Intoxicatie

Intoxicatie

Crisissituaties in de zorg

                                                                               




                                                                                                                                   
                                                                                                                                                   Casus Karel de Haan













1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3,4

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Intoxicatie

Crisissituaties in de zorg

                                                                               




                                                                                                                                   
                                                                                                                                                   Casus Karel de Haan













Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Casus Karel doornemen
  • Syndroom van Down (kort, herhaling)
  • Wat is intoxicatie
  • Zelfstandig of samen werken aan de bijbehorende opdrachten

Slide 2 - Diapositive

Doelen
Aan het einde van de les; 
  • kun je uitleggen wat een syndroom en specifiek syndroom van Down is.
  • kun je minstens 5 symptomen van intoxicatie benoemen.
  • kun je benoemen welke 4 soorten vergiftigingen er zijn en welke actie passend is.
  • kun je het belang van de SBARR of MEWS methode verklaren bij intoxicatie.
  • kun je het belang van evaluatie en reflectie op eigen handelen na een crisissituatie verklaren.
  • kun je uitleggen hoe een crisissituatie in de zorg administratief wordt afgewikkeld.

Slide 3 - Diapositive

Wie is Karel de Haan?

Slide 4 - Diapositive

Karel de Haan
  • oudste zoon
  • syndroom van Down
  • lichte aandoening schildklier (medicatie)
  • matige verstandelijke beperking
  • mentale leeftijd 5 jaar
  • 'structurerende ervaringsfase'
  • opgegroeid bij zijn ouders op de boerderij
  • verhuisd naar woongroep (begeleid wonen) 

Slide 5 - Diapositive

Syndromen
Wat is een syndroom?
Welke syndromen ken je?

Slide 6 - Diapositive

Wat is een syndroom en welke ken je?

Slide 7 - Carte mentale

Syndroom
Een syndroom is een ziektebeeld: een verzameling van verschijnselen die vaker in dezelfde combinatie optreedt, en dus als eenheid moet worden opgevat.
Aan een groot aantal syndromen is een eigennaam verbonden. meestal van diegene, die het syndroom het eerst heeft beschreven. (zoals Gilles de la tourette).

Mensen met een matige tot ernstige verstandelijke beperking kunnen meerdere syndromen hebben. Bij syndromen is er vaak sprake van uiterlijke kenmerken.

Bekende syndromen zijn:
-fragile X, Rett, Prader-Willi, Down, angelman, Williams, 22q11.2 deletie syndroom enz.

Slide 8 - Diapositive

Wat zijn uiterlijke kenmerken van iemand met syndroom van Down
A
Korte, brede nek
B
relatief kleine mond, dikke gegroefde tong
C
extra huidplooi over binnenste ooghoeken
D
A,B en C zijn goed

Slide 9 - Quiz

Het is syndroom is een aangeboren afwijking?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Mensen met het syndroom hebben een chromosoom minder.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Welke antwoorden passen bij syndroom van Down
A
Trisomie 21
B
Dementie
C
Verstandelijke beperking
D
AB en C zijn juist

Slide 12 - Quiz

Hoe oud worden mensen met syndroom van Down gemiddeld
A
Dezelfde levensverwachting als mensen zonder Down-syndroom
B
Gemiddeld 60 jaar

Slide 13 - Quiz

Syndroom van Down kan ontdekt worden tijdens zwangerschap
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Het is niet altijd wat je het meeste ziet!

Slide 15 - Diapositive

Het is niet altijd wat je het meeste ziet!
  • Ernstige lichamelijke problemen
  • Ernstige verstandelijke
       beperking (niet of nauwelijkse kunnen 
       praten)
  • Ernstige gedragsproblemen


Slide 16 - Diapositive

Lichamelijke gevolgen syndroom van down
Mogelijke lichamelijke gevolgen (in meer of mindere mate);
  • maag-darmafwijkingen
  • problemenmet ademhaling en luchtwegen (en hart)
  • gehoor
  • ogen
  • spraak
  • motoriek
  • afweer tegen infecties
  • kans op alzheimer op jonge leeftijd

Slide 17 - Diapositive

Intoxicatie
Vergiftiging komt veel voor. 
Eigen ervaringen?

