Lesson 2 Week 22 English with Miss Plazier

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Lesson 3 Week 22 - 

Miss Plazier - VWO 4 

Today's plan

- grammar crash course 20 minuten: 

-Bespreken tekst 1/2 Cito 20 minuten

Next week: 

donderdag: practice test during class. Homework: evaluation MijnLeraar + study for the test

vrijdag: Homework: leesvaardigheid afmk t/m 6 

today's goals : 

- At the end of this class, you will be able to recognize and use the gerund, the present perfect continuous & use to/would

- At the end of this class, you will able to understand and apply strategies for cito leesvaardigheid. 

Hoe ziet toetsweek 4 eruit? 

- 100 minuten totaal: 

- 40 minuten grammatica + vocab Unit 3 

- Lesson 1 t/m 5 woordjes opdrachten

- grammatica: simple past/used to/would, present perfect continuous/present perfect, gerund 

- 60 minuten leesteksten cito + vragen

- 3 teksten (2 langere en 1 korte) + vragen + woordenboek!!

Make a gerund: (Het valt niet te ontkennen dat).... he is a wonderful teamplayer.

Part 1.1 Gerund 

werkwoord + ing zonder een vorm van "to be."

Werkwoord dat als zelfstandig naamwoord wordt gebruikt. 

- after prepositions (voorzetsels)

My brother is talking about going out tonight. 

-after certain verbs 

I hate being stuck in traffic for hours. 

-part of the subject (onderwerp)

Drinking enough water each day is mandatory. 

- expressions

It's no use telling her that she needs to find a job. 

Can you give an example of a present perfect continuous (with the verb: to eat)?

Part 1.2 present perfect continuous

- in het verleden begonnen en duur nog steeds voort, maar nadruk ligt op de tijdsduur. 

We have been waiting for hours and he still hasn't shown up. 

- benadrukken dat een handeling enige tijd aan de gang is geweest en net afgelopen. 

I can see that she has been stressing about the exam because her hands are still sweaty. 

- have + been + werkwoord + ing 

use to OF would: My brother and I (to have)..... a cat when we were younger.

Part 1.3: use to / would

Als een handeling in het verleden regelmatig werd gedaan, maar nu niet meer -> use to / would. 

I would come over to their house every Sunday. 

I used to come over to their house every Sunday. 

Als het om een situatie gaat in het verleden -> ALLEEN use to 

Before she died, we used to be bestfriends in highschool. 

This used to be my mom's house, but now it has been sold. 

Let's start working! 

Practice makes perfect!!

Make the worksheet, once you are done, continue with the cito texts 

Part 2: Reading 

Let's discuss text 1 &2 of cito 

different types of questions: multiple choice, statements true/false, fill in the gaps questions, open questions with citing 

Ik vind de cito leesvaardigheid teksten lastig om te maken.

010