klas 1 unité 7+8 samenvatting

le programme

- le mot du jour
- voorbereiding proefwerk:
 1  herhaling grammaire
  2 herhaling vocabulaire
- zelfstandig werken/leren
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

le programme

- le mot du jour
- voorbereiding proefwerk:
 1  herhaling grammaire
  2 herhaling vocabulaire
- zelfstandig werken/leren

Slide 1 - Diapositive

Nous avons pris du coca.
In deze zin zitten 3 van de 4 grammatica-onderwerpen.
Welke?

Slide 2 - Diapositive

Nous avons pris du coca.
We hebben cola genomen.
- AVONS => rijtje avoir
->PRIS => volt. deelwoord van prendre
- DU => mannelijk delend lidwoord

Slide 3 - Diapositive

Franse vormen van
PRENDRE

Slide 4 - Carte mentale

wij nemen

Slide 5 - Question ouverte

hij heeft

Slide 6 - Question ouverte

zij nemen (vmv)

Slide 7 - Question ouverte

hij gaat

Slide 8 - Question ouverte

jullie hebben

Slide 9 - Question ouverte

jij hebt genomen

Slide 10 - Question ouverte

tu as mangé
il a parlé
j'ai cherché
elle a trouvé
tu as pris
elle a travaillé
nous avons pris
il a pensé
j'ai chanté
tu n'as pas mangé
ik heb gezongen
hij heeft gepraat
jij hebt genomen
zij heeft gewerkt
jij hebt niet gegeten
ik heb gezocht
wij hebben genomen
hij heeft gedacht

Slide 11 - Question de remorquage

Slide 12 - Diapositive

delende
lidwoorden

Slide 13 - Carte mentale

delende lidwoorden
du
de la
de l'
des
de
d'

Slide 14 - Diapositive

La fille boit ..... orangina.
A
de la
B
de l'
C
d'
D
l'

Slide 15 - Quiz

La fille boit un verre ..... orangina.
A
de la
B
de l'
C
d'
D
l'

Slide 16 - Quiz

Nous achetons beaucoup ..... bonbons.
A
de la
B
des
C
les
D
de

Slide 17 - Quiz

Elle ne mange pas ..... viande.
A
de la
B
du
C
de
D
des

Slide 18 - Quiz

Je mange ..... pain au petit-déjeuner.
A
des
B
du
C
de la
D
de

Slide 19 - Quiz

août
A
augustus
B
meel
C
minstens
D
ook

Slide 20 - Quiz

snijden
A
coûter
B
couper
C
courses
D
verser

Slide 21 - Quiz

Zij heeft niet opgebeld.
A
Elle n'a pas mélangé.
B
Elle n'a pas appelé.
C
Elles n'ont pas aidé.
D
Elle ne a pas pressé.

Slide 22 - Quiz

Laatste vraag:
Wij hebben het vliegtuig genomen.
A
Nous avons pris l'avion.
B
Nous avons l'avion pris.
C
Nous avons pris l'escargot.
D
Nous avons pris la voiture.

Slide 23 - Quiz

Au travail!
- maak de Diagnostische Toets van unité 7
- oefen waar nodig met de extra oefeningen


Klaar?
- oefen met de extra oefeningen van unité 8

Slide 24 - Diapositive