Oefenen theorie talent 1.3 en 2.3

Theorie Talent 1.3 en 2.3
Opdrachten over 1.3 en 2.3
Extra leestaak maken
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Theorie Talent 1.3 en 2.3
Opdrachten over 1.3 en 2.3
Extra leestaak maken

Slide 1 - Diapositive

Wat doe je als je een tekst verkennend leest?

Slide 2 - Question ouverte

Tekst
Welke vragen stel je jezelf als je een tekst verkennend leest?
Wie is de hoofdpersoon
Wat is het onderwerp?
Wat is het doel van de tekst?
Hoeveel alinea's heeft de tekst?
Wat is het voor soort tekst?
Wat is de bron?
Is het fictie?

Slide 3 - Question de remorquage

Ik herken een alinea...
A
De laatste zin loopt niet door tot aan het eind.
B
Er staat soms een witregel tussen de alinea's
C
De eerste regel springt soms in.
D
A, b en c zijn allemaal goed

Slide 4 - Quiz

juist of onjuist?
Een tussenkopje is een titel van een alinea.

Slide 5 - Question ouverte

juist of onjuist?
Een tussenkopje vertelt waar de alinea over gaat.

Slide 6 - Question ouverte

juist of onjuist?
Het onderwerp beschrijft waar de tekst over gaat.

Slide 7 - Question ouverte

Een deelonderwerp is (meestal) een alinea dat een deel van het onderwerp behandelt

Slide 8 - Question ouverte

tekstverbanden

Slide 9 - Carte mentale

signaalwoorden

Slide 10 - Carte mentale

ten eerste, ook, tevens, verder, bovendien horen bij het tekstverband..
A
tijdsvolgorde
B
opsomming
C
tegenstelling

Slide 11 - Quiz

maar, echter, toch, evenwel, daarentegen horen bij het tekstverband
A
opsomming
B
tijdsvolgorde
C
tegenstelling

Slide 12 - Quiz

Eerst, intussen, terwijl, toen, voordat, vervolgens horen bij het tekstverband...
A
tijdsvolgorde
B
tegenstelling
C
opsomming

Slide 13 - Quiz

Verschil feit en mening
Feit
  • waar of niet waar
  • kun je controleren

Mening (standpunt/oordeel/opinie/opvatting)
  • wat iemand ergens van vindt
  • kun je 'ik vind' of 'volgens mij' voorzetten

Slide 14 - Diapositive

'Limburg heeft heuvels, Groningen is helemaal vlak.'
Met welk woord kun je het verband tussen de twee delen van de zin duidelijk maken?

Slide 15 - Question ouverte

Je leest een tekst en komt een woord tegen dat je niet kent. Hoe achterhaal je de betekenis met behulp van de tekst?

Slide 16 - Question ouverte

Noteer een feit en een mening over honden.

Slide 17 - Question ouverte

Donderdag toetsstof
1.3 en 2.3 Lezen:
  • verkennend en nauwkeurig lezen
  • titel en deeltitel
  • onderwerp en deelonderwerp
  • alinea
  • feiten en meningen
  • moeilijkewoordenwijzer
  • tekstverbanden en signaalwoorden: opsommend, chronologisch en tegenstellend

Slide 18 - Diapositive

Test jezelf
samenvatting maken/leren 



Slide 19 - Diapositive