12 Het oog

1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Wat is het kenmerk van een brandglas met een positieve lens?
A
Het verandert de kleur van licht
B
Het laat geen licht door
C
Het bundelt lichtstralen tot één punt
D
Het verspreidt lichtstralen

Slide 13 - Quiz

Wat gebeurt er met de brandpuntsafstand als een bolle lens dikker wordt?
A
De brandpuntsafstand neemt af.
B
De brandpuntsafstand neemt toe.

Slide 14 - Quiz

Wat is het effect van een negatieve lens op een lichtbundel?
A
Het bundelt de lichtbundel
B
Het verspreidt de lichtbundel
C
Het absorbeert de lichtbundel
D
Het versterkt de lichtbundel

Slide 15 - Quiz

Een sterke lens...
A
heeft geen brandpuntsafstand
B
heeft een kleine brandpuntsafstand
C
heeft een grote brandpuntsafstand
D
is altijd een negatieve lens

Slide 16 - Quiz

Welke lenzen zijn positief en welke negatief? 
Sleep de lenzen naar het juiste vak.
+
-

Slide 17 - Question de remorquage

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Wat doet een bolle lens
met het beeld?
A
Verkleind
B
Vergroot
C
Maakt het wazig
D
Verandert niet

Slide 35 - Quiz

Hoe heet het scherpstellen
van het oog?
A
Oculaire aanpassing
B
Accommoderen
C
Aanpassing
D
Focussen

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Hoe heet het als je in de verte
niet scherp ziet?
A
Bijziendheid
B
Verziendheid
C
Kleurenblindheid
D
Nachtblindheid

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive