H3 Lezen - les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Welkom!

Wat gaan we doen?

• Huiswerkcontrole
• Doelen H3
• Startopdracht
• Uitleg
• Samen begin maken aan de weektaak

Huiswerk af?

H2 Lezen opdr 1, 2 en 4

weektaak 13-17 sept. (agenda)

H3 Lezen opdr 1, 2 en 4

Lezen H3

Ik ken de functie van de inleiding en het slot.

Ik kan de hoofdgedachte van een tekst vinden.

samen: startopdracht blz 72

1. Kan deze alinea de eerste alinea van de tekst zijn? Waarom 

   wel/niet?

2. Kan deze alinea het slot van de tekst zijn? Waarom wel/niet?

inleiding

Het eerste deel van een tekst is de inleiding. Hierin wordt duidelijk wat het onderwerp van de tekst is. Vaak gebeurt dat met een voorbeeld, een (grappig) verhaaltje (anekdote) of een bijzondere situatie. Daardoor wordt de lezer nieuwsgierig gemaakt naar de rest van de tekst

slot

Het laatste deel van een tekst is het slot. Daar vind je bijvoorbeeld een conclusie of een korte samenvatting. Ook wordt in het slot weleens naar de toekomst gekeken of er wordt aangehaakt bij de inleiding, zodat het verhaal mooi ‘rond’ is.  

slot bij nieuwsberichten en informatieve teksten

Bij nieuwsberichten ontbreekt vaak het slot. In deze berichten staat het belangrijkste altijd in het begin van de tekst. Het deel daarna geeft extra informatie. 

Bij informatieve teksten, zoals in naslagwerken en op internet, ontbreken inleiding en slot bijna altijd.  

hoofdgedachte

De hoofdgedachte van een tekst is één volledige zin, die het belangrijkste samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt. 

Bij het onderwerp ‘verjaardagen’ kan de hoofdgedachte zijn: Wereldwijd bestaan er veel verschillende verjaardagstradities.

hoofdgedachte

De hoofdgedachte staat meestal in de inleiding of in het slot. Het kan zijn dat je de hoofdgedachte daar letterlijk vindt, maar soms moet je zelf een zin formuleren. 

Die zin moet antwoord geven op de vraag: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?

precies lezen

Om te bepalen wat de hoofdgedachte van een tekst is, moet je de tekst precies lezen. Je leest de tekst dan nauwkeurig van het begin tot het eind.

samen: opdr 1 blz 73

weektaak 13-17 sept. (agenda)

H3 Lezen opdr 1, 2 en 4

Lezen H3

Ik ken de functie van de inleiding en het slot.

Ik kan de hoofdgedachte van een tekst vinden.