Stijlfiguren PowerPoint tot nu toe

Welkom bij Nederlands
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Stijlfiguren oefenen
Na deze les heb je meer vaardigheid in het benoemen van de stijlfiguren.


Slide 2 - Diapositive

Het gaat over stijlfiguren
Pleonasme
Tautologie
Contaminatie

Slide 3 - Diapositive

0

Slide 4 - Vidéo

Wat weet je al
over stijlfiguren?

Slide 5 - Carte mentale

Stijlfouten - aantekening

  • Contaminatie - Ik wil me verexcuseren.
  • Combinatie van woorden of uitdrukkingen (bij elkaar gepakt/ aan elkaar geplakt)

  • Tautologie  - je doet dat altijd en eeuwig op die manier.
  •   Dubbelop, vaak synoniemen, het gaat om dezelfde woordsoort.
  • Pleonasme - de witte sneeuw lag op het dak.
  •   Dubbelop, geen synomiemen, niet door elkaar te vervangen - een eigenschap van iets wordt extra benadrukt (bijv.nw).


Slide 6 - Diapositive

Welke stijlfiguur is te herkennen?
1. Je krijgt een gratis cadeau van mij.
2. De houten boomstam lag in het bos.
3. Je moet die gegevens even opnoteren
4. Het rode bloed was overal te zien
5. Hé joh, je bent gewoon aan het afspieken
6. Je krijgt bij dit abonnement gratis en voor niets 

  1. pleonasme
  2. pleonasme
  3. contaminatie
  4. pleonasme
  5. contaminatie
  6. tautologie

Slide 7 - Diapositive

Je mag dit niet overkopiëren, jongeman!
A
Tautologie
B
Contaminatie
C
Pleonasme

Slide 8 - Quiz

Heb je de rommel nu al uitgeselecteerd, of moet ik het doen?
A
Pleonasme
B
Tautologie
C
Contaminatie

Slide 9 - Quiz

Die witte melk van Melkunie vind ik ontzettend smaakvol.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Contaminatie

Slide 10 - Quiz

Ronald is altijd en eeuwig te laat op school.
A
Tautologie
B
Contaminatie
C
Pleonasme

Slide 11 - Quiz

Hij heeft exact nauwkeurig uitgezocht hoe laat de trein vertrekt.
A
Contaminatie
B
Peonasme
C
Tautologie

Slide 12 - Quiz

Die vinnige heks ga ik liever uit de weg.
A
Pleonasme
B
Tautologie
C
Contaminatie

Slide 13 - Quiz

Wil je deze lijst even afchecken?
A
Tautologie
B
Contaminatie
C
Pleonasme

Slide 14 - Quiz

Na lang wikken en wegen besloot hij om de auto te kopen.
A
Tautologie
B
Contaminatie
C
Pleonasme

Slide 15 - Quiz

Door de kletsnatte regenbui fietste ik naar school.
A
Contaminatie
B
Pleonasme
C
Tautologie

Slide 16 - Quiz

Beeldspraak - aantekening

Vergelijking met als - Ik voel me ALS een vis in het water

Het object en beeld worden vergeleken m.b.v. het woordje als


Vergelijking zonder als - Je bent echt een rund.

Het object en beeld worden vergeleken zonder gebruik van het woordje als                            (jij bent ALS een rund)



Slide 17 - Diapositive

Beeldspraak - aantekening
Metafoor - De koperen bal verdween achter de horizon 
Je weet wat er bedoeld wordt, maar je zegt het met andere woorden.    
                        De koperen bal = de zon, maar die staat niet                 
                        genoemd!  
                        Er is WEL een vergelijking


Slide 18 - Diapositive

Beeldspraak - aantekening
Metonymia - Doe mij nog maar een kopje,
Je noemt een deel iets. Bijv. de haarkleur, de kleur van de trui, het merk. Dat zegt niets over het geheel.
                             Het kopje = een kopje koffie/thee...dat weet         
                             je...maar dat staat niet genoemd. Er is helemaal  
                             GEEN vergelijking!
Bijna alle merknamen die alleen genoemd worden zijn metonymia
Mag ik een Coca Cola, heb jij een Apple, meestal gebruik ik mijn Gazelle

Slide 19 - Diapositive

Metonymia
Je noemt eigenlijk maar een stukje van iets, terwijl je alles bedoelt. 
  • Doe mij maar een Fanta.
  • Wij hebben les van die rooie krullenbol.
  • Wil de achterste rij even stil zijn?
  • De haard brand lekker. 

Slide 20 - Diapositive

Beeldspraak - aantekening
Personificatie - Vriendelijk lachte de tuin ons toe. 

Je geeft een menselijke eigenschap aan een levenloos iets. 
Levenloze dingen worden als levende wezens weergegeven.
                        

Slide 21 - Diapositive

0

Slide 22 - Vidéo

Wil die sproetenkop even opletten?
A
Vergelijking zonder als
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Metonymia

Slide 23 - Quiz

Ze had stinkende zweetvoeten
A
Contaminatie
B
Metonymia
C
Pleonasme
D
Vergelijking zonder als

Slide 24 - Quiz

Karel slaapt als een marmot
A
Vergelijking met als
B
Contaminatie
C
Metafoor
D
Tautologie

Slide 25 - Quiz

Dat doe ik nooit en te nimmer fout!
A
pleonasme
B
metafoor
C
metonymia
D
tautologie

Slide 26 - Quiz

'Ik zie dat de achterste rij niet oplet', zei de gymleraar.
A
Metonymia
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Vergelijking zonder als

Slide 27 - Quiz

Ik heb een lange dag gehad.
Wil je me een bakje troost inschenken?
A
vergelijking zonder als
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia

Slide 28 - Quiz

Mijn opa, de oude brombeer, zat weer eens te mopperen over zijn eten.
A
vergelijking zonder als
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia

Slide 29 - Quiz

Het peloton ging als een waaier door het vlakke landschap.
A
vergelijking met als
B
metafoor
C
vergelijking zonder als
D
metonymia

Slide 30 - Quiz

Als een bejaarde slenterde Rowena over de finish!
A
vergelijking met als
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia

Slide 31 - Quiz

Mijn broer zit de hele avond naar zijn beeldscherm te kijken.
A
vergelijking met als
B
metafoor
C
vergelijking zonder als
D
metonymia

Slide 32 - Quiz

Kijk eens wat voor benen daar aankomen!
A
vergelijking zonder als
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia

Slide 33 - Quiz