Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
5.1.3 onderwerp, stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
5.1.3 onderwerp, stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
1 / 20
suivant
Slide 1:
Diapositive
Taal / spelling
Basisschool
Groep 5,6
Cette leçon contient
20 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
5.1.3 onderwerp, stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 1 - Diapositive
Onderwerp
Geeft aan wie of wat iets doet.
Je hebt de persoonsvorm nodig om het onderwerp te vinden.
Je vindt het onderwerp door te vragen:
wie of wat + persoonsvorm?
Slide 2 - Diapositive
Onderwerp
De juf zit op de stoel.
pv = zit
wie zit? --> de juf
Slide 3 - Diapositive
Onderwerp
De les begint om 08:30 uur.
pv = begint
wat begint? --> de les
Slide 4 - Diapositive
Wat is het onderwerp?
Nordin pakt zijn gitaar.
Slide 5 - Question ouverte
Wat is het onderwerp?
Hij was al laat voor muziekles.
Slide 6 - Question ouverte
Wat is het onderwerp?
Bram rende met hem mee.
Slide 7 - Question ouverte
Wat is het onderwerp?
In het lokaal blafte Bram heel hard.
Slide 8 - Question ouverte
Wat is het onderwerp?
De lerares aaide Bram over zijn hoofd.
Slide 9 - Question ouverte
Wat is het onderwerp?
De cello ligt in de koffer.
Slide 10 - Question ouverte
Wat is het onderwerp?
Hangt de kalender aan de muur?
Slide 11 - Question ouverte
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Een
bijvoeglijk naamwoord
zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Denk aan
groene
deur of
grijze
kast.
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord zegt van
welk materiaal
het zelfstandig naamwoord is gemaakt.
De
houten
kast of de
porseleinen
kopjes.
Slide 12 - Diapositive
Stoffelijk bijv. nw of niet?
In mijn haar zit een elastieken bandje.
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quiz
Stoffelijk bijv. nw of niet?
Tommie krijgt een nieuw mandje.
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quiz
Stoffelijk bijv. nw of niet?
Mama draagt een linnen broek.
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quiz
Stoffelijk bijv. nw of niet?
Hij bouwt een stenen muurtje.
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quiz
Stoffelijk bijv. nw of niet?
Ik heb een paarse trui aan.
A
Ja
B
Nee
Slide 17 - Quiz
Stoffelijk bijv. nw of niet?
Ik koop een lekker ijsje.
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quiz
Stoffelijk bijv. nw of niet?
Luuk krijgt een bronzen medaille.
A
Ja
B
Nee
Slide 19 - Quiz
Stoffelijk bijv. nw of niet?
Hij heeft een goede tijd neergezet.
A
Ja
B
Nee
Slide 20 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Onderwerp en stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Janvier 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Taal / spelling
Basisschool
Groep 5,6
Staal, Spelling blok 5 week 1 les 3
Février 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 5
B&F, Staal, Spelling blok 5 week 1 les 3
Décembre 2020
- Leçon avec
33 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 5
B&F, Staal, Spelling blok 5 week 1 les 3
Janvier 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 5
Grammatica taalkundig: bijvoeglijk nw
Janvier 2021
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Bijvoeglijk naamwoord
Avril 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-3
T2L9: Supertalenten
Février 2023
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
Toetstraining SO
Octobre 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1