Slide 18 - Diapositive

Wat is intoxicatie
Intoxicatie (vergiftiging) is een reactie van het lichaam op het innemen van een hoeveelheid gif. Welke reactie het lichaam geeft en hoe ernstig deze is, hangt af van verschillende factoren;
-het werkingsmechanisme van het gif
-hoeveelheid gif waaraan iemand is blootgesteld
-conditie van de persoon
-de mate van giftigheid van het gif (concentratie)

Slide 19 - Diapositive

Verdiepen intoxicatie
In groepen van 4 of 5 personen op Flap-over
  • Welke soorten vergiftigingen zijn er? 
  • Wat zijn symptomen van een vergiftiging?
  • Welke stappen (EHBO) volg je bij een vergiftiging?
  • Wat zijn veel voorkomende vergiftigingen?                                                10 min. daarna korte presentatie (max 3 min.)

Slide 20 - Diapositive

Symptomen Intoxicatie (acuut ontstaan)
Kunnen veelzijdig zijn;
-bewustzijnsstoornissen
-ademhalingsmoeilijkheden
-problemen met hartritme of bloeddruk
-shock
-hele grote of kleine pupillen
-afwijkende huidskleur (bleek, rood, blauwverkleuring)
-klamme huid
-misselijkheid en braken
-buikkrampen
-brandwonden

Slide 21 - Diapositive

Symptomen Intoxicatie (acuut ontstaan)
Kunnen veelzijdig zijn;
-bewustzijnsstoornissen
-ademhalingsmoeilijkheden
-problemen met hartritme of bloeddruk
-shock
-hele grote of kleine pupillen
-afwijkende huidskleur (bleek, rood, blauwverkleuring)
-klamme huid
-misselijkheid en braken
-buikkrampen
-brandwonden

Slide 22 - Diapositive

Acute Vergiftiging

Meestal in zeer korte tijd, te hoge concentratie.
Snel merkbare symptomen.

Chronische Vergiftiging

Langdurige blootstelling aan bepaalde stof (bijvoorbeeld werken met asbest).

Slide 23 - Diapositive

Symptomen Intoxicatie (acuut ontstaan)
Kunnen veelzijdig zijn;
-bewustzijnsstoornissen
-ademhalingsmoeilijkheden
-problemen met hartritme of bloeddruk
-shock
-hele grote of kleine pupillen
-afwijkende huidskleur (bleek, rood, blauwverkleuring)
-klamme huid
-misselijkheid en braken
-buikkrampen
-brandwonden

Slide 24 - Diapositive

Vergiftiging kan..
  • Via spijsverteringskanaal ingestie (vaste of vloeibare vorm)
  • Via luchtwegen inhalatie (gas of damp)
  • Via de huid transdermaal

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Bijtende stoffen
  • Toiletreiniger
  • Ammoniak
  • Gootsteenontstopper
  • Chloor
  • Vaatwasmachine middelen

Symptomen: branderig gevoel lippen, mond, keel etc.

Slide 27 - Diapositive

Advies bij bijtende stof via spijsverteringskanaal

  • Zo snel mogelijk verdunnen (1-2 glazen water laten drinken)    Niet laten drinken zonder advies arts!
  • NIET laten braken (dan verbrand het spijsverteringskanaal nogmaals)

Slide 28 - Diapositive

Niet bijtende stoffen
  • Giftige planten (kerstster, gouden regen)
  • Paddenstoelen
  • Medicijnen, drugs, alcohol
  • Sigaretten
  • Lampolie
  • Wasbenzine, Terpentine, Petroleum
  • Ophoping van in lichaam geproduceerde afvalstoffen


Slide 29 - Diapositive

Advies bij petroleumproducten via spijsverteringskanaal

  • NIET laten drinken
  • NIET laten braken

Slide 30 - Diapositive

Advies overige niet bijtendende stoffen via spijsverteringskanaal
  • WEL laten braken
  • NIET laten drinken
Nooit laten braken  zonder advies arts!

