Week 3: Turkije (info)

Week 3: Turkije (info)
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 39 min

Éléments de cette leçon

Week 3: Turkije (info)

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Atatürk
- Republiek Turkije bestaat sinds 1923.
- Eerste president: Mustafa Kemal Atatürk
- Kemal betekent 'de perfecte'.
- Atatürk betekent 'Vader der Turken'
- Atatürk maakte van Turkije een democratie. 

Slide 3 - Diapositive

Mensen
- Turkije heeft 67 miljoen inwoners. 
- Hoofdstad Ankara.
- Steden zijn modern en hebben grote kantoren en winkelcentra. 
- Op het platteland wonen mensen in dorpen. Meeste mensen zijn boer. 
- Leven in dorpen is anders. 
- Nu gaan alle Turkse kinderen naar  de basisschool. Op het platteland is niet altijd een middelbare school in de buurt. 

Slide 4 - Diapositive

Vakantieland
- In de kustgebieden maken zon, zee en strand een vakantieland van Turkije. 
- Toeristen komen ook voor oude stadjes en steden, de Turkse cultuur en natuur. 
- Turkije is islamitisch land. 
- Sommige moskeeën waren vroeger kerken. Turkije was namelijk 1000 jaar lang, tot de 15e eeuw, christelijk gebied. 
- Goed eten: döner kebab of broodje shoarma. Döner betekent 'zal draaien'. Het lamsvlees draait aan een stand langs een grill. 

Slide 5 - Diapositive

De Grote Bazaar
- De Grote Bazaar van Istanbul is de grootste. 
- Deze Bazaar bestaat uit meer dan 90 straten en 3500 winkels en restaurants. 
- Je kunt er van alles kopen. 
- Tot 2014 groeide het aantal toeristen elk jaar. 
- Na 2014 daalde het aantal door aanslagen en politieke onrust. 
- In 2016 was er een mislukte staatsgreep van het leger. 

Slide 6 - Diapositive

Welk antwoord klopt?
A
In de stad is weinig werk, veel mensen werken daarom als boer. Op het platteland werken de mensen in winkels.
B
In de stad en op het platteland werken de mensen in winkels en in kantoren.
C
In de stad werken de mensen op kantoren en in winkels. Op het platteland werken de mensen niet.
D
In de stad is veel werk in bijvoorbeeld kantoren en winkels. Op het platteland zijn de meeste mensen boer.

Slide 7 - Quiz

Wat is een democratie?
A
Een politiek systeem waarin het volk niet mag laten weten wie er gekozen wordt als bestuurder.
B
Een politiek systeem waarin de bestuurders gekozen worden door te stemmen.
C
Een politiek systeem waarin mensen zelf mogen beslissen.
D
Een politiek systeem waarin de blanken mochten kiezen, en de kleurlingen niet.

Slide 8 - Quiz

Wat betekent:
De steden zien er Westers uit.
A
De steden zien er uit zoals in het westen, dus zoals bij ons.
B
De steden liggen in het westen.

Slide 9 - Quiz

Welk geloof hebben de meeste Turken?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is de Grote Bazaar in Istanbul?

Slide 11 - Question ouverte