   ............  kg     ->    10,6  kg                           

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Stoffen reageren met elkaar in een constante massaverhouding

koolstof (s)   +   zuurstof (g)    ->   koolstofdioxide (g)
                      3           :          8                         ->                  11                              


Voor elke soort reactie is de massaverhouding anders!!!!!

Slide 9 - Diapositive

Stoffen reageren met elkaar in een constante massaverhouding

koolstof (s)   +   zuurstof (g)    ->   koolstofdioxide (g)
                      3           :          8                         ->                  11                              
3 gram              8 gram                                                  
3 kg                  8 kg                                                  
   9 g                     24 g                                                       

Slide 10 - Diapositive

massa verhouding
koolstof (s)   +   zuurstof (g).     ->   koolstofdioxide (g)
            3            :           8     

Je hebt 477 Kg koolstof, hoeveel zuurstof reageert er?                                     

gebruik verhoudingstabellen !


koolstof
zuurstof
      3
    8
477
(477 x 8 ) : 3
kruislings vermenigvuldigen

Slide 11 - Diapositive

aluminium (s)   + zuurstof (g)  -> aluminiumoxide (s)
         9        :     8                                                

Hoeveel gram aluminium reageert er met 25 g zuurstof?


aluminium
zuurstof
   9
   8
   25

Slide 12 - Diapositive

aluminium (s)   + zuurstof (g)  -> aluminiumoxide (s)
         9        :     8                                                

Hoeveel gram aluminium reageert er met 25 g zuurstof?


aluminium
zuurstof
   9
   8
(9 x 25) : 8
   25

Slide 13 - Diapositive

             Hoeveel zuurstof reageert er met 26 gram ijzer?
Hoeveel gram ijzeroxide ontstaat er dan?




                                        ijzer   +    zuurstof  ->  ijzeroxide
massaverhouding         31     :       10           ->         :   41
IJzer
zuurstof
Eerst deze invullen

Slide 14 - Diapositive

             Hoeveel gram zuurstof reageert er met 26 gram ijzer?
Hoeveel gram ijzeroxide ontstaat er dan?




                                        ijzer   +    zuurstof  ->  ijzeroxide
massaverhouding         31     :       10                      -> 41
IJzer
zuurstof
  31
   10
 26
 (10 x 26)
 : 31 = 8 g
Er reageert 8 g zuurstof.
Er ontstaat 26  + 8 = 34 g
 ijzeroxide.

Slide 15 - Diapositive

§2.4 massa

Wet van behoud van massa
(massa links = massa rechts)

Massa verhoudingen
Stoffen reageren in vaste massa verhoudingen

Slide 16 - Diapositive