Slide 31 - Diapositive

Advies vergiftiging via huid
  • Trek handschoenen aan en verwijder de met de stof doordrenkte kleding
  • Spoel de huid tenmiste 30 min met lauw stromend water
  • Zorg dat de stof zich niet over het lichaam verspreid
  • Ventileer de ruimte 

Slide 32 - Diapositive

Intoxicatie via luchtwegen (inhalatietrauma)
  • Veiligheid eerst! Zorg dat je niet in aanraking komt met giftige lucht
  • Haal slachtoffer zsm uit de ruimte waar giftige dampen zijn
  • Bewusteloos, maar haalt wel adem: stabiele zijligging
  • Start bij uitval AH en bewusteloosheid reanimatie
  • Spoel brandwonden met lauw stromend water
  • Zorg dat patient niet onderkoeld raakt --> deken
  • Plaats patient in half zittende positie
  • Dek gekoelde brandwonden steriel af (burnshield)

Slide 33 - Diapositive

Intoxicatie kinderen
Ieder jaar worden 2300 kinderen opgenomen met een vergiftiging

  • Meestal 0-4 jaar (casus Karel!)
  • 40 % geneesmiddelen
  • 40 % huishoudmiddelen
Preventie loont!!

Slide 34 - Diapositive

vergiftiging bij kinderen

Slide 35 - Diapositive

Koppeling casus Karel
Het filmpje ging over specifiek over kinderen.
Is er iets uit te halen als je aan Karel denkt, of de ouderenzorg?
En waarom wel of niet?

Slide 36 - Diapositive

Informatie inwinnen:

  • www.vergiftigingen.info
  • Gifwijzer in elke huisartsenpraktijk
  • Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum
  • Gifwijzer app
  • RIVM
  • EHBO / BHV (app)




Slide 37 - Diapositive

Welke acties in geval van intoxicatie
In de zorg:
Denk aan prioritering. Snel adequaat handelen!
Zorgvrager buiten bewustzijn: ABCDE check
Direct arts of 112!
Denk aan MEWS en SBARR

Slide 38 - Diapositive

Telefonisch contact 112, Arts, RIVM of Vergiftigingencentrum
Artsen of instanties zullen je vragen naar:
  • Leeftijd patient
  • Lichaamsgewicht patient
  • Naam binnengekregen stof (verpakking bewaren)
  • Hoeveelheid binnengekregen stof
  • Tijdstip binnengekregen stof
  • Verschijnselen (bewusteloosheid etc)
  • Wat er zelf al is gedaan   (koppeling casus Karel)

Slide 39 - Diapositive

Voorbeeld:           Beleid organisatie 'wonen' mensen                             met een verstandelijke handicap

Slide 40 - Diapositive

Calamiteitenklapper zorgorganisatie

Bekend mee op stageplek?
Waarom is hulp verzamelen belangrijk, ook al is ambulance onderweg?

Slide 41 - Diapositive

Koolmonoxide vergiftiging

Slide 42 - Diapositive

Casus Karel
Wat doe je na afloop van de crisissituatie?




Slide 43 - Diapositive

Wat is er na afloop van deze crisisituatie belangrijk?

Slide 44 - Carte mentale

Na de crisisituatie
  • Incidentformulieren invullen
  • Evaluatie (met wie, welke betrokkenen)
  • Nazorg 
  • Welke acties moeten er eventueel uitgezet worden om soortgelijk voorval in de toekomst te voorkomen 

Slide 45 - Diapositive

Check out

Slide 46 - Diapositive

Zijn er nog vragen?

Slide 47 - Diapositive