1.1.1 Wat is verbranding?

onderwerpen boek 2A

ademhaling en verbranding
voeding en vertering
bloedsomloop
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

onderwerpen boek 2A

ademhaling en verbranding
voeding en vertering
bloedsomloop

Slide 1 - Diapositive

Wat hebben deze drie orgaanstelsels met elkaar te maken?

Slide 2 - Diapositive

Maar eerst herhalen..

Slide 3 - Diapositive

Fotosynthese

Slide 4 - Diapositive

Ophalen
Wat was de formule van fotosynthese?

Slide 5 - Diapositive

formule fotosynthese

Slide 6 - Diapositive

Wat zou er gebeuren als je de formule omdraait?

Slide 7 - Diapositive

Formule verbranding

Slide 8 - Diapositive

brandstof

Een brandstof is een energiedrager. Bij verbranding komt deze energie vrij.

Slide 9 - Diapositive

 voorbeelden van brandstoffen

Slide 10 - Diapositive

energie die vrijkomt

Slide 11 - Diapositive

wat gebeurt er?
+

Slide 12 - Diapositive

Bij het branden van een kaars
 Nodig?

 Ontstaat?

Energie?

Slide 13 - Diapositive

Bij het branden van een kaars
nodig: kaarsvet en zuurstof

ontstaat: water en CO2

energie: warmte en licht

Slide 14 - Diapositive

verbranding in een automotor


Nodig:

Ontstaat:

Energie:

Slide 15 - Diapositive

verbranding in een automotor

Nodig: benzine en zuurstof 

Ontstaat: CO2 + water

Energie: warmte en beweging

Slide 16 - Diapositive

hardlopen
Nodig:

Ontstaat:

Energie:

Slide 17 - Diapositive

hardlopen
nodig: voedsel en zuurstof

ontstaat: CO2 en water

energie: warmte en beweging

Slide 18 - Diapositive

verbranding vindt plaats in cellen!

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

verschil calorie / joule
Een calorie is een eenheid van energie. Formeel is 1 calorie is de hoeveelheid energie die nodig is om 1 gram water 1 graad op te warmen. Dus 1 kcal (kilocalorie) is nodig om een liter water één graad te verwarmen.

Energie wordt ook wel uitgedrukt in Joule. Eén Joule is ongeveer de energie die nodig is om 1 liter frisdrank 10 cm op te tillen. Dat is niet veel energie.
De verhouding tussen calorie en Joule is als volgt: 1 calorie = 4,1868 Joule.

Slide 22 - Diapositive

hoe hoger de lichaamstemperatuur hoe meer verbranding!
De hoeveelheid verbranding is afhankelijk van de temperatuur!

Slide 23 - Diapositive

koudbloedig

* wisselende lichaamstemperatuur

* weinig verbranding bij lage temperaturen
warmbloedig

* constante lichaamstemperatuur

* meer verbranding bij lage temperaturen

Slide 24 - Diapositive

Indicator

De indicator die je gebruikt om koolstofdioxide aan te tonen is: helder kalkwater.


Is er CO2 aanwezig, dan wordt helder kalkwater troebel.

Slide 25 - Diapositive

indicator
= een stof waarmee je een andere stof aantoont 


helder kalkwater is de indicator voor CO2

Slide 26 - Diapositive

wat is géén brandstof?
A
elektriciteit
B
hagelslag
C
steenkool
D
kaarsvet

Slide 27 - Quiz

Welke vormen van energie komt er bij verbranding vrij?
A
CO2, licht & warmte
B
water, CO2 & licht
C
licht, warmte & beweging
D
licht, CO2 & beweging

Slide 28 - Quiz

Bij verbranding ontstaat:
A
Zuurstof
B
Stikstof
C
Koolstofdioxide
D
Vuur

Slide 29 - Quiz

Wanneer vindt verbranding plaats?
A
Altijd
B
Alleen als je sport
C
Alleen als je ademhaalt
D
als je wakker bent

Slide 30 - Quiz

Wat is de indicator van koolstofdioxide?
A
kalkwater
B
water
C
zuurstof
D
koolstof

Slide 31 - Quiz

Wat is de brandstof voor de mens?
A
Zon
B
Lucht
C
Benzine
D
Voedingsstoffen

Slide 32 - Quiz

+
---->
+
+
brandstof
verbrandingsproducten
Verbranding bij de mens
glucose
zuurstof
energie
koolstof-dioxide
water

Slide 33 - Question de remorquage

huiswerk
leren basisstof 1 en 2
maak opdracht: 2, 8 en 10

Slide 34 - Diapositive