grammatica

• Nederlands
• ISK

grammatica

Les 1 en 2

Pak een boek!

Natuurlijk, hier zijn de antwoorden:

Hij ging gisteren naar school.

Ze leest vaak interessante boeken.

Je houdt van klassieke muziek.

Zij speelt graag met haar vrienden.

We gaan morgen naar het museum.

Hij moet morgen niet werken.

Zij heeft een mooie collectie schilderijen.

Ik ga op de bank televisie kijken.

User

Wat gaan we doen?

-woordvolgorde

-Eenvoudieg grammatica + uitleg! (Les 25, Les 26)

Wat gaan we leren?

-woordvolgorde

- werkwoorden zijn en hebben

Wie? Wat? Waar? Wanneer?

Peter leest een boek op school elke ochtend.

Wie? Peter

Wat doet hij? Leest een boek

Waar?  Op school

 Wanneer? elke ochtend

Zet wanneer vooraan en maak een zin

Mijn broertje verzamelt stenen vandaag.

Goede zin

Vandaag verzamelt mijn broertje stenen.

Maak een vraagzin

Mijn broertje verzamelt stenen vandaag.

Goede zin

Mijn broertje verzamelt stenen vandaag

Verzamelt mijn broertje stenen vandaag?

Zet wanneer vooraan

Ik ga nieuwe kleren passen morgen.

Goede zin

Morgen ga ik nieuwe kleren passen.

Maak een vraagzin

Ik ga nieuwe kleren passen morgen.

Goede zin

Ik ga nieuwe kleren passen morgen.

Ga ik nieuwe kleren passen morgen?

afwassen ik elke dag

Ik was elke dag af.

Elke dag was ik af.

Goede zin

Ik was elke dag af.

Elke dag was ik af.

Aan de slag

Maak les 10,11,12 oefening 27 t/m 36

Maak les 23,24 oefening 72,73,74,75

Maak les 25,26,27,28

Maak les 29 t/m 36

Eenvoudige grammatica

Les 25 (te...) Uitleg!

Les 26 (scheidbare woorden) Uitleg!

Les 27 (voltooid deelwoord)

Les 28 (voltooid deelwoord d of t)

les 29,30,31,32,33,34,35,36

vergeet hij de boodschappen te betalen

Correcte zin

Hij vergeet de boodschappen te betalen.

liggen zij te slapen op het gras

Correcte zin

Zij liggen op het gras te slapen.

Zij liggen te slapen op het gras.

Op het gras liggen zij te slapen.

create.kahoot.it

create.kahoot.it

nt2taalmenu.nl

Huiswerk

-Disk; grammatica online werkwoorden

grammatica; werkwoorden 2.1 t/m 2.20/25

create.kahoot.it

Wat zijn de lidwoorden?

Zelfstandige naamwoorden(en lidwoord)

Werkwoorden

huiswerk

-maken Disk; grammatica; werkwoord 2.1 t/m 2.20

-leer de woorden (papier)

Klare taal

Les 5,

Les 11,

Les 13,14,15,

Les 28