buurthuis 2022-2023

Buurthuis 2022-2023
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Buurthuis 2022-2023

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke drie categorieën kun je factoren die de gezondheid beïnvloeden onderverdelen.

Slide 2 - Carte mentale

Persoonsgebonden factoren
omgevingsfactoren
leefstijl 
In deze paragraaf worden persoonsgebonden factoren besproken die van invloed zijn op je gezondheid. Deze factoren zijn:

Slide 3 - Question ouverte

• genetisch bepaald
• persoonlijkheid
• overgewicht

Welke omgevingsfactoren zijn er, die van invloed zijn op je gezondheid
A
Leefomgeving
B
Welvaart
C
Opvoeding
D
Media en je sociale netwerk

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de zes voorbeelden van leefstijl

Slide 5 - Question ouverte

• Stress
• Beweging
• Hygiëne
• Seksueel gedrag
• Genotsmiddelen
• Verantwoord voedingsgedrag

Wat is het verschil tussen hard drugs en soft drugs
A
Softdrugs zijn minder schadelijk voor je gezondheid dan harddrugs
B
Harddrugs zijn minder schadelijk voor je gezondheid dan harddrugs
C
Harddrugs zijn verboden door de overheid en softdrugs niet
D
Van harddrugs krijg je minder gezondheidsklachten.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan welke voorwaarden moet biologische voeding voldoen

Slide 7 - Carte mentale

• Boeren gebruiken geen chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest.
• Boeren zetten natuurlijke vijanden in om insectenplagen en ziekten te bestrijden, bijvoorbeeld insecten als de sluipwesp of roofwants die zelf niet schadelijk zijn voor de gewassen.
• Veehouders gebruiken biologisch voer voor hun dieren.
• Veehouders hebben een diervriendelijke werkwijze: ze geven hun dieren meer ruimte.
• Dieren krijgen over het algemeen minder vaak antibiotica.

Biologische voeding is gezonde voeding
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Je spreekt van biologische voeding als bij de productie zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met milieu, dier en mens. In allerlei voorschriften is vastgelegd wat daaronder wordt verstaan. Het instituut Skal controleert of ze worden nageleefd. 
Wat zijn waarden en normen?

Slide 9 - Carte mentale

Waarden zijn de dingen in het leven waar je
waarde aan hecht. Dit zijn de dingen die voor jou
belangrijk zijn.
Normen zijn de regels waardoor je deze waarden
kunt uitvoeren, Normen heb je nodig om je
waarde na te leven.
Voorbeelden:
Waarde: eerlijkheid, norm: je mag niet stelen
Waarde: respect, norm: je zegt u tegen iemand die ouder is dan jij.
Subculturen zijn:
A
is een groep jongeren met eigen opvatting en over cultuur.
B
Zijn jongeren met verschillende opvattingen over culturen

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn voorbeelden van subculturen?

Slide 11 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe begroet je iemand informeel

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn verschillende observeringsmethodes, welke zijn dit?

Slide 14 - Carte mentale

 Beschrijvende observatie: alles wat je waarneemt, de feiten, schrijf je op. Je
gebruikt deze observatiemethode als je niet precies weet wat je gaat observeren.

• Observatieschema’s: je maakt bijvoorbeeld gebruik van een lijst waar je bepaalde
gedragingen kunt aankruisen of kunt turven.
Ik weet al wat er allemaal in een draaiboek hoort te staan
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

In een draaiboek komt het volgende te staan

Slide 16 - Carte mentale

Voorbereiding 
uitvoering
evaluatie 

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de basisvaardigheden van actief luisteren

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Er is 1 soort ruis, namelijk:
A
Waar: Externe ruis
B
Niet waar, het zijn er twee interne en externe ruis
C
Waar: Interne ruis
D
Niet waar, het zijn er twee, interne ruis en gesloten ruis

Slide 20 - Quiz

1. Externe ruis, dit is ruis die van buiten komt, bijvoorbeeld lawaai van een vliegtuig
2. Interne ruis, dit is ruis die vanuit de zender of ontvanger komt, bijvoorbeeld als
iemand te moeilijke woorden gebruikt in een gesprek.
Welke onderdelen horen bij non verbale communicatie

Slide 21 - Question ouverte

Houding
Beweging
Gezichtsuitdrukking
stemgebruik
Wat is de LSD methode en waar staat LSD voor?

Slide 22 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions