(WEEK 5) 3M1 - 3.1, 3.2 & 3.3 Should(n't)

to online English class 👋🏻
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

to online English class 👋🏻

Slide 1 - Diapositive

WEEK 4

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je nog over "MAY" & "MIGHT"?

Slide 4 - Carte mentale

MAY & MIGHT

Beide gebruik je bij een voorstel of als je op een beleefde manier een vraag wilt stellen.

Slide 5 - Diapositive

MAY & MIGHT

Bij may vraag je 'Mag ik dit zien?'

Bij might vraag je  'Zou ik dit mogen zien?'.

De waarschijnlijkheid waarop iets kan is veel kleiner 
bij 'might' dan bij 'may'.  

Slide 6 - Diapositive

Wat weet je nog over de
"PAST CONTINUOUS" ?

Slide 7 - Carte mentale

When do you use the Past Continuous?
Je gebruikt de Past Continuous wanneer..
  1. Iets op een bepaald moment in het verleden aan de gang was;
  2. Je iets in het verleden aan het doen was.

! Het is de duurvorm. Je wilt dus benadrukken dat je er lang mee bezig bent geweest, het heeft even geduurd.

                                         I was learning my English vocabulary for hours yesterday.

Slide 8 - Diapositive

Past Continuous

was
                                   of        +  WW   +  ing
were

He was cleaning the house.

Slide 9 - Diapositive

Past Continuous

was           I - she - he - it
were         you - we - they

Slide 10 - Diapositive

Wat betekent "SHOULD"?

Slide 11 - Carte mentale

SHOULD(N'T)
JIJ vindt dat iets zou moeten en je geeft een advies.
Should + hele werkwoord = zou moeten
You should get a new pair of shoes.

Je raadt iets af.
Should  + not (shouldn't) + hele werkwoord = zou niet moeten
You shouldn't eat that much.



Slide 12 - Diapositive

Wat is het verschil tussen:
Should I take an umbrella in case it rains?
May I take your umbrella in case it rains?

Slide 13 - Question ouverte

GIVE ADVICE TO SOMEONE AT SCHOOL AND USE SHOULD(N'T):
"She has a fever."

Slide 14 - Question ouverte

GIVE ADVICE TO SOMEONE AT SCHOOL & USE SHOULD(N'T):
"He feels very tired."

Slide 15 - Question ouverte

GIVE ADVICE TO SOMEONE AT SCHOOL & USE SHOULD(N'T):
"She didn't have a good mark for her test."

Slide 16 - Question ouverte

FINISH WEEK 5 (&4)

Slide 17 - Diapositive